De schijnbekeringen

[Marnix]

Precies. Het gaat hier om "tot inkeer komen" in de zin van: Inzien dat je verkeerd zat. Hoe kan Jezus anders zeggen:

Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt.

Het geloof houdt dus niet op dus het was er (zien we op allerlei plekken in de Bijbel) al. Petrus dwaalt af en komt weer terug. Dat is wat anders dan onbekeerd zijn in de zin van niet in Hem geloven.

[learsi]

Kittel zegt in zijn griekse woordenboek:

.....Die beziehung auf die verleugnung des Petrus konnte allerdings durch die einfugung des "epistrepsas" erst nachtraglich hergestellt worden sein. Das verbum ist hier nicht als terminus technicus der bekehrung des Petrus gebraucht, sondern intransitiv von der wandlung, die durch diese Jezuswort vorbereitet und durch die offenbarung des auferstandenen an ihm vollendet wird.

"Wandlung":....verandering

Kittel neemt het dus als een terug keren naar een punt waar Petrus al was.

In de engelse vertaling staat er bijv.:.......terug keren.......

h.g.
Learsi

[JCA]

Professor v.d. Groe heeft een geschrift achtergelaten, waar de 10 valse, dus schijnbekeringen te lezen zijn.

Let wel deze geachte predikant was geen professor.

Wie was Van der Groe?
Theodorus van der Groe is geboren te Zwammerdam op 3 september in het jaar 1705. Zijn vader (Ludovicus van der Groe) was ook predikant. Hij heeft theologie gestudeerd in Leiden, en was daarnaast zeer belezen, bekend is dat hij een bibliotheek had van meer dan 10.000 titels.
Zijn eerste gemeente was Rijnsaterwoude, waar hij in het jaar 1730 intrede deed. In deze gemeente is hij tot bekering gekomen. Vanaf deze tijd is hij zeer separerend gaan preken, waarschuwend voor schijn en zijn, zijn nagelaten geschriften getuigen hier nog van.
In het jaar 1740 werd hij predikant van de gemeente Kralingen (Rotterdam) daar is hij ook op 24 juni 1884 gestorven. Van der Groe heeft altijd ernstig gewaarschuwd voor het zielsmisleidendbedrog, wat toentertijd in de ook aanwezig was. Verder waarschuwde hij voor de komende oordelen (zie zijn biddagpredicaties).
Een bekend werk van Van der Groe -en wij moesten het allen wel eens goed lezen- is de Toetsteen van ware en valse genade, thans is dit werk weer opnieuw in druk verschenen bij den Hertog Houten. Aanbevolen om te lezen!

Ds. E. du Marchie van Voorthuysen noemde Th. van der Groe samen met Th. Shepard, Th. Hooker en M. Mead de meest separerende, de meest ontdekkende oudvaders. Toen E. du Marchie van Voorthuysen met ds. J.H. Koster uit Montfoort in aanraking kwam, zei ds. J.H. Koster je moet: de Toetsteen van Van der Groe lezen, je moet: de Heilzame wanhoop van Th. Hooker lezen.

Deze predikanten behandelden de mensen eerlijk. De boeken die zij nagelaten hebben getuigen daar wel van, ik zal enkele noemen:
Th. van der Groe, Toetsteen van ware en valse genade
Th. Hooker, De ware zielsvernedering en heilzame wanhoop
M. Meade, De bijna christen ontdekt
Th. Shepard, De ware bekering
Uiteraard zijn er meer van zulke werken te noemen. Deze godsgezanten stuurden de mensen niet met een ingebeeld bekerinkje naar huis. Nee, zij predikten vrije genade. Zij predikten genade door recht. Niet buiten het recht om. Tegenwoordig worden er miljoenen buiten het recht om zalig gesproken, dat mag nooit.
Genade op Godeverheerlijkende rechtsgronden, niet gestolen, niet ingebeeld. Maar enkel vrij en soeverein van God verkregen. Dat predikten bovenstaande predikanten.

[StillAwake]

Let wel deze geachte predikant was geen professor.

Wie was Van der Groe?
Theodorus van der Groe is geboren te Zwammerdam op 3 september in het jaar 1705. Zijn vader (Ludovicus van der Groe) was ook predikant. Hij heeft theologie gestudeerd in Leiden, en was daarnaast zeer belezen, bekend is dat hij een bibliotheek had van meer dan 10.000 titels.
Zijn eerste gemeente was Rijnsaterwoude, waar hij in het jaar 1730 intrede deed. In deze gemeente is hij tot bekering gekomen. Vanaf deze tijd is hij zeer separerend gaan preken, waarschuwend voor schijn en zijn, zijn nagelaten geschriften getuigen hier nog van.
In het jaar 1740 werd hij predikant van de gemeente Kralingen (Rotterdam) daar is hij ook op 24 juni 1884 gestorven. Van der Groe heeft altijd ernstig gewaarschuwd voor het zielsmisleidendbedrog, wat toentertijd in de ook aanwezig was. Verder waarschuwde hij voor de komende oordelen (zie zijn biddagpredicaties).
Een bekend werk van Van der Groe -en wij moesten het allen wel eens goed lezen- is de Toetsteen van ware en valse genade, thans is dit werk weer opnieuw in druk verschenen bij den Hertog Houten. Aanbevolen om te lezen!

Ds. E. du Marchie van Voorthuysen noemde Th. van der Groe samen met Th. Shepard, Th. Hooker en M. Mead de meest separerende, de meest ontdekkende oudvaders. Toen E. du Marchie van Voorthuysen met ds. J.H. Koster uit Montfoort in aanraking kwam, zei ds. J.H. Koster je moet: de Toetsteen van Van der Groe lezen, je moet: de Heilzame wanhoop van Th. Hooker lezen.

Deze predikanten behandelden de mensen eerlijk. De boeken die zij nagelaten hebben getuigen daar wel van, ik zal enkele noemen:
Th. van der Groe, Toetsteen van ware en valse genade
Th. Hooker, De ware zielsvernedering en heilzame wanhoop
M. Meade, De bijna christen ontdekt
Th. Shepard, De ware bekering
Uiteraard zijn er meer van zulke werken te noemen. Deze godsgezanten stuurden de mensen niet met een ingebeeld bekerinkje naar huis. Nee, zij predikten vrije genade. Zij predikten genade door recht. Niet buiten het recht om. Tegenwoordig worden er miljoenen buiten het recht om zalig gesproken, dat mag nooit.
Genade op Godeverheerlijkende rechtsgronden, niet gestolen, niet ingebeeld. Maar enkel vrij en soeverein van God verkregen. Dat predikten bovenstaande predikanten.

Voldeed de moordenaar aan het kruis ook aan de eisen die bovengenoemde predikanten stellen aan "bekeerden"?

[JCA]

Voldeed de moordenaar aan het kruis ook aan de eisen die bovengenoemde predikanten stellen aan "bekeerden"?

Een ding deze eisen stelden niet de genoemde predikanten maar Christus zelf. Denk hierbij aan de separerende gelijkenissen over de zaaier, de 5 wijze en 5 dwaze maagden, tarwe en het onkruid e.d.

Het volgende staat over de moordenaar aan het kruis in de Bijbel:
Lukas 23:39-43:
39 En een van de kwaaddoeners, die gehangen waren, lasterde Hem, zeggende: Indien Gij de Christus zijt, verlos Uzelven en ons.
40 Maar de andere antwoordende bestrafte hem, zeggende: Vreest gij ook God niet, daar gij in hetzelfde oordeel zijt?
41 En wij toch rechtvaardiglijk, want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben; maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan.
42 En hij zeide tot Jezus: Heere, gedenk mijner als Gij in Uw 45Koninkrijk zult gekomen zijn.
43 En Jezus zeide tot hem: Voorwaar zeg Ik u: Heden zult gij met Mij 46in het paradijs zijn.

Kanttekeningen:
45 Namelijk van Uw heerlijkheid.
46 Dat is, in den hemel, 2 Kor. 12:4.

Hier geeft Christus Zelf getuigenis van zaligmakend werk wat bij de moordenaar vlak voor zijn sterven is gebeurd. Zal dat buiten het recht om zijn gegaan? Dat niet, dat nooit, want de moordenaar getuigt dat hij rechtvaardig aan het kruis hangt (vers 41).

Heere, gedenk mijner (vers 42) Ik weet niet of ons sedert den aanvang der wereld zulk een heerlijk en kostelijk voorbeeld van geloof te zien gegeven is; des te meer moeten wij daarom de genade des Heiligen Geestes, die zich hier zo kennelijk openbaart, bewonderen. Een moordenaar, die niet alleen in Christus' school niet onderwezen was, maar bovendien door een goddeloos roversleven verwilderd, alle gevoel van rechtvaardigheid had trachten uit te schudden, klimt eensklaps hoger op dan alle Apostelen en overige discipelen, aan wier onderricht Christus zoveel arbeid ten koste gelegd had; en niet alleen dit, maar hij aanbid ook den aan het kruis hangenden Christus als Koning; van Zijn koninkrijk legt hij openlijk getuigenis af te midden van deze schrikkelijke en allerafzichtelijkste vernedering; een Stervende verklaart hij voor den Bron des levens.
Bron: Johannes Calvijn, Verklaring van de Bijbel, Evangeliën, deel 3, Kampen 2004, Pag. 533-534

Zie hier hoe Calvijn verhaalt dat het een werk van God is, dat moeten wij niet ten twijfel stellen. Als Christus er Zelf getuigenis van geeft (vers 43) dan is de moordenaar eeuwig in de hemel. Dat behoeft geen twijfel.

[StillAwake]

Een ding deze eisen stelden niet de genoemde predikanten maar Christus zelf. Denk hierbij aan de separerende gelijkenissen over de zaaier, de 5 wijze en 5 dwaze maagden, tarwe en het onkruid e.d.

Het volgende staat over de moordenaar aan het kruis in de Bijbel:
Lukas 23:39-43:
39 En een van de kwaaddoeners, die gehangen waren, lasterde Hem, zeggende: Indien Gij de Christus zijt, verlos Uzelven en ons.
40 Maar de andere antwoordende bestrafte hem, zeggende: Vreest gij ook God niet, daar gij in hetzelfde oordeel zijt?
41 En wij toch rechtvaardiglijk, want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben; maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan.
42 En hij zeide tot Jezus: Heere, gedenk mijner als Gij in Uw 45Koninkrijk zult gekomen zijn.
43 En Jezus zeide tot hem: Voorwaar zeg Ik u: Heden zult gij met Mij 46in het paradijs zijn.

Kanttekeningen:
45 Namelijk van Uw heerlijkheid.
46 Dat is, in den hemel, 2 Kor. 12:4.

Hier geeft Christus Zelf getuigenis van zaligmakend werk wat bij de moordenaar vlak voor zijn sterven is gebeurd. Zal dat buiten het recht om zijn gegaan? Dat niet, dat nooit, want de moordenaar getuigt dat hij rechtvaardig aan het kruis hangt (vers 41).

Heere, gedenk mijner (vers 42) Ik weet niet of ons sedert den aanvang der wereld zulk een heerlijk en kostelijk voorbeeld van geloof te zien gegeven is; des te meer moeten wij daarom de genade des Heiligen Geestes, die zich hier zo kennelijk openbaart, bewonderen. Een moordenaar, die niet alleen in Christus' school niet onderwezen was, maar bovendien door een goddeloos roversleven verwilderd, alle gevoel van rechtvaardigheid had trachten uit te schudden, klimt eensklaps hoger op dan alle Apostelen en overige discipelen, aan wier onderricht Christus zoveel arbeid ten koste gelegd had; en niet alleen dit, maar hij aanbid ook den aan het kruis hangenden Christus als Koning; van Zijn koninkrijk legt hij openlijk getuigenis af te midden van deze schrikkelijke en allerafzichtelijkste vernedering; een Stervende verklaart hij voor den Bron des levens.
Bron: Johannes Calvijn, Verklaring van de Bijbel, Evangeliën, deel 3, Kampen 2004, Pag. 533-534

Zie hier hoe Calvijn verhaalt dat het een werk van God is, dat moeten wij niet ten twijfel stellen. Als Christus er Zelf getuigenis van geeft (vers 43) dan is de moordenaar eeuwig in de hemel. Dat behoeft geen twijfel.

Duidelijk!
Toch krijg ik vaak de indruk dat Christus zelf meer genade predikte dan genoemde predikanten (overigens heb ik niet alle werken die door jou zijn genoemd gelezen).
Christus zelf zegt ergens: wie tegen ons niet is is voor ons. Vaak krijg ik het idee dat dat in de protestantse wereld omgedraaid wordt: wie niet voor ons is is tegen ons.

[JCA]

Duidelijk!
Toch krijg ik vaak de indruk dat Christus zelf meer genade predikte dan genoemde predikanten (overigens heb ik niet alle werken die door jou zijn genoemd gelezen).
Christus zelf zegt ergens: wie tegen ons niet is is voor ons. Vaak krijg ik het idee dat dat in de protestantse wereld omgedraaid wordt: wie niet voor ons is is tegen ons.

Denk maar aan wat Paulus zei: 1 Korinthe 13:9
Want 37wij kennen 38ten dele en wij profeteren ten dele;
Kanttekeningen:
37 Namelijk nu in dit leven.
38 Niet dat wij nu niet zouden weten al wat ons tot de zaligheid nodig is, Joh. 16:13. 1 Kor. 1:5. 2 Tim. 3:15, maar de apostel spreekt alzo ten aanzien en in vergelijking van de kennis die wij van Goddelijke zaken zullen hebben in het toekomende leven; bij welke deze onze kennis, die wij nu hebben, maar een klein deel is te rekenen.

Dat gold ook voor de genoemde predikanten.

Overigens door de afsnijdende prediking die de genoemde predikanten hadden, preekten zij juist de uitnemendheid van Christus.

[Teus]

Let wel deze geachte predikant was geen professor.

Wie was Van der Groe?
Theodorus van der Groe is geboren te Zwammerdam op 3 september in het jaar 1705. Zijn vader (Ludovicus van der Groe) was ook predikant. Hij heeft theologie gestudeerd in Leiden, en was daarnaast zeer belezen, bekend is dat hij een bibliotheek had van meer dan 10.000 titels.
Zijn eerste gemeente was Rijnsaterwoude, waar hij in het jaar 1730 intrede deed. In deze gemeente is hij tot bekering gekomen. Vanaf deze tijd is hij zeer separerend gaan preken, waarschuwend voor schijn en zijn, zijn nagelaten geschriften getuigen hier nog van.
In het jaar 1740 werd hij predikant van de gemeente Kralingen (Rotterdam) daar is hij ook op 24 juni 1884 gestorven. Van der Groe heeft altijd ernstig gewaarschuwd voor het zielsmisleidendbedrog, wat toentertijd in de ook aanwezig was. Verder waarschuwde hij voor de komende oordelen (zie zijn biddagpredicaties).
Een bekend werk van Van der Groe -en wij moesten het allen wel eens goed lezen- is de Toetsteen van ware en valse genade, thans is dit werk weer opnieuw in druk verschenen bij den Hertog Houten. Aanbevolen om te lezen!

Ds. E. du Marchie van Voorthuysen noemde Th. van der Groe samen met Th. Shepard, Th. Hooker en M. Mead de meest separerende, de meest ontdekkende oudvaders. Toen E. du Marchie van Voorthuysen met ds. J.H. Koster uit Montfoort in aanraking kwam, zei ds. J.H. Koster je moet: de Toetsteen van Van der Groe lezen, je moet: de Heilzame wanhoop van Th. Hooker lezen.

Deze predikanten behandelden de mensen eerlijk. De boeken die zij nagelaten hebben getuigen daar wel van, ik zal enkele noemen:
Th. van der Groe, Toetsteen van ware en valse genade
Th. Hooker, De ware zielsvernedering en heilzame wanhoop
M. Meade, De bijna christen ontdekt
Th. Shepard, De ware bekering
Uiteraard zijn er meer van zulke werken te noemen. Deze godsgezanten stuurden de mensen niet met een ingebeeld bekerinkje naar huis. Nee, zij predikten vrije genade. Zij predikten genade door recht. Niet buiten het recht om. Tegenwoordig worden er miljoenen buiten het recht om zalig gesproken, dat mag nooit.
Genade op Godeverheerlijkende rechtsgronden, niet gestolen, niet ingebeeld. Maar enkel vrij en soeverein van God verkregen. Dat predikten bovenstaande predikanten.

Voldeed de moordenaar aan het kruis ook aan de eisen die bovengenoemde predikanten stellen aan "bekeerden"?

StillAwake, het enige wat Jezus van moordenaar verlangde was dat hij Hem serieus nam en Hem vertrouwde dat Hij de zorg op Zich nam en zijn zonden wilde vergeven, en dat deed hij. Er is nogal wat gebeurd destijds op Golgotha. Zeker, op de eerste plaats het werk van Jezus Christus, om de wil van Zijn Vader te doen aan alle mensen die in Hem geloven. Op de grond gebeurden ook grote dingen. Jezus vroeg Zijn Vader de moordenaars te vergeven omdat ze niet wisten wat ze deden. Er zijn er nog best een aantal tot bekering gekomen.

[StillAwake]

StillAwake, het enige wat Jezus van moordenaar verlangde was dat hij Hem serieus nam en Hem vertrouwde dat Hij de zorg op Zich nam en zijn zonden wilde vergeven, en dat deed hij. Er is nogal wat gebeurd destijds op Golgotha. Zeker, op de eerste plaats het werk van Jezus Christus, om de wil van Zijn Vader te doen aan alle mensen die in Hem geloven. Op de grond gebeurden ook grote dingen. Jezus vroeg Zijn Vader de moordenaars te vergeven omdat ze niet wisten wat ze deden. Er zijn er nog best een aantal tot bekering gekomen.

Teus, ik bedoelde ermee aan te geven dat de genade die Jezus Christus zelf predikte (zelfs nog aan het kruis...) veel verder gaat dan de vaak wettische benadering van de "oudvaders".
En vooralsnog heb ik daar nog géén uitzondering op gevonden.

[Teus]

Teus, ik bedoelde ermee aan te geven dat de genade die Jezus Christus zelf predikte (zelfs nog aan het kruis...) veel verder gaat dan de vaak wettische benadering van de "oudvaders".
En vooralsnog heb ik daar nog géén uitzondering op gevonden.

Wat Jezus Predikte was alleen, alleen maar dan ook alleen Genade.
Er is van ons totaal niets bij. De tollenaar zei "God, weet mij zondaar genadig" het was genoeg. "En hij was rechtvaardig in Gods ogen. Mooi hè, dat is Genade.
Jezus zegt "kom zoals je bent".
Een wettisch leven breng je nergens anders als daar waar je bent, het is een gebondenheid.

[Teus]

Want het is geenszins genoeg, dat wij de Goddelijke waarheid kennen en geloven, als
een waarheid op zichzelf en buiten ons, of ook voor anderen, maar wij moeten
diezelfde waarheid ook vinden binnen in ons, werkende in onze harten tot zaligheid,
door de genade van de Heilige Geest. De kennis en de toestemming zijn gelijk als de
vaste en noodzakelijke gronden voor de toe-eigening, en deze drie hangen, in het werk
van het geloof, als een schakel aan elkaar.

http://www.theologienet.nl/documenten/G ... ssteen.pdf Pagina 71


Las dit in het boek van v/d Groe, “Toetssteen van de ware en valse genade”

@JCA, Ik hoop echt dat hier een drukfout staat. “door de genade van de Heilige Geest”

[Jvslooten]

Wat is het probleem? De bijbel spreekt zelf ook over de 'Geest der genade'. Zie Zach. 12:10 en Heb. 10:29.

[Teus]

De Geest der Genade is heel iets anders dan de Genade van de Heilige Geest

[Teus]

Een beetje verdrietige topic vind ik dit.
Als er ook maar iets in de richting van oordelen bespeurd wordt gaat men los. Nu worden oude schrijvers voor het karretje gespannen om te beoordelen wie of wanneer iemand wedergeboren is.
Ik dacht dat God het uitmaakte.
Hoe kan v.d. Groe nu bepalen waaardoor men wedergeboren is en wat het is om dat te zijn als hij niet weet dat de Genade van God komt en niet van de Heilige Geest?

[Marnix]

Ik snap je punt nog niet helemaal. Van der Groe zegt: Je moet niet alleen de theorie omarmen en de feiten geloven, de Geest moet het ook in je hart, in je binnenste, werken zodat het daar ook landt. Geloven is niet alleen weten, het moet je ook veranderen tot een ander mens, die anders praat, denkt en doet. Geloof zonder werken is dood, alleen het weten (hoofd) is geen echt geloof, het moet je van binnen veranderen (hart).

Wat is precies je moeite met het citaat? Mij lijkt het geen bedenksel van vd Groe maar een bijbelse waarheid? Ik ben benieuwd naar je mening.

Overigens ben ik het er mee eens dat het niet zo handig is dat hij het heeft over de genade van de Geest. De genade komt van God en het lijkt me niet handig om daar dit onderscheid te maken tussen de drie personen. Als je echter de context leest wordt wel duidelijk dat hij niet bedoelt dat de genade enkel van de Geest komt en niet van de Vader en de Zoon.