In de RK-dogmatiek wordt m.b.t. het Heilig Avondmaal de transsubstantiatie geleerd: brood en wijn veranderen tijdens de eucharistie werkelijk in het lichaam en bloed van Christus.
De Heidelbergse Catechismus noemt om deze reden de Mis zelfs een vervloekte afgoderij.
Ik ben benieuwd naar een goede, zo mogelijk bijbelse onderbouwing voor de transsubstantiatieleer.
Wat is volgens de rooms-katholieken de uitleg van Hebreeën 10:10-14, die in dit kader wel heel relevant is?
Hebreeën 10:10-14 (de onderstreepte woorden wil ik benadrukken)
10 Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus.
11 Voorts staat elke priester dagelijks in zijn dienst om telkens dezelfde offers te brengen, die nimmer de zonden kunnen wegnemen;
12 deze echter is, na één offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God,
13 voorts afwachtende, totdat zijn vijanden gemaakt worden tot een voetbank voor zijn voeten.
14 Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden. (NBG'51)