Ik ben niet zo absoluut in mijn formuleringen, omdat het niet bestaan van een god of goden (mijn uitgangspunt dus) net zo min overtuigend te bewijzen valt als het wél bestaan ervan. En ik hang hier rond omdat religie en geloof als "fenomeen" me wel interesseert... Ik heb tijdens m'n studie bewust keuzevakken gevolgd die verband hielden met filosofische thema's, de geschiedenis van het christendom, het boeddhisme, enzovoort. Geen topics die meteen verband hielden met m'n (talen)studie, maar die me wel boeiden. Ook heb ik in mijn (verre) familie verschillende mensen die wél religieus zijn (enkele zelfs op het sektarische af), wat maakt dat het thema af en toe toch wel speelt... (bijvoorbeeld toen de echtgenote van een neef van me liet weten dat ze omwille van religieuze gewetensbezwaren niet naar ons huwelijk kon komen).
Je bent ongetwijfeld een boeiend mens. Nu begrijp ik je motivatie beter. Inderdaad is het godsbestaan niet te bewijzen. Ik heb ook wel eens gedacht het kan niet waar zijn. Toch ben ik gelovig. Ik vind het dan weer een aardig fenomeen om enigszins te begrijpen waarom de ene mens wel en de andere niet in God gelooft. Vaak dezelfde input en toch een andere output. Zou het iets te maken met een religieuze aanleg of iets in de hersenen. Of is het simpel omdat gelovigen er soms zo'n zooitje van maken? Teleurstellingen?
Wat waren de bezwaren om niet op je bruiloft te komen?