Mijn levensduur is als niets voor U (Psalm 39:6b)

[Spreeuw]

Psalm 39:6-8
6 Zie, Gij hebt mijn dagen als enige handbreedten gesteld,
mijn levensduur is als niets voor U;
ja, ieder mens staat daar, enkel een ademtocht. sela
7 Ja, de mens gaat daarheen als een schaduw,
ja, als een ademtocht suizen zij weg,
zij garen bijeen en weten niet, wie het tot zich nemen zal.

8 En nu, wat verwacht ik, Here?
Mijn hoop, die is op U. (NBG'51)


Psalm 39:3 (Berijming 1967)
Mijn levensloop is maar een schrede lang,
een ademtocht mijn levenstijd.
Een schimmenspel, zo is des mensen gang,
zijn eer en staat slechts ijdelheid.
Men slooft en schraapt, maar waarvoor dient het al?
Men weet niet wie het nemen zal.

http://www.psalmboek.nl/zingen.php?psID ... ID=3&s=rit


Psalm 39:6b
"Mijn levensduur is als niets voor U."

Ik ben benieuwd wat er in de grondtekst staat voor het woordje "niets".
Wat is de reden dat onze levensduur als niets is voor God?

[schelpje3]

Deze Psalm gaat over de kortheid van het leven.
Hij wordt heel vaak gebruikt in rouwdiensten en staat op rouwkaarten.
Een mensenleven duurt gemiddeld zo'n 70 of 80 jaar, dat is niets vergeleken bij de eeuwigheid.
We zijn een stofje aan de emmer en een druppel aan de weegschaal.
Als je jong bent, ligt er een heel leven voor je, het lijkt oneindig.
Maar steeds ouder wordende, besef je des te meer dat het leven een damp is.
Zeker als je een begrafenis bijwoont.
Het is opgaan, blinken en verzinken, voor velen.

[rotterdam]

Psalm 39:6-8
6 Zie, Gij hebt mijn dagen als enige handbreedten gesteld,
mijn levensduur is als niets voor U;
ja, ieder mens staat daar, enkel een ademtocht. sela
7 Ja, de mens gaat daarheen als een schaduw,
ja, als een ademtocht suizen zij weg,
zij garen bijeen en weten niet, wie het tot zich nemen zal.
8 En nu, wat verwacht ik, Here?
Mijn hoop, die is op U. (NBG'51)

Ik ben benieuwd wat er in de grondtekst staat voor het woordje "niets".
Wat is de reden dat onze levensduur als niets is voor God?

De N.B.V. lezen maakt vaak veel duidelijk;

6 U maakte mijn dagen een handbreed lang,
mijn levensduur is niets in uw ogen,
niet meer dan lucht is het bestaan van een mens, sela
7 niet meer dan een schaduw zijn levenspad,
niet meer dan lucht wat hij rusteloos najaagt,
hij vergaart en weet niet wie het toevalt.’
8 Wat heb ik dan te verwachten, Heer?
Mijn hoop is alleen op u gevestigd.

[mohamed]

Ik ben benieuwd wat er in de grondtekst staat voor het woordje "niets".
Wat is de reden dat onze levensduur als niets is voor God?

כֹּל

Zie: Hebreeuwse Lexicon

[Marnix]

Mooi, vers 8! 70, 80 jaar, het is voor God niets. Hij is eeuwig en staat boven de tijd, heeft die zelf gemaakt. En dat is tegelijk ook de hoop van de kort levende mens. God staat boven de tijd en Hij zorgt voor ons! Onze hoop is op Hem die eeuwig is, die boven tijd en dood verheven is en ons met Hem doet leven!

[Arco]

Een andere en heel mooie vertaling:

1 Voor die het blijvend maakt. Voor Jeduthun. Een psalm van David.
Ik zei: "Ik zal mijn wegen weghouden van zondigen door mijn tong. Ik zal voor mijn mond een muilkorf houden, zolang de boosaardige voor mij is.
2 Ik was stom in stilte, ik zweeg van het goed, maar mijn pijn werd erger.
3 Mijn hart was warm binnenin mij, in mijn alleenspraak verteert een vuur. Ik sprak met mijn tong.
4 JAHWEH, maak mij bekend met mijn einde en mijn dagen, wat is de maat er van, zodat ik zal weten wat ik moet verdragen.
5 Zie!, U gaf mijn dagen als handbreedten en de vergankelijkheid is als niets voor U. Ja, alle ijdelheid van alle mensen staat vast. Sela.
6 Ja, de mens wandelt als in een beeld. Ja, zij roepen tevergeefs. Hij stapelt op en hij weet niet wie het is die ze bijeen brengt.
7 En nu, wat verwacht ik, mijn Heer? Mijn hoop is op U!
8 Red mij van al mijn overtredingen. Het moet niet zo zijn dat U mij plaatst in de verachting van die in verval is.
9 Ik ben stom, ik zal mijn mond niet openen, want U, U deed het.
10 Keer Uw aanraking af van mij. Ik ben uitgeput van het roeren van Uw hand.
11 U tuchtigt een man met correcties vanwege verdorvenheid en U smelt als de mot wat door hem wordt begeerd. Ja, heel de mensheid is ijdelheid. Sela.
12 Hoor mijn gebed, JAHWEH, en neig Uw oor aan mijn smeken. Het moet niet zo zijn dat U stil bent over mijn traan, want ik ben een bijwoner bij U, een kolonist, zoals al mijn vaders. [Hebr. 11:13]
13 Kijk van mij weg, dan zal ik glimlachen, voordat ik zal gaan en er niet meer ben."