Alzo is ook de tong een klein lid, en roemt nochtans grote dingen. Ziet, een klein vuur, hoe groten hoop houts het aansteekt.
De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel.
Want alle natuur, beide der wilde dieren en der vogelen, beide der kruipende en der zeedieren, wordt getemd en is getemd geweest van de menselijke natuur.
Maar de tong kan geen mens temmen; zij is een onbedwingelijk kwaad, vol van dodelijk venijn.
Door haar loven wij God en den Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn.
Uit denzelfden mond komt voort zegening en vervloeking. Dit moet, mijn broeders, alzo niet geschieden.
Daarbij aansluitend een gedeelte uit een blog van ds. Tramper, ook op RW in de nieuwsrubriek te vinden.
Kort voor de preek zondagavond in de hervormde gemeente van Harskamp vertelde een arts een bijzonder voorval uit het leven van een man die voor een ingrijpende operatie stond: zijn tong moest worden verwijderd wegens een tumor achter in de mond. Na de ingreep zou hij niet meer kunnen spreken.
Juist op het moment dat de man onder narcose zou worden gebracht, deed hij een speciaal verzoek aan het team van specialisten dat klaar stond om de operatie uit te voeren. “Ik zou nog graag één keer een hymn zingen. Vindt u dat goed?” Hij kreeg toestemming. Daarop bracht hij in de operatiekamer voor de laatste keer in zijn leven een lied ten gehore. De artsen waren diep onder de indruk.
‘s Avonds heb ik het voorval genoemd in m’n preek. Die ging juist over Jakobus 3:1-12, het gedeelte waar de apostel aangeeft hoe God wil dat we onze tong gebruiken. Vandaag ontving ik er een treffende samenvatting van, geschreven door een meisje van 10 jaar. “God is mens geworden en heeft gedaan wat wij niet kunnen. Hij heeft op aarde een volkomen leven geleefd. Hij heeft Zijn tong nooit verkeerd gebruikt. En Hij was voorbeeld en plaatsvervanger voor ons als zondaren. Zijn mond was enkel goedheid. Zijn genade is op Zijn lippen. Wie in Hem gelooft, mag weten: zoals Hij geleefd heeft, heeft Hij voor mij geleefd.”
Ik zag dat er nog geen topic is hierover.
Zijn er nog aanvullingen, punten van discussie?