Lucas 22:31-32 (NBG'51)
31 Simon, Simon, zie, de satan heeft verlangd ulieden te ziften als de tarwe,
32 maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken. En gij, als gij eenmaal tot bekering gekomen zijt, versterk dan uw broederen.
Petrus vertrouwt op zichzelf in plaats van op Christus. Het geloof van Petrus zal niet verdwijnen, omdat Jezus bidt. "Ik heb voor u gebeden." Christus waarschuwt dat de satan aan het werk is. De opdracht voor Petrus is "versterk uw broederen".
Zelfs na de opstanding wordt Petrus door de Here Jezus gewaarschuwd.
Johannes 21:15-23 (NBG'51)
15 Toen zij dan de maaltijd gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief, meer dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid mijn lammeren.
16 Hij zeide ten tweeden male weder tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief? En hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet het, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed mijn schapen.
17 Hij zeide ten derden male tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, dat Hij voor de derde maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief? En hij zeide tot Hem: Here, Gij weet alles, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid mijn schapen.
18 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Toen gij jonger waart, omgorddet gij uzelf en gij gingt, waar gij wildet, maar wanneer gij eenmaal oud wordt, zult gij uw handen uitstrekken en een ander zal u omgorden en u brengen, waar gij niet wilt.
19 En dit zeide Hij om te kennen te geven, met welke dood hij God verheerlijken zou. En dit gezegd hebbende, sprak Hij tot hem: Volg Mij.
20 En Petrus, zich omwendende, zag de discipel volgen, dien Jezus liefhad, die zich bij de maaltijd aan zijn borst geworpen had en gezegd had: Here, wie is het die U verraadt?
21 Toen hij deze zag, zeide Petrus tot Jezus: Here, maar wat zal met deze gebeuren?
22 Jezus zeide tot hem: Indien Ik wil, dat hij blijft, totdat Ik kom, wat gaat het u aan? Volg gij Mij.
23 Dit gerucht ging dan uit onder de broeders, dat die discipel niet sterven zou; doch Jezus had niet tot hem gezegd, dat hij niet zou sterven, maar: Indien Ik wil, dat hij blijft, totdat Ik kom, wat gaat het u aan?
"Als je oud geworden bent, een ander zal je leiden en brengen op een plek die je niet wilt."