Een tekst waar je misschien wel wat aan hebt kan zijn, Romeinen 8:12-30.
12 Broeders en zusters, we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil. 13 Als u dat wel doet, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige wil doodt door de Geest, zult u leven. 14 Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. 15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’. 16 De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. 17 En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luister.
18 Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. 19 De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. 20 Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen, 21 omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt. 22 Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. 23 En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan. 24 In deze hoop zijn we gered. Als we echter nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? 25 Maar als wij hopen op wat nog niet zichtbaar is, blijven we in afwachting daarvan volharden. 26 De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. 27 God, die ons doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen. Hij weet dat de Geest volgens zijn wil pleit voor allen die hem toebehoren. 28 En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede. 29 Wie hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters. 30 Wie hij hiertoe heeft bestemd, heeft hij ook geroepen; en wie hij heeft geroepen, heeft hij ook vrijgesproken; en wie hij heeft vrijgesproken, heeft hij nu al laten delen in zijn luister.
Mortlach schreef:Ik heb het gelezen, maar zie toch wel wat moeilijkheden vanuit het Boeddhistische kader. Met name vers 18 kan ik moeilijk plaatsen, juist omdat Boeddhisme voor mij gaat over het lijden NU, en niet over de belofte van een leedvrije toekomst.
Ik als christen ken wel lijden, maar dat lijden leg ik dan in Jezus handen. Gods Geest kan zo krachtig werken dat mijn lijden vaak omkeert naar blijdschap. Daardoor ken ik weinig lijden.
Vroeger toen ik nog niet geloofde dacht ik mijn leegte en tegenslagen te kunnen opvullen door te kijken naar verkeerde tv-programma's of internetsites, mijn frustratie te uiten in games. Ik kan alleen zeggen dat die blijdschap de beste 'drugs' is.
Niet dat ik ooit iets gebruikt heb, maar het is waanzinnig om je vervuld met Zijn Geest te voelen.
Adrenaline kick ik ook op, maar dat gevoel om vervuld te zijn is niet te beschrijven, wat een rust en wat ga je er positief van denken, het lijden nu in dit leven lijkt dan helemaal te vervagen.
Mortlach schreef:De predestinatie van de laatste paar regels is ook lastig, evenals de gedachte dat je het zelf allemaal niet kan, dat het als het ware Gods Geest is de met God communiceert - dat de mens daar zelf niets bij heeft in te brengen. Ik begrijp dat dit de traditionele christelijke houding is, maar als Boeddhist klinkt dit me toch wel vreemd in de oren, juist omdat mijn praktijk zo anders is.
maar misschien pik ik er nu zaken uit die je niet op het oog had. Waar dacht jij aan toen je me de tekst aanrade?
Ik ben zelf totaal niet traditioneel.
Zelf geloof ik dat God al naar de mens was gekomen als de persoon Jezus Christus die Zijn leven voor ons gaf.
Waarom zou God dan nóg een keer naar ons toe moeten komen om ons te roepen.
Het enige wat ik tegen God zei toen ik hem begon te leren kennen was; 'Als U echt bestaat, laat het mij dan maar zien'.
Psalm 138 past in dat opzicht wel bij mij;
1. Ik wil u loven met heel mijn hart,
voor u zingen onder het oog van de goden,
2 mij buigen naar uw heilige tempel,
uw naam loven om uw liefde en trouw:
grote dingen hebt u beloofd, tot eer van uw naam.
3 Toen ik u aanriep, hebt u geantwoord,
mij bemoedigd en gesterkt.En nee je haalt er geen dingen uit waar ik niet op gerekend had.l
Ik zie het als een uitdaging op vragen waar ik geen antwoord op heb, daar toch antwoord op te geven. Niet op alles heb ik een antwoord, dat zeg ik we. Maar ik vind dat ook niet nodig. Ik ben ook maar een mens, en niet de slimste met slechts MBO 2
