Vertrouwt niet op een mensenkind

[Spreeuw]

Psalm 146:2 (Berijming 1773)
Vest op prinsen geen betrouwen,
Waar men nimmer heil bij vindt;
Zoudt g' uw hoop op mensen bouwen?
Als Gods hand hun geest ontbindt,
Keren zij tot d' aarde weer,
Storten met hun aanslag neer.

Zingen: http://www.psalmboek.nl/zingen.php?psID ... ID=2&s=rit


Psalm 146:3,4
3 Vertrouwt niet op edelen,
op een mensenkind, bij wie geen heil is;
4 gaat zijn adem uit, dan keert hij weder tot zijn aarde,
te dien dage vergaan zijn plannen. (NBG'51)


In vers 3 staat "vertrouwt niet op een mensenkind".

Mijn vraag is: Is het zo dat je nooit op een mens mag vertrouwen? Mensen kunnen toch ook behulpzaam zijn?


Wel staat er in vers 5 van dezelfde psalm:
5 Welzalig hij, die de God van Jakob tot zijn hulpe heeft,
wiens verwachting is op de HERE, zijn God,

Misschien moet het dus zo opgevat worden dat het een vergelijking is tussen God en een mensenkind. Toch vind ik de zinsnede "vertrouwt niet op een mensenkind" opvallend. Vandaar deze vraag, hoe zit dit precies?

[Boerin]

Vertrouw niet op mensen met macht,
op een sterveling bij wie geen redding is.

de HEER beschermt de vreemdelingen,
wezen en weduwen steunt hij

Klinkt meer als wat ik laatst hoorde: Stop looking at the system, it never has been the answer, it never will be the answer. God will provide all your needs.

[mohamed]

Psalm 146:2 (Berijming 1773)
Vest op prinsen geen betrouwen,
Waar men nimmer heil bij vindt;
Zoudt g' uw hoop op mensen bouwen?
Als Gods hand hun geest ontbindt,
Keren zij tot d' aarde weer,
Storten met hun aanslag neer.

Zingen: http://www.psalmboek.nl/zingen.php?psID ... ID=2&s=rit


Psalm 146:3,4
3 Vertrouwt niet op edelen,
op een mensenkind, bij wie geen heil is;
4 gaat zijn adem uit, dan keert hij weder tot zijn aarde,
te dien dage vergaan zijn plannen. (NBG'51)


In vers 3 staat "vertrouwt niet op een mensenkind".

Mijn vraag is: Is het zo dat je nooit op een mens mag vertrouwen? Mensen kunnen toch ook behulpzaam zijn?


Wel staat er in vers 5 van dezelfde psalm:
5 Welzalig hij, die de God van Jakob tot zijn hulpe heeft,
wiens verwachting is op de HERE, zijn God,

Misschien moet het dus zo opgevat worden dat het een vergelijking is tussen God en een mensenkind. Toch vind ik de zinsnede "vertrouwt niet op een mensenkind" opvallend. Vandaar deze vraag, hoe zit dit precies?

Ook ik vind het een opvallende zin, zeker omdat Jezus in Joh 8,40 zelf zei dat hij een mens was. Dat is wel een mooi antwoord op je vraag of niet?

[Spreeuw]

Ook ik vind het een opvallende zin, zeker omdat Jezus in Joh 8,40 zelf zei dat hij een mens was. Dat is wel een mooi antwoord op je vraag of niet?

Daar staat wel achter: "die u de waarheid gesproken heeft".

Dus Jezus sprak de waarheid. Op mensenkinderen mogen we volgens Psalm 146 niet vertrouwen.

[Marnix]

Je moet goed lezen wat er staat en wat er wordt bedoeld. Vertrouwen betekent hier niet "geloven dat iemand de waarheid spreekt". Als ik zeg: Ik ga iets voor je doen... en jij vertrouwt daarop... dan is dat prima, de Bijbel zegt niet dat je dat niet moet doen.

De Bijbel zegt ook dingen als: Zalig wie op de Heer vertrouwen. Dan gaat het niet om de waarheid spreken. Het gaat er om waar je je bescherming, je heil, je zekerheid aan ontleent. Hij is niet vergankelijk maar is eeuwig.

Uit de context kan je dit opmaken:

3 Vertrouw niet op mensen met macht,
op een sterveling bij wie geen redding is.

Het gaat er dus om dat je je redding verwacht van machtige mensen.... daar waarschuwt de Bijbel tegen.

[Jvslooten]

Bedankt voor je bijdrage marnix, maar is dat niet te kort door de bocht? Micha zegt immers ook:Geloof een vriend niet, vertrouw niet op een huisvriend, bewaak de deuren van uw mond voor haar die in uw schoot ligt. Dan gaat het niet over machtigen, maar over intimi.

[Marnix]

Is dat niet wat te kort door de bocht?

1 Ongelukkige die ik ben, het is als bij de late oogst, als bij de laatste pluk: geen volle druiventros meer om te eten, geen vroege vijg meer, waarnaar ik smacht. 2 Zij die trouw waren zijn verdwenen uit het land, niemand is nog rechtschapen. Allen zijn op bloed belust, iedereen belaagt zijn naaste. 3 Ze bekwamen zich in het kwaad: alleen voor geld stellen leiders een onderzoek in, rechters spreken recht tegen betaling, hooggeplaatsten zeggen wat hun het beste uitkomt, en zo houden zij het recht op afstand. 4 De deugdzaamste van hen is als een doornstruik, de oprechtste is erger dan een stekelhaag. De dag van straf, door uw wachters aangekondigd, is gekomen, en het volk is in beroering! 5 Geloof je naaste niet, vertrouw je vriend niet, let op je woorden, ook bij wie er in je armen ligt. 6 De zoon veracht zijn vader, de dochter verzet zich tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder, en huisgenoten blijken vijanden.
7 Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God.

[Spreeuw]

Je moet goed lezen wat er staat en wat er wordt bedoeld. Vertrouwen betekent hier niet "geloven dat iemand de waarheid spreekt". Als ik zeg: Ik ga iets voor je doen... en jij vertrouwt daarop... dan is dat prima, de Bijbel zegt niet dat je dat niet moet doen.

De Bijbel zegt ook dingen als: Zalig wie op de Heer vertrouwen. Dan gaat het niet om de waarheid spreken. Het gaat er om waar je je bescherming, je heil, je zekerheid aan ontleent. Hij is niet vergankelijk maar is eeuwig.

Uit de context kan je dit opmaken:

3 Vertrouw niet op mensen met macht,
op een sterveling bij wie geen redding is.

Het gaat er dus om dat je je redding verwacht van machtige mensen.... daar waarschuwt de Bijbel tegen.

Mag je voor dit aardse leven dan geen redding verwachten van machtige mensen? Als het gaat om het eeuwige leven, dan is dat duidelijk. Dan moeten we geen redding verwachten van machtige mensen. Maar hier op aarde kunnen ze toch wel degelijk iets betekenen? Zij kunnen toch een middel in Gods hand zijn, bijvoorbeeld om een land te bevrijden enz.? Waar waarschuwt Psalm 146 dan precies tegen, als het hierom gaat?

[jaapo]

De psalmen zijn persoonlijke gedichten. Zij gaan over nood, verdriet, angst, twijfel, maar ook over dankbaarheid, lofprijzing, gebed om vergeving, enz. Losse teksten eruit vissen is volgens mij verwerpelijk, zoals met alle losse teksten-gezwaai. Sommige zinnen uit de psalmen opvatten als geboden?? Hoe kom je erbij! Hoe kan een persoonlijke geloofsuiting een gebod voor een ander inhouden?

[MoesTuin]

Vertrouw toch enkel op de Heere God, Hij alleen Redt!
De ene mens kan je op zich wel vertrouwen, en de ander weer niet.
Soms ga ik liever om met niet kerk mensen, dan met wel kerk mensen
Soms staan niet kerk mensen opener en eerlijker tegenover zaken, dan wel kerk mensen
Soms kan ik met niet kerk mensen beter praten over mijn geloof, dan met wel kerk mensen

Op U mijn Heiland blijf ik hopen...

http://www.youtube.com/watch?v=MMH8m71Qnso

1
Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.
Verlos mij van mijn bange pijn!
Zie, heel mijn hart staat voor u open
en wil, o Heer, uw tempel zijn.
O Gij, wien aard' en hemel zingen,
verkwik mij met uw heil'ge gloed.
Kom met uw zachte glans doordringen,
o Zon van liefde, mijn gemoed!

2
Vervul, o Heiland, het verlangen,
waarmee mijn hart uw komst verbeidt!
Ik wil in ootmoed U ontvangen,
mijn ziel en zinnen zijn bereid.
Ik blijf op U in liefde staren,
waar om mij heen de wereld woedt.
O, mocht ik uwe troost ervaren:
doe intocht, Heer, in mijn gemoed!

[Roady]

Je kunt best op mensen vertrouwen en bouwen. Maar je zult merken dat je vroeg of laat teleurgesteld wordt. Het zijn immers maar mensen? Met fouten en tekortkomingen, hoe trouw ze ook zijn. Of lijken.
Als je je illusies hebt afgelegd, zul je ontdekken dat je feitelijk alleen staat.

God is veel meer dan een mens. Hij slaapt nooit, dus is hij 's nachts bij je om te luisteren. Hij waakt altijd, dus weet precies wat je nodig hebt, Hij hoort als je vraagt etc.

Het noodzakelijke kan alleen God je schenken. Dat zijn de geestelijke gaven, vergeving van zonden, bevrijding van banden, het vervullen van je hart met liefde, en innerlijke vrede.
Plus dat je je ware identiteit alleen in Jezus zult vinden, en niet in mensen.

Naarmate je meer vertrouwt op God, zul je minder hangen aan mensen (en wat mensen van je vinden). Daar ligt vrijheid te wachten.