De schijnbekeringen

De Archiefkast van het Forum. Oude discussies zijn hier nog eens na te lezen.

Moderator: Moderafo's

Gebruikersavatar
Teus
Majoor
Majoor
Berichten: 2417
Lid geworden op: 15 dec 2011 13:14

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Teus » 03 apr 2015 21:52

Teus schreef:Ja ik ben er van overtuigd dat de dwaze maagden behouden zijn. Je kunt glansrijk de Hemel binnen gaan maar ook met de hakken over de sloot.
Ik denk, dat is mijn mening en die telt eigenlijk niet, dat het gaat om de flauwheid van de verwachting van Jezus en de opname van de gelovigen.

Chaya schreef:Daar verschillen wij dan in Teus.
Misschien begrijp ik je argument niet helemaal - hakken over de sloot - ik leg dat uit dat het op het allerlaatste moment in je leven is, begrijp ik dat goed?
God gaat met ieder een andere weg, dat is zeker waar.
Maar ik denk niet dat deze gelijkenis van de maagden is opgetekend om het zo uit te leggen, dan is de waarschuwing toch monddood gemaakt?

Ik bedoel te zeggen "met de hakken over de sloot" Vergeving van zonden, dus de Heilige Geest ontvangen maar toch een leven niet zo op God gericht en toch een eeuwig leven mogen verwachten.
Als je het verhaal echt bestudeert, betekenis van olie, de lamp, de tijd wanneer iemand de Heilige Geest ontvangt en de betekenis van "maagden" kun je niet anders concluderen dat de dwaze maagden bekeerd waren.
De werkelijke intentie van het verhaal begrijp ik ook niet helemaal, zoals ik zei vind ik het aannemelijk dat het om de verwachting van Jezus gaat maar ik ben daar niet van overtuigd. Ik heb mijn gedachte in die richting gehad en het een ander opgezocht en kwam het ook tegen maar heb nooit iets bevestigend vernomen. Ach weet je, onze zaligheid hangt er niet van af en straks weten we alles, denk niet dat we hier aan zullen denken, vragen hebben we niet meer.
„Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is.” 1 Kor.2:14a

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7094
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Chaya » 03 apr 2015 22:29

Teus schreef:Ik bedoel te zeggen "met de hakken over de sloot" Vergeving van zonden, dus de Heilige Geest ontvangen maar toch een leven niet zo op God gericht en toch een eeuwig leven mogen verwachten.
Als je het verhaal echt bestudeert, betekenis van olie, de lamp, de tijd wanneer iemand de Heilige Geest ontvangt en de betekenis van "maagden" kun je niet anders concluderen dat de dwaze maagden bekeerd waren.

Hoe kun je dit nu vasthouden als het zo eindigt?
Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten.
Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open!
En hij, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet.
God - de Bruidegom - kende hen niet, zij meenden dat zij bekeerd waren.
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Boerin
Generaal
Generaal
Berichten: 4535
Lid geworden op: 17 okt 2013 15:20

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Boerin » 04 apr 2015 07:32

Chaya schreef:Hoe kun je dit nu vasthouden als het zo eindigt?
Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten.
Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open!
En hij, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet.
God - de Bruidegom - kende hen niet, zij meenden dat zij bekeerd waren.

Ja dat komt door de doctrine van de opname. Een groep wordt opgenomen, de deur gaat dicht en dan kunnen die anderen zich nog bekeren en ervoor kiezen om het teken van het beest niet te nemen. Maar als je gelooft dat dat aan het eind is dan is er niet nog een kans. Het lijkt me dat ze wel wedergeboren waren, een keer het zondaarsgebed gezegd, maar verder niks, hun behoudenis niet uitgewerkt met vreze en beven.
Zach91
I'm a 23 year undergrad. I know everything, so it's futile to argue with me.

Gebruikersavatar
Marnix
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 24375
Lid geworden op: 03 dec 2002 23:50

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Marnix » 04 apr 2015 09:13

De boodschap wordt in Mattheus 25 drie keer uitgewerkt. In het verhaal over de tien maagden. De bruidegom zegt aan het eind: ik ken jullie niet. In het verhaal van de talenten. De meester zegt aan het eind: Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. En die nutteloze dienaar, gooi die eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt." ik ken jullie niet. In de gelijkenis van de talenten. En in wat Hij vertelt over de wederkomst. De schapen wprden van de bokken gescheiden, de bokken worden eeuwig gestraft. Mattheus 25 is wat dat betreft een ernstige waarschuwing. Ik snap niet hoe er gesteld kan worden dat de dwaze maagden ook wel behouden zijn. De bruidegom zegt niet: oh jullie zijn te laat maar ik zal jullie matsen. Of: nou ja, beter laat dan nooit. Mattheus 25 gaat over redding en verloren gaan.
“We need leaders not in love with money but in love with justice. Not in love with publicity but in love with humanity.
― Dr. Martin Luther King, Jr.”

Gebruikersavatar
mona
Majoor
Majoor
Berichten: 1990
Lid geworden op: 04 mei 2012 21:06

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor mona » 04 apr 2015 13:12

Teus schreef:v/d Worm schrijft het zo, ik vind het zeer aannemelijk zoals hij het uitlegt.
.....
Deze profetie van de Here Jezus slaat namelijk op de
Pinksteropwekking, die in het begin van de 20ste eeuw begon.....



Teus, even een vraagje aan jou:
Ik weet niet wie vd Worm is, maar bedoel je dat hij zegt dat de gelijkenis van
de vijf wijze en vijf dwaze maagden, speciaal door Jezus is bedoelt voor de opwekking uit de 20ste eeuw?

Eerlijk gezegd vind ik dit helemaal niet aannemelijk.
Het gaat wel over het voorbereid zijn, dus bekeerd zijn, als de Heere Jezus terug komt,
maar niet alleen voor de 20e eeuw, maar voor alle tijden.
Of heeft deze zienswijze met de opname te maken?
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand,
hoe staat het met mijn binnenkant?

Boerin
Generaal
Generaal
Berichten: 4535
Lid geworden op: 17 okt 2013 15:20

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Boerin » 04 apr 2015 13:41

Marnix schreef:De boodschap wordt in Mattheus 25 drie keer uitgewerkt. In het verhaal over de tien maagden. De bruidegom zegt aan het eind: ik ken jullie niet. In het verhaal van de talenten. De meester zegt aan het eind: Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. En die nutteloze dienaar, gooi die eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt." ik ken jullie niet. In de gelijkenis van de talenten. En in wat Hij vertelt over de wederkomst. De schapen wprden van de bokken gescheiden, de bokken worden eeuwig gestraft. Mattheus 25 is wat dat betreft een ernstige waarschuwing. Ik snap niet hoe er gesteld kan worden dat de dwaze maagden ook wel behouden zijn. De bruidegom zegt niet: oh jullie zijn te laat maar ik zal jullie matsen. Of: nou ja, beter laat dan nooit. Mattheus 25 gaat over redding en verloren gaan.

Omdat ik een droom heb gelezen van Ken Peters en die zag een man die zei dat hij het niet serieus had genomen en daarom de opname had gemist en toen ging ie een groep leiden in de opwekking tijdens de grote verdrukking. Dat staat toch ook in de Bijbel dat er dan nog mensen tot bekering komen. Alleen vind ik het nogal link om zo te redeneren. Och ik heb straks nog wel een kans, kan ik nu doen waar ik zin in heb en ook nogal onnozel. Als het je dan toch erom gaat dat je jezelf en dat je vlees zich lekker voelt nou zorg dan dat je hoofd er niet af gaat, afgezien van het feit dat dat nu ook kan met ISIS.
Maar ik weet niet of het daar wel op slaat want aan het eind van Openbaringen is er ook een bruiloft of nog steeds en dan is er geen kans meer.
Zach91
I'm a 23 year undergrad. I know everything, so it's futile to argue with me.

Gebruikersavatar
Teus
Majoor
Majoor
Berichten: 2417
Lid geworden op: 15 dec 2011 13:14

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Teus » 04 apr 2015 19:51

Teus schreef:Ja ik ben er van overtuigd dat de dwaze maagden behouden zijn. Je kunt glansrijk de Hemel binnen gaan maar ook met de hakken over de sloot.
Ik denk, dat is mijn mening en die telt eigenlijk niet, dat het gaat om de flauwheid van de verwachting van Jezus en de opname van de gelovigen.

Chaya schreef:Daar verschillen wij dan in Teus.
Misschien begrijp ik je argument niet helemaal - hakken over de sloot - ik leg dat uit dat het op het allerlaatste moment in je leven is, begrijp ik dat goed?
God gaat met ieder een andere weg, dat is zeker waar.
Maar ik denk niet dat deze gelijkenis van de maagden is opgetekend om het zo uit te leggen, dan is de waarschuwing toch monddood gemaakt?



De maagden, het was weliswaar op maar, hadden olie in de lampen, dat wijst op de Heilige Geest.
Het woord maagd staat voor reinheid, zuiverheid, kuisheid en zijn best nog wel bewoordingen die heel wat veronderstellen in dit verhaal.
De bruidegom kende hen niet.
Gezien deze wetenschap durf ik niet alleen aan de hand van dat de bruidegom hen niet kende te zeggen dat ze onbekeerd waren.
"Niet kennen" kan meerder betekenissen hebben, het kan b.v. ook betekenen "geen relatie hebben" o.i.d.
Kortom, ik durf geen uitgesproken mening te geven.

Het geldt ook voor de gelijkenis van "de verloren zoon", men beweerd wel dat het van de zoon de weg van de eerste bekering/zondekennis is terwijl het niet zo is.

Dit is de visie van J.N. Darby:
In de wereld vinden we twee categorieën van mensen:
1. zij die nooit van de weg van de waarheid en
het heil hebben gehoord en er daarom niet
openlijk in geïnteresseerd zijn;
2. zij die er wel van hebben gehoord en belijden
het aangenomen te hebben.
Maar de uitgangspunten van de laatste categorie
kunnen persoonlijk heel verschillend zijn. Een deel van
de tweede categorie heeft vaak als karaktertrek: “Zij
belijden God te kennen, maar zij verloochenen Hem
met de werken” (Tit. 1:16). Terwijl een ander deel
Hem echt dient en in waarheid Gods Zoon uit de hemel
en het koninkrijk van God verwacht.
Laatst gewijzigd door Teus op 04 apr 2015 20:03, 1 keer totaal gewijzigd.
„Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is.” 1 Kor.2:14a

Gebruikersavatar
Teus
Majoor
Majoor
Berichten: 2417
Lid geworden op: 15 dec 2011 13:14

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Teus » 04 apr 2015 20:02

Teus schreef:v/d Worm schrijft het zo, ik vind het zeer aannemelijk zoals hij het uitlegt.
.....
Deze profetie van de Here Jezus slaat namelijk op de
Pinksteropwekking, die in het begin van de 20ste eeuw begon.....



mona schreef:Teus, even een vraagje aan jou:
Ik weet niet wie vd Worm is, maar bedoel je dat hij zegt dat de gelijkenis van
de vijf wijze en vijf dwaze maagden, speciaal door Jezus is bedoelt voor de opwekking uit de 20ste eeuw?


Eerlijk gezegd vind ik dit helemaal niet aannemelijk.
Het gaat wel over het voorbereid zijn, dus bekeerd zijn, als de Heere Jezus terug komt,
maar niet alleen voor de 20e eeuw, maar voor alle tijden.
Of heeft deze zienswijze met de opname te maken?

Ja Mona, vd Worm doelt op de opname.
„Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is.” 1 Kor.2:14a

Gebruikersavatar
Teus
Majoor
Majoor
Berichten: 2417
Lid geworden op: 15 dec 2011 13:14

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Teus » 04 apr 2015 20:14

Marnix schreef: Ik snap niet hoe er gesteld kan worden dat de dwaze maagden ook wel behouden zijn. De bruidegom zegt niet: oh jullie zijn te laat maar ik zal jullie matsen. Of: nou ja, beter laat dan nooit. Mattheus 25 gaat over redding en verloren gaan.

Nee de bruidegom zegt: je bent hoer i.p.v. een maagd, ga weg hier en de Heilige Geest die je gekregen heb "terug ermee"

Omdat je kennelijk niet het verschil van de drie ziet.
„Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is.” 1 Kor.2:14a

Boerin
Generaal
Generaal
Berichten: 4535
Lid geworden op: 17 okt 2013 15:20

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Boerin » 04 apr 2015 21:02

Die link van Chaya naar die topics was handig.
Dit was de beste uitleg die ik toen had gevonden:

De dwaze hadden geen olie.
Olie is de Heilige Geest.
De lamp is Gods Woord inclusief Zijn Wet.
Het vat is de persoon, de ware gelovige.
Het is onmogelijk de Heilige Geest in de lamp te dragen. Hij moet binnenin de persoon/ het vat zijn.
De persoon moet geleid worden door de Heilige Geest om Gods wetten, zoals geopenbaard in het Woord in praktijk te brengen in zijn leven: hij moet wat olie uit zijn vat in de lamp doen om de lamp te laten werken. De daden van de persoon geven licht of leven aan de wet.
Hun lampen waren al uitgegaan staat er eigenlijk:
And the foolish said unto the wise, Give us of your oil; for OUR LAMPS ARE GONE OUT. (Matthew 25:8)
the verb "can also be translated as 'going out' (as the KJV margin implies)", thereby allowing the explanation that some oil MUST have been there to start with. That all sounds very nice, but that's not how it goes!
The Greek verb used here is "sbennuntai", the Present Passive Indicative of "sbennumi", which means: to quench, to extinguish, to put out. The Indicative mood presents a simple statement of fact.

De wijze wisten hoe en wanneer ze hun olie hadden gekregen. Ze leggen het uit aan de dwaze, het is hetzelfde advies wat Christus aan Laodicea gaf:
Ik raad u aan om van Mij te kopen goud wat in vuur gelouterd is. Het 'kopen' is bij God. Jesaja 55 Kom, koop wijn en melk zonder prijs.
Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal maaltijd met hem houden en hij met Mij: relatie, naar Zijn Woord luisteren en het doen.

Matteus 24:10-13
Omdat de wetteloosheid toeneemt zal de (agape) liefde van de meesten verkillen.

dwaas: moros, ook gebruikt in de dwaze man die zijn huis bouwde op het zand: Zijn Woorden horen en ze niet doen.
De wijzen deden wat Hij zei, hielden Zijn gebod: God liefhebben met geheel je hart, ziel en verstand en je naaste als jezelf.

1 John 2:10-11:
Wie zijn broeder liefheeft blijft in het Licht.
Zach91
I'm a 23 year undergrad. I know everything, so it's futile to argue with me.

Gebruikersavatar
mona
Majoor
Majoor
Berichten: 1990
Lid geworden op: 04 mei 2012 21:06

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor mona » 04 apr 2015 21:44

mona schreef:maar bedoel je dat hij zegt dat de gelijkenis van
de vijf wijze en vijf dwaze maagden, speciaal door Jezus is bedoelt voor de opwekking uit de 20ste eeuw?
Teus schreef:Ja Mona, vd Worm doelt op de opname.
Wat een vreemde zienswijze, nog nooit van gehoord. Onbijbels ook. Alsof het dan niet voor de mensen uit eeuw 0 t/m 19 heeft gegolden...
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand,
hoe staat het met mijn binnenkant?

Gebruikersavatar
Teus
Majoor
Majoor
Berichten: 2417
Lid geworden op: 15 dec 2011 13:14

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Teus » 04 apr 2015 22:26

mona schreef:maar bedoel je dat hij zegt dat de gelijkenis van
de vijf wijze en vijf dwaze maagden, speciaal door Jezus is bedoelt voor de opwekking uit de 20ste eeuw?
Teus schreef:Ja Mona, vd Worm doelt op de opname.
mona schreef:Wat een vreemde zienswijze, nog nooit van gehoord. Onbijbels ook. Alsof het dan niet voor de mensen uit eeuw 0 t/m 19 heeft gegolden...

Vind het ook vreemd maar heb me er verder niet in verdiept wat hij eigenlijk bedoeld, er is nog meer te bestuderen wat hij zegt maar heeft m.i. niet direct te maken met deze gelijkenis.
„Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is.” 1 Kor.2:14a

Gebruikersavatar
Marnix
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 24375
Lid geworden op: 03 dec 2002 23:50

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Marnix » 04 apr 2015 23:22

Teus, Jezus zegt: ik heb u nooit gekend. De maagden staan voor mensen die met het evangelie bekend waren en desondanks niet ingaan tot het grote feest. Jezus zegt: niet ieder die Heere Heere zegt zal het koninkrijk binnengaan. Je enige argument is dat ze maagden worden genoemd en dat staat voor reinheid en zuiverheid. Maar waarom kwamen ze dan te laat op de bruiloft? Het gaat er om dat ze uitgenodigd waren voor de bruiloft maar er mst hun voorbereidingen geen rekening mee hielden.
“We need leaders not in love with money but in love with justice. Not in love with publicity but in love with humanity.
― Dr. Martin Luther King, Jr.”

mohamed

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor mohamed » 04 apr 2015 23:41

God oordeelt het hart en wij moeten het doen met woorden en daden.

Gebruikersavatar
Teus
Majoor
Majoor
Berichten: 2417
Lid geworden op: 15 dec 2011 13:14

Re: De schijnbekeringen

Berichtdoor Teus » 05 apr 2015 13:56

Marnix schreef:Teus, Jezus zegt: ik heb u nooit gekend. De maagden staan voor mensen die met het evangelie bekend waren en desondanks niet ingaan tot het grote feest. Jezus zegt: niet ieder die Heere Heere zegt zal het koninkrijk binnengaan. Je enige argument is dat ze maagden worden genoemd en dat staat voor reinheid en zuiverheid. Maar waarom kwamen ze dan te laat op de bruiloft? Het gaat er om dat ze uitgenodigd waren voor de bruiloft maar er mst hun voorbereidingen geen rekening mee hielden.

Nee ik argumenteerde ook dat ze de Heilige Geest ontvangen hadden.

Hier een geweldige uitleg Door Watchman-Nee, een preek op zich, werd er blij van.

Uit: The King and the Kingdom of Heaven 

 
De Wijze en de Dwaze Maagden (Mattheüs 25:1-13) Deze gelijkenis kan worden onderverdeeld in zeven delen: (1) de tien maagden die uitgaan om de bruidegom te ontmoeten (v.1); (2) de twee verschillende soorten maagden (v.2-4); (3) hun geschiedenis (v.5-7); (4) het ontdekken van een tekort (v.8-9); (5) het onderscheid (v.10); (6) het verzoek van de dwaze maagden (v.11-12); (7) de les (v.13). 
 
v.1 ‘Dan’ verwijst naar de tijd van de parousia (de opname of wederkomst). ‘Het Koninkrijk der hemelen’ en niet de Gemeente is hier aan de orde. Het Koninkrijk der hemelen is de sfeer van de gerechtigheid van God, de sfeer of het gebied waarin God regeert. ‘Maagden’ zijn christenen; en de ‘bruidegom’ is de Here Jezus. Het getal ‘tien’ is in de Schrift een getal dat, zoals we hieronder zullen gaan zien, de meerderheid van een geheel weergeeft. Er zijn in totaal vier getallen in de Bijbel die volmaaktheid representeren: ‘drie’ (de volmaaktheid van God); ‘zeven’ (de volmaaktheid in de tijd, tijdelijke volmaaktheid); ‘tien’ (de volmaaktheid van de mens); en ‘twaalf’ (de volmaaktheid der eeuwen, eeuwige volmaaktheid). In Openbaring 21 komen we het getal twaalf vaak tegen: 12 poorten, 12 parels, de namen van de 12 apostelen, de 12 stammen van Israël, de 12 kostbare stenen, en de hoogte van de muur [144 is 12 maal 12]. Vóór hoofdstuk 21 zien wij altijd het getal zeven in het boek Openbaring. Maar wanneer de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (het onderwerp van hoofdstuk 21) een aanvang nemen, gaat alles per twaalf. Drie is het getal van God en vier is het getal van de mens. Drie plus vier is zeven (het getal van God plus het getal van de mens), hetgeen een deelbaar getal is en dus de tijdelijke volmaaktheid vertegenwoordigt. Drie vermenigvuldigd met vier is twaalf (Gods getal vermenigvuldigd met het getal van de mens). Dit getal is niet meer onder te verdelen in vier en drie, en dus staat dit getal staat voor de eeuwige volmaaktheid, het spreekt van het feit dat God en Zijn schepping voor eeuwig één geworden zijn (God aangevuld met Zijn schepping). Tien is iets minder dan het volmaakte getal twaalf. Door er twee aan toe te voegen krijg je het volmaakte getal twaalf: in dit verband kunnen wij opmerken dat de twee vrouwen die aan het malen zijn met de molen in Mattheüs 24:41 de levende gelovigen vertegenwoordigen, terwijl de tien maagden in hoofdstuk 25 de dode gelovigen vertegenwoordigen (zij werden allen slaperig en sliepen in). De Bijbel gebruikt het getal twaalf in zowel het Grieks als het Hebreeuws meestal in de vorm van tien plus twee: tien is dan het merendeel en twee het ‘overblijfsel.’ Bijvoorbeeld: tien broers en twee broers (Gen. 42: 3-4); tien verspieders en Jozua en Kaleb (Num. 14: 37-38); de profeet Achia scheurde zijn nieuwe mantel in twaalf stukken en verdeelde hem in tien en twee stukken, symbolisch voor de scheuring van het rijk in de tien en de twee stammen (I Kon. 11:29-31); het geschil tussen de tien discipelen enerzijds en de twee discipelen anderzijds (Matt. 20:24) ‘Maagden’ - In een gelijkenis kan men maagdelijkheid niet letterlijk nemen. De maagden vertegenwoordigen ons, de nieuw-geschapenen in Christus. Het wijst meer op het idee van ‘verborgen’ zijn dan op kuisheid, want getrouwde vrouwen kunnen ook kuis zijn. De term ‘maagden’ kan niet verwijzen naar de Joden of de ongelovigen; alleen christenen kunnen deze term gebruiken voor zichzelf. Het doel van deze maagden is uitgaan met hun lampen om de bruidegom te ontmoeten. In de Bijbel kan het woord ‘lamp’ verschillende betekenissen hebben: 
 
    (1) het woord van God (Ps. 119:105); 
    (2) het profetische woord (II Petr. 1:19); en 
    (3) het getuigenis van de christen naar buiten toe (Matt. 5:14-16). 
 
Hier wordt geen kaars gebruikt omdat een kaars zijn eigen was gebruikt om licht te geven, terwijl olie van buitenaf in een lamp gegoten wordt om hem licht te kunnen laten geven. Dus het uitwendige zichtbare getuigenis van een christen hoort te zijn: uitgaan om de bruidegom te ontmoeten. Net als bij het breken van het brood gedenken wij niet alleen het volbrachte werk van de Here maar ook dat de dag van Zijn wederkomst nabij is. 
 
v.2-4 Twee soorten maagden. Veel commentatoren bestempelen de dwaze maagden als de verlorenen, maar er zijn zoveel ijzersterke bewijzen om zulk een interpretatie als onjuist te kunnen verwerpen dat wij er slechts vijftien zullen noemen, die tevens dienen als belangrijke bewijzen voor het feit dat deze dwaze maagden gered zijn:
 
    (1) Deze vijf dwazen zijn maagden. Zelfs tot aan vers 11 worden zij maagden genoemd. Nergens in de gelijkenis vraagt de Here zich af of zij wel maagden zijn; integendeel, Hij erkent dit feit telkens weer. 
    (2) Er is licht in hun lampen (v,8). Dit licht bleef schijnen tot middernacht. En toen begonnen hun lampen uit te gaan; maar ze waren nog niet helemáál uitgegaan. En dus hebben deze maagden ‘goede werken’ waarmee zij hun Vader die in de hemelen is verheerlijken (Matt. 5:16), door de Heilige Geest die in hen is; maar nu gaan hun lampen uit. 
    (3) Zij gaan allen uit om de bruidegom te ontmoeten. De verlorenen zullen nooit in staat zijn om uit te gaan om de bruidegom te ontmoeten. Zullen bandieten ooit hun fakkels aansteken om uit te gaan om de regeringstroepen te ontmoeten? 
    (4) ‘En midden in de nacht klonk een geroep, ... gaat uit hem tegemoet!’ - de roep geldt voor alle tien maagden. De aartsengel zal heus niet de verkeerde mensen roepen, en de Here zal ook geen verkeerde woorden gebruiken. 
    (5) Er zit olie in hun lampen, ook al wordt toegegeven dat er geen olie in hun kruiken zit. Olie is een beeld van de Heilige Geest, en daarom moeten deze dwaze maagden gered zijn. 
    (6) ‘Toen stonden al die maagden op’ (v.7). Dit wijst op slechts één opstanding waaraan zij alle tien deelhebben. Want merk op dat er duizend jaar tussen de opstanding van de geredden en de verlorenen zit. 
    (7) De vijf wijze maagden gaan in met de bruidegom (v.10); daarna komen ook de dwaze maagden (v.11). Zij worden allen opgenomen in de lucht waar de Here is, maar de dwazen kunnen daarna niet deelnemen aan het bruiloftsfeest.
    (8) Het verschil tussen de vijf wijze en de vijf dwaze maagden zit hem in hun wandel en werken als christen tijdens hun dagen op aarde, en niet in hun aard - want allen zijn zij maagden, en er wordt geen onderscheid gemaakt tussen echte en valse maagden. Het enige verschil is dat er maagden zijn die wijs zijn en maagden die dwaas zijn. Dwaas zijn betekent niet dat men niet gered is. 
    (9) Omdat de bruidegom uitbleef (v.5) gingen de lampen van de dwazen uit. Als de bruidegom niet uitgebleven was zouden de dwazen waarschijnlijk met de wijzen naar binnen hebben kunnen gaan. 
    (10) De vijf dwaze maagden zijn van het begin af aan tot aan het einde maagden. 
    (11) ‘Koopt voor uzelf’ (v.9). Voor de verlorenen kan het geen zaak van ‘kopen’ zijn, maar een zaak van ‘vragen,’ omdat genade vrijelijk gegeven wordt. 
    (12) Als de vijf dwaze maagden niet gered zijn, dan lijkt het er volgens deze interpretatie op dat zij na hun dood nog een kans krijgen om gered te worden, omdat de wijze maagden hen de raad geven olie te kopen. 
    (13) Als de dwaze maagden niet gered zijn, zouden de vijf wijze maagden dan gezegd hebben: ‘Neen, er mocht niet genoeg zijn voor ons en voor u?’ Als de dwaze maagden echt niet gered zijn, dan zijn de wijze maagden het aan de dwaze maagden verplicht elke prijs te betalen om hen te kunnen helpen; want hoe kunnen ze werkloos toekijken en niets doen voor degenen die verloren dreigen te gaan?      
    (14) ‘Waakt dan,’ zegt de Here (v.13). Om waakzaam te kunnen zijn is het nodig het leven van de Here in het hart te hebben. Als de vijf dwazen niet gered zijn kunnen zij niet vermaand worden om te waken maar moet hen worden aangeraden zich te bekeren. 
    (15) In tegenstelling tot de gelijkenis van het koninklijke bruiloftsmaal in Mattheüs 22, dat gericht is tot de verlorenen, wordt de gelijkenis van de vijf wijze en dwaze maagden gesproken tot de discipelen. Mattheüs 22 handelt over de vraag van gered worden of verloren gaan, maar daarover gaat het in Mattheüs 25 niet. Een ieder die gebonden en buitengeworpen wordt in Mattheüs 22 is volkomen hulpeloos, maar de vijf dwaze maagden die buitengesloten worden zijn daarna nog redelijk vrij. De eerste gelijkenis gaat over de winst of het verlies van de koning, terwijl de andere gelijkenis over de winst of het verlies van de tien maagden gaat. De ene gelijkenis wijst op de heerlijkheid van de koning, de andere op het welzijn van de maagden. Bij het uitleggen van de Schrift richten gelovigen zich vandaag de dag bijna uitsluitend op de vraag of men gered wordt of niet, terwijl zij zich niet realiseren dat er ook nog de net zo belangrijke vraag is van het koninkrijk, nadat men gered is. De wijzen en de dwazen zijn niet verschillend van aard, maar alleen in hun werken en wandel voor de Here. Er is één plaats in het Nieuwe testament die dit kan bewijzen, en daarvoor moeten wij kijken naar Mattheüs 7:24-26. De verstandige man doet de woorden van de Here, maar de dwaze man gehoorzaamt ze niet. De rots staat voor de woorden van de Here, maar het zand staat voor menselijke plannen en ideeën. Bouwen op de rots is alles doen overeenkomstig Gods woord; bouwen op zand is werken aan de hand van eigen ideeën. ‘De vreze des Heren is het begin der wijsheid’ (Spr. 9:10). Het is dus wijs om met een eenvoudig hart God te dienen, maar het is dwaas om tegen Hem te rebelleren. Het zeggen van: ‘misschien,’ of ‘naar mijn mening,’ is werkelijk dwaas. Doen wat God zegt moge dan misschien dwaas lijken in de ogen van de mensen, maar in Gods ogen is het de ware wijsheid. In slechts twee punten verschillen de twee soorten maagden van elkaar: 
 
    (1) de wijze maagden hebben olie in hun kruiken, de dwazen niet; en 
    (2) de wijze maagden gingen de bruiloftszaal binnen terwijl de dwaze maagden buitengesloten werden. 
 
Er zijn veel overeenkomsten tussen de wijze en de dwaze maagden, zoals: zij zijn allemaal:
 
    (1) maagden, zij hebben allemaal 
    (2) lampen (hun uitwendig getuigenis), zij laten allemaal ...
    (3) hun licht schijnen voor de mensen (een wandel die God verheerlijkt), zij hebben allemaal ...
    (4) olie (de Heilige Geest), zij gaan allemaal ...
    (5) uit om de bruidegom te ontmoeten (waken en wachten), allemaal ...
    (6) slapen ze, zij horen allemaal ...
    (7) de roep midden in de nacht, allemaal ...
    (8) staan zij op (de opstanding), en alle maagden ...
    (9) brachten haar lampen in orde (het gebruik maken van de aanwezige olie) 
 
Maar hoeveel overeenkomsten zij ook hebben, en hoe gering de verschillen tussen hen ook mogen zijn, de gevolgen voor elke groep zijn zeer verschillend. Hoe zorgvuldig moeten wij dan wel niet zijn! Wat de oorzaak ook moge zijn, dit is het gevolg. Het verschil van vandaag veroorzaakt het verschil van morgen. Het hebben van heerlijkheid of schande in de toekomstige eeuw wordt vandaag beslist. ‘De dwaze namen ... geen olie mede’ (v.3) - Dat betekent: de dwaze maagden namen naast de olie die zij al in hun lampen hadden geen extra olie mee in kruiken. De wijze maagden hadden extra olie in hun kruiken. Olie in de lamp spreekt van de Heilige Geest die in iedere wedergeboren mens woont. Een christen, zelfs een beginneling, heeft de Heilige Geest in zich (Ez. 36:26-27; Ef. 1:13). ‘De geest van de mens is een lamp des Heren, doorzoekende al de schuilhoeken van het hart’ (Spr. 20:27). ‘Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe’ (Rom. 8:9). ‘Of zijt gij niet zo zeker van uzelf, dat Jezus Christus in u is? Want anders zijt gij verwerpelijk’ (II Kor. 13:5b). ‘En hieraan onderkennen wij dat Hij in ons blijft: aan de Geest, die Hij ons gegeven heeft’ (I Joh. 3:24). ‘Hieraan onderkennen wij dat wij in Hem blijven en Hij in ons, dat Hij ons van Zijn Geest gegeven heeft’ (I Joh. 4:13). De Here woont dus in ons door Zijn Geest. Maar olie in de kruik hebben is iets meer dan alleen de inwoning van de Heilige Geest; het spreekt van het vervuld zijn met de Heilige Geest. De inwonende Geest wordt ontvangen bij de wedergeboorte, maar de vervulling met de Heilige Geest vindt plaats door deze steeds weer opnieuw te zoeken na de wedergeboorte. Iedere gelovige heeft de Heilige Geest, maar niet alle gelovigen zijn vervuld met de Heilige Geest. Een kruik is iets anders dan een lamp. Maar de nadruk wordt hier niet op de kruik gelegd. Omdat olie een vloeistof is moet het worden bewaard in een kruik. God wil dat wij helemaal vol worden, en niet dat wij alleen olie in de lamp hebben. Om dit te bereiken is het niet genoeg dat wij onze lampen in orde gaan brengen of versieren, want God kijkt of er extra olie in de kruik zit. Maar de aandacht van de gelovige wordt meestal getrokken naar het uiterlijk van de lamp. Hoe minder olie men heeft, des te meer zal men zorg gaan dragen voor het uitwendige, het uiterlijk. Desalniettemin is het in orde brengen van de lamp geen goed vervangingsmiddel voor de olie. Wij denken dat het ontvangen van olie genoeg is, maar God wil dat wij het tweemaal ontvangen. De tweede keer verschilt van de eerste keer, want de eerste keer geeft Hij de olie voor niets, maar bij de tweede keer moet er een prijs voor worden betaald. Als iemand de prijs niet wil betalen - zichzelf verloochenen en ernstig zoeken - dan zal hij de olie geen tweede keer ontvangen. Laten wij dus waakzaam zijn. Vandaag kunnen de mensen misschien niet ontdekken of wij de olie tweemaal hebben ontvangen; en misschien wandelen wij nu zonder al teveel moeilijkheden door het leven heen, maar op die toekomstige dag zullen wij aan onszelf ontdekt worden. dan zal onze ware toestand openbaar worden. Zijn wij bereid om de prijs te betalen? Het vervuld zijn met de Heilige Geest is de voorwaarde om opgenomen te worden. Net zoals een ballon opstijgt als deze vol met helium zit, zo zullen zij die vervuld zijn met de Heilige Geest opgenomen worden. Laten wij daarom de prijs betalen om extra olie in de kruik te kunnen krijgen, want anders zullen wij eindigen als de vijf dwaze maagden. 
 
v.5-7 Deze verzen vormen het derde deel van deze gelijkenis en zij delen ons mede wat de geschiedenis van de maagden is, wat er met hen gebeurde en hoe zij handelden. Geestelijke dwaasheid wordt misschien niet gauw opgemerkt in de wereld, maar het uitblijven van de Here is een ware vuurproef. In het begin ontvangen zowel de wijze als de dwaze maagden hetzelfde licht. En de dwaze maagden lachen de wijze maagden misschien wel uit omdat zij zoveel extra olie met zich meeslepen. O, hoevelen zijn er niet die in het begin geschikt zijn voor de opname, maar die er zelf de oorzaak van zijn dat zij deze ‘geschiktheid’ weer kwijtraken! Dit wordt veroorzaakt door het uitblijven van de Here. Ja, het is de slechte slaaf die denkt dat zijn Heer uitblijft (Matt. 24:48-49); het tegengestelde echter zien wij bij de vijf dwaze maagden die denken dat de Here eerder komt! De gelijkenis van de slechte slaaf leert ons dat wij bereid moeten zijn om de Here vandaag te ontmoeten, terwijl de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden ons leert dat wij ons moeten voorbereiden op het onverwacht uitblijven van de Here. Als de Here nog 56 jaar op zich laat wachten, bent u dan nog steeds klaar om Hem te ontmoeten? Wees waakzaam, kijk goed of uw lamp ook tot na middernacht kan blijven branden, want de Here kan later komen dan u verwacht. Veracht de beproeving van de Here niet. Het nut van de extra olie in de kruik wordt duidelijk aangetoond door het uitblijven van de Here. Waar hier dus de nadruk op wordt gelegd is niet het branden van de lamp in het begin, maar of er extra olie in de kruik is om de lamp langer te kunnen laten branden. Natuurlijk is de bruidegom de Here Jezus. ‘Terwijl de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig’ - Omdat dit een gelijkenis is moet dit uiteraard geestelijk worden geïnterpreteerd. Slaap kan in de Schrift de volgende twee betekenissen hebben: 
 
    (1) geestelijk afvallen (Rom. 13:11-14, I Thess. 5:6); of 
    (2) de dood (I Thess. 4:13, Joh. 11:11-14). 
 
In deze gelijkenis kan het geen geestelijke val betekenen omdat (a) de wijze zowel als de dwaze maagden in slaap vallen; (b) de slaap hier niet belangrijk is omdat de wijze maagden er niet negatief door worden beïnvloedt; (c) de Here bestraft hen niet voor het in slaap vallen, Hij negeert het zelfs; en (d) wij moeten de les in vers 13 opmerken waarin de Here Zijn toehoorders vermaand te waken zoals de wijze maagden dat gedaan hadden. Om deze redenen betekent de slaap hier geen geestelijk verval maar lichamelijke dood. ‘Maar te middernacht klonk een geroep’ - Sommigen zeggen dat dit wijst op een vernieuwde belangstelling voor de studie van de profetieën en de prediking van de wederkomst aan het begin van de negentiende eeuw. Dat klinkt aantrekkelijk, maar helaas ontwaken de maagden niet uit zichzelf. Zij worden wakker nadat de bruidegom zelf ingrijpt. Dus moet de middernachtsroep nog klinken, en dat zal gebeuren bij het roepen van de aartsengel en bij het klinken van de bazuin van God (I Thess. 4:16; I Kor. 15:52). Het roepen van de aartsengel dient om mensen wakker te maken, en het klinken van de bazuin dient om de mensen bij elkaar te roepen. Dus staan al degenen die horen (de tien maagden) voor alle overleden gelovigen. ‘Zie, de bruidegom! Gaat uit, hem tegemoet’ - Omdat beide kanten bij elkaar komen (de bruidegom en de maagden) zullen zij elkaar ontmoeten in de lucht. ‘Toen stonden al die maagden op’ - Dit bewijst dat alle overleden gelovigen samen opstaan uit de dood. In de gelijkenis lijken de maagden tijd te hebben om over bepaalde dingen te praten, maar volgens I Korinthiërs 15:52 gebeuren deze dingen in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, zodat er geen tijd is om een gesprek aan te gaan. Wij moeten echter begrijpen dat wij hier met een gelijkenis te maken hebben, en in gelijkenissen komt vaak een tijds-element voor dat er in werkelijkheid niet is. Neem bijvoorbeeld de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard (Matt. 20:1-16); daar ontstaat een geschil tussen de Here en degenen die het vroegst begonnen waren met werken in de wijngaard maar die het laatst uitbetaald werden. Zulk een woordenstrijd met de Here is in werkelijkheid niet mogelijk. Hetzelfde gebeurt in de gelijkenis van het koninklijk bruiloftsmaal in Mattheüs 22. Als wij de gelijkenissen bestuderen moeten wij dus letten op de lessen die zij ons willen leren en niet zoveel op details. 
 
v.8-9 Het vierde deel van de gelijkenis gaat over het feit dat de dwaze maagden ontdekken dat zij te weinig olie hebben, vanwege het uitblijven van de bruidegom. Zijn uitblijven dient ertoe de wijze en de dwaze maagden te testen. De dwaze maagden vonden ongetwijfeld dat de wijze maagden het zichzelf te moeilijk maakten door zoveel extra olie in kruiken met zich mee te dragen, maar nu merken ook zij dat ze meer olie nodig hebben, en daarom vragen ze de wijze maagden of ze wat olie kunnen missen. De Heilige Geest Zelf kan geschonken worden als gave (Hand. 8:17, 19:6; I Tim. 4:14; II Tim. 1:6), maar de volheid van de Geest kan niet worden overgedragen. Het is niet genoeg om te vragen om de Heilige Geest. De olie kan absoluut niet gedeeld worden met anderen, zelfs niet met ouders, broers en zussen, of vrienden. Geestelijke volheid krijgt men alleen door er de prijs voor te betalen. ‘Namaak-geestelijk leven’ kan vandaag voor echt doorgaan, maar op die dag kan het de test niet doorstaan. Vervuld worden met de Heilige Geest vereist gemeenschap met de Here en het ernstig zoeken naar Hem door alle andere dingen los te laten, op te geven. Hoeveel wij ook optrekken met geestelijke mensen, wij delen niet automatisch in hun olie. Licht kan geleend worden, maar olie niet. ‘Neen, er mocht niet genoeg zijn voor ons en voor u’ - Met andere woorden, de wijze maagden kunnen geen hulp verlenen, want in deze situatie is hulp onmogelijk. De Here staat hier een zekere mate van heilige zelfzucht toe. Wij moeten altijd sympathiek zijn naar anderen toe, maar wij kunnen het ons toch niet veroorloven dwaas te zijn omdat anderen dwaas zijn? Zouden wij niet een zekere mate van heiligheid voor de Here moeten bewaren? ‘Er mocht niet genoeg zijn voor ons en voor u’ - het zal voor beiden verlies betekenen; en bovendien zal de andere partij helemaal niet geholpen worden. ‘En koopt voor uzelf’ - Dit advies ontsluit voor ons een groot aantal waarheden: 
    (1) In ieder geval is er op dat moment nog tijd om olie te kopen. Maar merk op dat dit niet wijst op een kans voor de opgestane doden om alsnog gered te worden, want de opstanding van de verlorenen vindt plaats op een ander tijdstip. 
    (2) Dit advies wil echter niet zeggen dat de olie van de wijze maagden voor een prijs was gekocht. Luie, trage mensen worden niet vervuld met de Geest. 
    (3) Om vervuld te worden met de Geest moet er een prijs worden betaald. Het moet gekocht worden, men moet er niet om smeken. Men moet ook weten wat er gekocht moet worden. Wie gaat er naar een winkel om iets te kopen, maar weet niet wat hij kopen wil als hem gevraagd wordt wat hij wil hebben? Desalniettemin zijn veel christenen zo omdat (a) zij zich niet realiseren dat dat het nodig is om olie te kopen, (b) zij weten niet wat de prijs is, en (c) zij willen de prijs niet betalen. Gelovigen beseffen vandaag de dag niet hoe noodzakelijk het is om vervuld te zijn met de Heilige Geest. De olie in de lamp is niet genoeg om de lamp tot na middernacht te laten branden; alleen de olie in de kruik is genoeg. De meeste christenen hebben na het ontvangen van het Nieuwe Verbond nieuwe verlangens gekregen, maar geen nieuwe kracht. Het is erg pijnlijk nieuwe verlangens te hebben zonder de kracht om ze te verwezenlijken. Dit toont aan dat het nodig is vervuld te worden met de Geest. Omdat het nodig is, is er ook een reden om de prijs te betalen. Voor men een toren begint te bouwen moet men de kosten berekenen, en voor men een oorlog begint moet men eerst nagaan of men genoeg soldaten heeft (Luc. 14:25-35). Velen schrikken er voor terug om een hoge prijs te betalen, maar zij vergeten hoe essentieel de olie is. De prijs die een ieder betalen moet kan verschillen. Sommigen moeten misschien iets opgeven. Eén ding is zeker, de olie kan niet worden gekocht zonder een prijs te betalen. Het is niet gratis, en men krijgt de olie ook niet om aan persoonlijke belangen tegemoet te komen maar om God te verheerlijken en om Zijn werk te kunnen doen. Hoevelen zijn er niet die zichzelf willen versieren met gaven en kracht, maar God geeft dit niet om de mens te verhogen. Mensen weten misschien wat de prijs is die zij moeten betalen, maar zij behoren in ieder geval te weten dàt er een prijs moet worden betaald. Afrekenen met de zonde is uiteraard een voorwaarde. Als met de zonde niet wordt afgerekend dan kan er helemaal geen sprake zijn van het betalen van een prijs. Maar het belijden van zonden is niet het betalen van een prijs, want zonden belijden is het minimale wat iedereen sowieso moet doen; bedenk dat zelfs de vijf dwaze maagden met de zonde hebben afgerekend. 
    (4) Betaal de prijs - dit is een zaak van het betalen van de juiste prijs voor de juiste waar. De hoogte van de prijs die betaald wordt bepaalt hoeveel olie men krijgt. Het kruis en de Heilige Geest kan men niet scheiden. Laat het sterven van Jezus in uw lichaam openbaar worden (II Kor. 4:8-11), want het kruis zal een lege plaats in u bereiden zodat de kracht van het Nieuwe Verbond hem kan opvullen. De volheid van het Nieuwe Verbond is veeleer een feit dan een bewust gevoel - net zoals de hartslag een feit is, ook al wordt men deze niet altijd gewaar. Gods eniggeboren Zoon wordt ons vrijelijk door de Vader gegeven, maar de olie in de kruik moet worden gekocht. Er zijn vier dingen in de Bijbel die moeten worden gekocht: (a) ‘Koop waarheid’ (Spr. 23:23). Om de waarheid te weten te komen moet men de waarheid doen en haar ernstig zoeken. (b) ‘... raad Ik u aan van Mij ... te kopen ... goud, dat in het vuur gelouterd is ...’ Dit kopen van gelouterd goud, witte klederen, en ogenzalf kan niet door de verlorenen worden gedaan, want God kan de verlorenen niet vragen te kopen. Laodicea is dan ook een gemeente. ‘Goud ... in het vuur gelouterd’ is een geloof dat door beproevingen is heengegaan en niet overwonnen is. Het is het geloof dat de omstandigheden overwint I Petr. 1:7). God staat toe dat u door beproevingen gaat om u te laten zien dat Hij van u houdt, en ook opdat Hij wordt verheerlijkt tegenover Satan (zoals in het geval van Job). (c) ‘Koop ... witte klederen’ (Openb. 3:18) - In Openbaring wordt gesproken over twee soorten witte klederen: de witte klederen die wij van God ontvangen hebben, die een beeld zijn van de Here Jezus zelf. Wij zijn bekleed met Christus, en dus zijn wij gereinigd. Wie dit witte kleed niet heeft is niet gered; en de blinkende witte klederen (fijn linnen) die wij dragen voor Gods troon, klederen die de rechtvaardige daden der heiligen vertegenwoordigen (Openb. 19:8), daden die het resultaat zijn van het werk van de Geest van God in ons. Wie dit kleed niet heeft is naakt voor God en zal geen beloning ontvangen. (d) ‘Koop ... ogenzalf’ (Openb. 3:18) - Dit is de openbaring van de Heilige Geest, zonder welke niemand werkelijk ziet. 
    (5) Een advies als in vers 9 suggereert dat de olie gekocht moet worden. Vervuld worden met de Geest is niet iets wat u kunt beslissen. Vroeg of laat moet u met de Geest worden vervuld. Denk niet dat degenen die als de vijf wijze maagden zijn tot extremiteiten zijn vervallen. Op een dag zal God u tot ‘extremen’ dwingen: want Efeziërs 5 is een gebod. 
    (6) ‘Gaat liever naar de verkopers’ - Waar kunnen ze de olie kopen? We kunnen dit alleen zien als een bewijs dat zij een prijs moeten betalen om de olie te krijgen. 
    (7) Het advies in vers 9 gaat ook in op de volgende vraag: hoe kan er lijden zijn na de opstanding? De gedachte dat er na de opstanding geen lijden meer is klopt niet. Want allen die zullen lijden in de poel van vuur en zwavel zullen ook uit de dood zijn opgestaan. Sommige mensen worden opgewekt om het leven te genieten, terwijl anderen worden opgewekt om te lijden onder de eeuwige dood. Als iemand tijdens zijn levensdagen er niet in geslaagd is om zichzelf te beheersen en geduldig te zijn, dan zal zijn dood hem niet automatisch veranderen. Want laten wij bedenken dat de lusten, de trots, en de zelfzucht van de rijke man in de gelijkenis van Lucas bij hem blijven in Hades (16:19-31). En dus zien wij dat alle tien maagden nadat zij zijn opgestaan hun lampen in orde brengen. Maar de opmerking ‘onze lampen gaan uit’ van de vijf dwaze maagden in vers 8 toont aan dat de lampen niet helemaal uit zullen gaan. God geeft ons leven, voor eens en altijd. Hoewel in de ervaring van een christen het er vele malen op lijkt dat de lamp uitgaat, verlaat de Heilige Geest ons nooit: Hij zal ons niet verlaten, zelfs als wij ontrouw zijn. 
 
v.10 Het vijfde deel van de gelijkenis gaat over de scheiding tussen de wijze en de dwaze maagden. ‘Doch terwijl zij heengingen om te kopen’ - de dwaze maagden moeten olie hebben; maar terwijl zij weggaan om olie te kopen komt de Here; en alleen zij die klaar zijn gaan met Hem de bruiloftszaal binnen. Het hele probleem gaat dus over de vraag of men klaar is. Maar ook al zijn ze niet klaar, toch blijven ze maagden; want velen zijn echte christenen, maar weinigen zijn klaar. ‘Gingen met hem de bruiloftszaal binnen’ - (zie ook Openb. 19; 7 en 9). De bruid is het Nieuwe Jeruzalem; allen die zijn uitverkoren door God om één te zijn met Hem - gelovigen uit de bedeling van het Oude en Nieuwe Testament. De bruid in Openbaring 19 verschijnt voor het duizendjarig rijk, terwijl de bruid in openbaring 21 na het duizendjarig rijk verschijnt. Er is dus een gat van duizend jaar. Omdat men maar eenmaal bruid wordt is het duidelijk dat het bruiloftsfeest duizend jaar duurt. ‘Bruiloftsfeest’ - Dit houdt in het samen zijn met de bruidegom en zich samen verheugen. Deze vreugde is zeer speciaal, en daarom zegt Openbaring 19: ‘zalig zij, die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal des Lams’ (v.9). Het ‘zalig’ in Openbaring 20:6 echter, heeft betrekking op heersen, en dit lijkt hetzelfde te zijn als het maaltijd houden en heersen in Openbaring 3:20-21. In totaal wordt er in het boek Openbaring zeven maal het woord ‘gezegend of zalig’ gebruikt. Waarom spreekt Mattheüs 25 niet over de bruid? Om de eenvoudige reden dat de bruid corporatief is (een heel lichaam), terwijl de maagden in deze gelijkenis als individuen worden gezien. De bruid kan men niet zien als vijf en vijf. ‘En de deur werd gesloten’ - Dit is de deur van het Koninkrijk, de ingang tot de vreugde van het feestvieren met de bruidegom. 
 
v.11-12 Het verzoek van de dwaze maagden vormt het zesde deel van de gelijkenis. Zij zijn terug met nieuwe olie. Houd in gedachten dat zowel de vijf wijze als de vijf dwazen:
 
    (1) maagden zijn, 
    (2) olie in hun lampen hebben, 
    (3) uitgaan om de bruidegom te ontmoeten, 
    (4) in slaap vallen terwijl zij wachten, en 
    (5) opstaan en hun lampen in orde maken als zij de roep horen: zie, de bruidegom, gaat uit hem tegemoet! Maar nu hebben beiden    
         ook olie in hun kruiken. 
 
Het enige verschil is het tijdstip waarop ze de extra olie hebben. Denk er aan hoe de Here eens twee discipelen vermaande op de weg naar Emmaüs, zeggende: ‘O onverstandigen en tragen van hart, dat gij niet gelooft alles wat de profeten gesproken hebben!’ (Luc. 24:25) En ook hoe Hij tegen Thomas zei: ‘Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven’ (Joh. 20:29). De zaak van snelheid of traagheid is een zeer belangrijke. Weten wij niet dat allen die lijden zullen in de vuurpoel eenmaal zullen moeten geloven, maar dat zij dan te laat geloven? ‘Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad’ (Ef. 5:15-16). De dwaze maagden maken geen gebruik van de gelegenheid, zij gebruiken hun tijd niet goed, maar de wijze maagden doen dat wèl. De wijze maagden zijn vervuld met de Heilige Geest. Laten wij er aan denken dat wij allemaal eens vervuld moeten zijn met de Geest. Waarom dan niet nu? Waarom zouden wij deze ervaring later zoeken? ‘Ik ken u niet’ - Zal de Here ooit tegen degenen die gered zijn zeggen dat Hij hen niet kent? Wij moeten echter dit antwoord van de Here zorgvuldig onderzoeken: 
    (1) ‘Maar hij antwoordde en zeide’ - Het woord ‘maar’ laat zien dat het antwoord ongewoon is en dat het niet in de lijn der verwachting ligt. In Lucas 15:22 toont hetzelfde woord aan dat de verloren zoon totaal niet had verwacht dat zijn vader die positieve woorden tot zijn dienstknechten zou spreken. Het woord ‘maar’ bewijst dat het ‘ik ken u niet’ niet een gewoon ‘niet kennen’ is. 
    (2) De Here kent allen die gered zijn (II Tim. 2:19, Gal. 4:9, Joh. 10:14). Voor ‘ken(nen)’ worden in het Grieks twee woorden gebruikt in het Nieuwe Testament: ginosko en oida. Het eerste woord ginosko geeft een objectief kennen weer terwijl het tweede woord oida een subjectief en dieper kennen weergeeft. Nu wordt in deze gelijkenis het woord oida (diepere, intiemere kennis) door de Here gebruikt. 
    (3) Hoe wordt het woord oida gebruikt in de Schrift? Het is duidelijk herkenbaar dat het de volgende betekenissen heeft waar het wordt gebruikt: instemmen, goedkeuren, lof, bevestigen, of applaudisseren. Hieronder volgen een aantal voorbeelden uit het NT die het gebruik van dit woord illustreren. In elk voorbeeld wordt voor ‘kennen’ of ‘niet kennen’ het woord oida of een variant ervan gebruikt: ‘... midden onder u staat Hij, van wie gij niet weet ... [midden onder u staat Eén, die u niet kent - Telos] ...’ (Joh. 1:26). De Joden hier kennen (ginosko) de Here natuurlijk wel, zij weten dat Hij Jezus heet, maar zij kennen (oida) Hem niet echt omdat zij Hem niet liefhebben. ‘En zelf wist ik niet van Hem ... [En ik kende Hem niet - Telos] ...’ (Joh. 1:31). Omdat Johannes en Jezus neven van elkaar zijn kende Johannes Jezus zeker objectief (ginosko) maar niet subjectief (oida) - ofwel, Johannes kende Hem niet op een diepe en intieme wijze, hij had geen diepere kennis omtrent wie Jezus nu eigenlijk was. ‘Noch Mij, noch Mijn Vader kent gij’ (Joh. 8:19). Hoewel de Joden de Here uiterlijk vrij goed kenden (ginosko), aanvaardden zij Hem niet en ontvingen zij Hem niet. ‘Ik weet niet, vanwaar gij zijt’ (Luc. 13:25 en 27). De Here spreekt hier over de situatie in het Koninkrijk. Sommigen die met de Here gegeten en gedronken hebben, en Hem in de straten Zijn leer hebben horen verkondigen, kennen de Here ongetwijfeld objectief (ginosko), maar de Here noemt hen ‘werkers der ongerechtigheid’ - zij die niet wandelen volgens de regels. ‘Gij weet van [u kent - Telos] het huis van Stephanas’ (I kor. 16:15). De Korintische gelovigen kennen het huis van Stephanas goed (oida) en niet slechts objectief (ginosko). Uit al deze voorbeelden kunnen wij opmaken dat oida staat voor het subjectief kennen van een persoon, waaruit tevens een gevoel van vertrouwen spreekt. 
    (4) ‘Maar al wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal ook Ik verloochenen voor Mijn Vader, die in de hemelen is’ (Matt. 10:33). Het verloochenen hier heeft betrekking op het Koninkrijk. Mensen die in het heimelijk christen zijn zullen niet verloren gaan, maar de Here zal hen ook niet bevestigen in het Koninkrijk, zij worden niet geprezen door Hem. ‘Verloochenen’ (arneomai) is het ‘niet kennen’ in de zin van oida (zie ook Matt. 26:70). Het is een vorm van tegenspreken, weerleggen, of verwerpen. 
    (5) Van dit kennen en niet kennen zijn ook voorbeelden te vinden in het Oude Testament, zoals in bijv. I Samuël 3:7 (‘Samuël nu kende de Here nog niet’) waar Samuël de Here objectief gezien wel kende, maar Hem nog moest leren kennen op subjectieve wijze. 
    (6) De beloning van het Koninkrijk is gebaseerd op gerechtigheid. Als de Here iets verloochent dan is het rechtvaardig. Zoals een rechter naar de naam van de verdachte vraagt, zelfs al is het zijn eigen zoon, zo verwijst de verloochening hier in Mattheüs 25:12 (‘Ik ken u niet’) naar de handelingen van de persoon, en niet naar de persoon zelf. Het betekent dat de Here niet kan instemmen met het gedrag en de wandel van de persoon in kwestie. 
 
v.13 De les in het laatste deel van de gelijkenis is dat wij moeten ‘waken’ - De Here beveelt ons te waken; Hij zegt niet dat wij wedergeboren moeten worden en gered moeten worden. Degenen van wie gezegd wordt dat zij gereed waren (vers 10) zijn degenen die gewaakt hebben. Zo zijn gereed zijn en waken één. ‘Gereed zijn’ betekent dat er geen onafgehandelde zaken zijn, en dat men dagelijks in staat is om verantwoording af te leggen. ‘Waken’ betekent dat men zó leeft dat men altijd klaar is voor de wederkomst des Heren. Wij gelovigen moeten elke dag klaar zijn, in staat zijn, om verantwoording af te leggen. De Here kan elk ogenblik komen. De vijf dwaze maagden waren gereed in het begin, maar zij hielden het waken helaas niet lang genoeg vol. Het woord ‘gereed’ hier heeft met ons eigen ik te maken, of wij al dan niet al het noodzakelijke afgehandeld hebben. Het woord ‘waakt’ daarentegen heeft met de Here te maken; het wijst op het wachten om Hem te ontmoeten op elk moment van de dag. Om gereed te zijn, te waken, en te wachten, hebben wij de vervulling met de Heilige Geest nodig. Op onszelf vertrouwen zal ons niets helpen; als wij dat doen verslappen wij en worden wij al gauw zwak en dwaas. Maar als wij vervuld zijn met de Heilige Geest dan zullen wij als vanzelf vrucht dragen tot eer van God. Wie werkelijk waakzaam is heeft vaak het gevoel dat hij nog niet helemaal gereed is. Hij vertrouwt niet op zichzelf. Dat is ware nederigheid. Maar wat heeft het voor zin als wij wel de profetieën hebben maar niet waakzaam zijn? Is het niet tragisch als wij profetische kennis hebben en desalniettemin verlies lijden in de toekomst? Wees gereed, want de Here kijkt alleen naar onze lamp en naar ons licht. Waakt, omdat wij noch de dag noch het uur weten. Want als wij het zouden weten dan zouden wij niet waakzaam hoeven te zijn. In hoofdstuk 24 en 25 wordt ons vijf maal gezegd dat niemand de dag van de wederkomst des heren weet. Deze veelvuldige herhalingen tonen aan hoe gewichtig deze zaak is. Hoe onbetrouwbaar is het idee dat wij allen worden opgenomen na de Grote Verdrukking; want als dat zo zou zijn dan zouden wij de dag van Zijn komst nauwkeurig uit kunnen rekenen: we hoeven dan alleen maar drie en een half jaar te tellen vanaf het moment waarop het beeld van het beest in de tempel wordt gezet. Maar de reden waarom de Here ons niets zegt over de datum is omdat Hij wil dat wij waken.
 
„Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is.” 1 Kor.2:14a


Terug naar “Archief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 61 gasten