7
En de mannen,12) die met hem over weg reisden, stonden verbaasd,13) horende wel14) de stem, maar niemand ziende.
de uitleg over 14:
horende wel
Sommigen nemen dit voor de stem van Paulus, waar hij Christus mede antwoordde, omdat Hand. 22:9 gezegd wordt dat degenen, die in het gezelschap van Paulus waren, de stem desgenen, die met hem sprak, niet hoorden. Anderen verenigen dit alzo, dat hier ook wel van de stem van Christus gesproken wordt, doch alleen van een gehoor des geluids, zonder verstand van de woorden; maar Hand. 22:9 van een bescheidelijk gehoor en verstand der woorden; dergelijk voorbeeld is Joh. 12:29, in de stem, die uit den hemel tot Christus sprak, daar sommige deze gehoord hebben met verstand der woorden, sommigen het geluid alleen, zonder verstand der woorden.
dit staat er in handelingen 22:9
9
En die met mij waren, zagen wel het licht, en werden zeer bevreesd; maar de stem Desgenen, Die tot mij sprak, hoorden zij niet.10)
uitleg punt 10:
hoorden zij niet.
Namelijk met verstand der woorden; want anders hoorden zij het geluid. Zie de aantekeningen Hand. 9:7.
het klopt dus wel, want ze zagen wel het licht maar ziende niemand. ze hoorde wel de stem, maar niet van verstaande de stem . (of ze herkende de stem niet)