Ik kwam onlangs op een Bijbeltekst terecht waar ik graag andermans zienswijze voor zou willen horen om een beter beeld te krijgen.
Het ging om: Gal 2:
"11 Maar toen Petrus naar Antiochië gekomen was, ging ik openlijk tegen hem in, omdat hij te veroordelen was.
12 Want voordat er enkelen uit de kring van Jakobus gekomen waren, at hij samen met de heidenen; maar toen zij kwamen, trok hij zich terug en zonderde zich af uit vrees voor hen die van de besnijdenis waren.
13 En ook de andere Joden huichelden met hem mee, zodat zelfs Barnabas zich door hun huichelarij liet meeslepen.
14 Maar toen ik zag dat zij niet juist wandelden, overeenkomstig de waarheid van het Evangelie, zei ik tegen Petrus in het bijzijn van allen: Als u die een Jood bent, naar heidens gebruik leeft en niet naar Joods gebruik, waarom dwingt u dan de heidenen op de Joodse manier te leven?"
In deze tekst berispt Paulus Petrus omdat deze niet uit durft te komen voor het gezamenlijk eten met de heidenen.
Deze tekst doet me denken aan de teksten in Hand 10 en Hand 11, waar Petrus juist door God ervan wordt overtuigd dat hij niet voor onrein mag houden wat God voor onrein houdt. Dit gebeurde denk ik voorafgaand aan de zaak in Gal 2. Oftewel, Petrus moet bij de les gehouden worden door God, meermaals, om hem ervan te doordringen dat de gelovigen uit de heidenen er helemaal bij horen. (vergelijk evt met de dagelijkse bekering).
Laat deze tekst niet zien dat de Geest mensen wel overtuigd, maar dat het vlees keer op keer op blijft spelen?
Hoe zien anderen dit?