Berichtdoor rotterdam » 26 mei 2014 07:07
3) we zijn het er waarschijnlijk over eens dat JHWH van Abram dezelfde God is als de Vader van Jezus Christus. Waarom zou de God van het verbond met Abram, Izaak en Jacob niet de God zijn van Ismael ? Abram en zijn zoon Ismael werden op dezelfde dag besneden.
Omdat het verbond / (Testament) met de vrije was en NIET met de slaaf.
Paulus legt dat notabene duidelijk uit in zijn brief aan de galaten 4;21-31)
Niemand komt tot God dan door Jezus Christus.
Geen idee waarom je dit voor de zoveelste keer komt vertellen.
Deze discussie gaat hier niet over.
De vraag is ;
Waarom zou de God van Abram, Izaak en Jacob van oorsprong niet dezelfde God als Allah ?
Als het verbond uitsluitend met de vrije was, blijft de vraag waarom God wil dat Ismael besneden zal worden, Ismael redding geeft in de woestijn en hem een grootste belofte geeft.
9 Verder zei God tegen Abraham: En wat u betreft, u moet Mijn verbond in acht nemen, u en uw nageslacht na u, al hun generaties door.
10 Dit is Mijn verbond dat u moet houden tussen Mij en u en uw nageslacht na u: al wie mannelijk is bij u moet besneden worden.
11 U moet het vlees van uw voorhuid laten besnijden en dat zal een teken zijn van het verbond tussen Mij en u.
12 Elk kind bij u van acht dagen oud, al wie mannelijk is, moet besneden worden, al uw generaties door: degene die in uw huis geboren is én degene die van enige vreemdeling voor geld gekocht is, die niet tot uw nageslacht behoort.
13 Degene die in uw huis geboren is én degene die met uw geld gekocht is, moeten zeker besneden worden. Zo zal Mijn verbond in uw vlees tot een eeuwig verbond zijn.
14 Maar hij die mannelijk en onbesneden is, van wie het vlees van zijn voorhuid niet besneden wordt, die persoon moet van zijn volksgenoten worden afgesneden; hij heeft Mijn verbond verbroken.
23 Toen nam Abraham zijn zoon Ismaël, allen die in zijn huis geboren waren en allen die hij met zijn geld gekocht had, al wie mannelijk was onder de leden van het huis van Abraham, en hij besneed het vlees van hun voorhuid op diezelfde dag, zoals God tot hem gesproken had.
24 Abraham was negenennegentig jaar toen het vlees van zijn voorhuid bij hem besneden werd,
25 en Ismaël, zijn zoon, was dertien jaar toen het vlees van zijn voorhuid bij hem besneden werd.
26 Op diezelfde dag werd Abraham besneden, en ook Ismaël, zijn zoon.