Het is één van de opvallende verschillen tussen met name het protestants getinte christendom en de nieuwe religiositeit, de opvatting of God nu strikt buiten ons is en blijft (protestants idee, in ultieme bewoordingen bij Karl Barth) of ook in ons, in onze geest, onze ziel te vinden is.
We zien in esoterische kringen, new Age - achtige bewegingen zelfs wel de gedachte dat ons Zelf samenvalt met God. Op zoek naar je diepste Zelf is dan contact maken met het hogere in je zelf, met het goddelijke, wat je in christelijke taal zou kunnen noemen: met God.
Toch is die idee niet strikt New Age. Ook in het christendom, zelfs in protestantse kringen is er zoiets. Dat wordt vaak mystiek genoemd. We kennen het van kloosters, waar meditatie de weg is om God te ontmoeten. Het is een sterk onderdeel van het Rooms Katholieke geloof, met haar mystici, mysteries (mysterium fide) en kloosterorden die gericht zijn op het innerlijk, maar ook in pietistische kringen van het protestantisme, waar het gaat om de inwendige werkingen van God in het hart van de mens (bevindelijke kringen ook) vind je het.
Waar is God. Buiten ons? Onkenbaar (bedoeld wordt: nooit ofte nimmer kenbaar), alleen en uitsluitend door Christus kenbaar, juist omdat het dan gaat om de vleesgeworden mens Jezus? God is alleen zichtbaar, ervaarbaar in Hem. Nergens anders. Karl Barth gebruikt voor deze strikte opvatting het beeld van een lichtstraal. De lichtstraal van God raakt de aarde rakelings. Slechts op één punt komen God en mens elkaar tegen. Niet in onze geest, niet in ons innerlijk, niet in een Aha-Erlebnis, een meditatie, een inzicht of een gedachte, maar uitsluitend en alleen in Jezus. De enige weg, de enige poort tot God. Een nauwe poort en de enige.
Of is God ook in ons? Is er een samensmelting, een eenwording van God en mens mogelijk, het einddoel van de mystieke zoektocht? Kan God rechtstreeks in ons hart komen en spreken? Kan God door Zijn Geest in ons komen, waardoor onze geest voor een deel gevuld wordt met Zijn goddelijke aanwezigheid. Kunnen we heilig worden, vol van de Geest? In sommige bevindelijke taal lijkt het daar wel eens op. het grenst aan mystieke taal: eenswillend worden met God. Lees de volgende passage eens van een door en door bevindelijke predikant (Oud Gereformeerde dominee Joh. van der Poel):
(…)
'Tot David inkwam'. Hij was waar David hem hebben wilde. De Kerk komt op de plaats, waar God haar hebben wil, om ze te maken zoals ze zijn moeten door de afwassing der zonde. Dan laten ze zich wassen. Zij doen hier niets meer, maar liggen lijdelijk verslonden in de deugden Gods. Zij hebben het hier niet meer over hel of hemel, want ze liggen geheel aan de zijde Gods. De Kerk kan hier eeuwig blijven liggen, zonder vragen. Het is goed wat God doet en wat Hij laat. Zij zoeken niet meer zichzelf, geen Jezus en geen Borg. in dit dodelijks tijdsgewricht hebben zij alleen aan God genoeg.
(…)
Zie hier uw knecht, die niet weglopen kan; maar al kon ik het, zou ik het nog niet doen. Het is een totale overgave aan de Rechter en een overname van de vloek Gods. Hier is een recht-vaardig God zoet, ook al is Hij onze Rechter. Hoe lang dit duurt, weet ik niet, want ik kan geen tijd bepalen. Ik las eens van een man die zeker op zijn horloge gezien had, toen hij onder dat recht kwam en toen hij er onder vandaan kwam had hij dertien uur onder dat recht gelegen. ik dacht: 'Onzin! Men is daar zelf niet meer, want daar is alles God en eeuwigheid, en verder niets'.
(…)
Hier wordt met name de bevindelijk gereformeerde idee van schuldig bevonden worden door God als een mystieke ervaring geschetst, waarin Gods aanwezigheid bijna lijfelijk ervaren wordt.
Al weer veel tekst, maar de kern van de vraag is hopelijk wel duidelijk: moeten wij God nu zien als altijd strikt buiten ons (geen mystiek, maar louter het geopenbaarde Woord van God: Bijbel en Jezus Christus) of mogen we ook spreken van God in ons? is dat dan mystiek? Hoe zit het dan met al dat esoterisme? Enz. enz.
gravo