MaartenB schreef:
In Romeinen 8:20-22 pakte de apostel Paulus de gedachte van Pr 1:2 op en legde er betekenis in. Daarbij ging hij terug naar Gods reactie op de zonde:
Want de schepping werd aan de ijdelheid [ματαιοτητι] onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderwierp, op [basis van] hoop dat ook de schepping zelf bevrijd zal worden van de slavernij van het verderf tot de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods. Want wij weten dat heel de schepping tezamen zucht en tezamen in barensnood verkeert, tot nu toe.
Het daar gebruikte Griekse woord ματαιοτης duidt, zoals we zagen, op vergeefsheid, vruchteloosheid, nutteloosheid, evenals in Prediker.
Salomo, de Prediker, of beter:
Hij die bijeenbrengt, poogde in dit Boek zijn volk Israël bijeen te brengen in de tempel, en hen te weerhouden van ijdele en vruchteloze werken.
Een leven dat men aan ijdele bezigheden besteedt, is leeg. Een greep:
• Voor de natuurlijke mens is alles ijdelheid; geslachten komen en gaan, en zelfs de kringlopen der natuur herhalen zich voortdurend en zijn afmattend (
1:1-11).
• Wat in het huidige bestel krom is, kan niet recht worden gemaakt (
1:12-18).
• Zich door middel van het materialisme aan genoegens wijden, is als het najagen van wind (
2:1-11).
• Een leven lang hard werken en dan alles te moeten nalaten aan iemand die er wellicht geen waardering voor heeft, is rampspoedig (
2:17-23)
• Omdat alle mensen nageslacht zijn van Adam, wacht zowel de rechtvaardige als de goddeloze dezelfde afloop — allen sterven; daarom geven sommigen zich over aan slechtheid (
9:1-3).
Onthullend is de conclusie welke Salomo aan dat laatste verbindt:
Want voor al wie tot de levenden behoort, is er hoop, immers een levende hond is beter dan een dode leeuw. De levenden weten tenminste, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets; zij hebben geen loon meer te wachten, zelfs hun nagedachtenis is vergeten… Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat, want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk [Sjeool],
waarheen gij gaat (9:4-5, 10; nbg).
Eenmaal afgedaald in Sjeool, de toestand van het graf, leiden we geen bewust bestaan meer, op geen enkel niveau!
Natuurlijk, want In Genesis 3 hield overgegeven worden aan de ijdelheid voor de mens in dat hij terugkeerde naar het stof.
• Jeugd en de bloei des levens zijn ijdelheid; jeugdige kracht is snel verdwenen. (
11:9-10)
• Indien iemand in zijn leven niet zijn Schepper gedenkt, is alles ijdelheid! (
12:1-8)