Ik heb ook een artikel:
Zijn er teksten die bevestigen dat ook in het Nieuwe Testament de kinderen delen in het verbond, en dus ook het teken en zegel van het verbond behoren te krijgen?
Denk bijvoorbeeld aan de bekende woorden in Handelingen 2:39 ‘Want u komt de belofte (van het verbond!) toe, én uw kinderen, én allen die daar verre zijn, zovelen als er de Heere onze God toe roepen zal.’ Belangrijk is ook 1 Korinthe 7:14. Hier gaat het over kinderen van echtparen waarvan slechts een van beiden gelovig (geworden) is. Zelfs van deze kinderen wordt gezegd dat zij niet ‘onrein’ (dwz heidens, buiten het verbond) zijn, maar ‘geheiligd’ (dwz toegewijd aan God, afgezonderd als verbondskind). Hier gaat het niet over de vraag of deze kleine kinderen wedergeboren, of persoonlijk tot geloof gekomen zijn, maar over de vraag of zij wel of niet behoren bij Gods verbond en delen in Zijn beloften.
Tegenstanders van de kinderdoop noemen nogal eens Markus 16:16: ‘Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar die niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden.’ Zij menen dat de volgorde van geloof en doop die hier genoemd wordt onomkeerbaar is. Is dat terecht? Wel als het gaat over het wereldwijze zendingswerk onder de heidenen waartoe de discipelen hier worden geroepen. Dit is immers het verband waarin deze tekst staat (zie Markus 16:15). In het zendingswerk gaat er niet om zoveel mogelijk mensen te dopen. Het gaat erom dat zij tot geloof en bekering komen. Pas daarna worden zij gedoopt. Het heeft immers geen enkele zin om ongelovige heidenen zomaar te dopen.
Ondertussen gaat het in deze tekst niet over de kleine kinderen die nog te klein zijn om te kunnen geloven. Evenals in het Oude Testament worden deze kleine kinderen ‘gewoon’ meegerekend met de ouders, en dus ook gedoopt (zie ook verderop de ‘huisteksten’). Wie meent dat het in deze tekst wél zou gaan over de kleine kinderen, en dat deze tekst de kinderdoop uit zou sluiten, komt in de problemen met het laatste woorden ervan. Want als het ook voor kleine (en ongeboren) kinderen zou gelden dat zij alleen zalig worden als zij geloofd zullen hebben en gedoopt zullen zijn, en dat zij verdoemd zullen worden als zij niet geloofd zullen hebben, dan zou geen enkel klein kind zalig kunnen worden. Dat wordt hier gelukkig niet bedoeld.
De rest van het artikel is HIER te lezen