alexander91 schreef:
Zie je niet dat het in het verhaal terug te vinden is: Christus was bij hen in de boot! Zeker, hun geloof faalde hen, maar Christus zou ze nooit ten onder hebben laten gaan. Christus redde hen. Zij waren hun leven allang verzekerd, ook al wisten ze het niet volledig. Ook al wilden ze het niet weten. Het was niet meer in hun handen. Met vallen en opstaan hebben zij dat leren beseffen. Zo gaat het geloof van ieder mens, dat zeg ik uit mijn ervaring, maar ik wil niet mijn ervaring tot fundament maken. Dat is Christus. En telkens als ik dat mee maak, dan dank ik Hem in vreugde.
En ja, ik verhef mij (te) vaak uit boven de discipelen. Ik denk vaak als Petrus, ik kan Christus beter dienen dan de rest. Ik geloof wel zoals het hoort, maar dan val ik weer, want dan richt ik me zelf op op het fundament van mijn hart, mijn gevoel, en dat is als zand. De ene keer ben ik blij, dan weer treurig. Zou ik op 1 van beide mijn geloof bouwen? Nee, geen van beide. Dan zou ik blijven zwalken. Op Christus. Niet op mijn ellende, maar op Zijn Genade! En dat leren en beseffen, elke dag weer, maakt mij verheugd en dankbaar, ook in tijden van verdriet. Hij is niet voor niets de Trooster.
Beproeving van het geloof geschied in het leven. Je hoeft er zelf niet om te vragen. Je hoeft jezelf niet per se te beproeven. Dat doet God wel. Net als bij de discipelen kwamen de beproevingen vanzelf. Wij kunnen met onze gedachten niets toevoegen aan Zijn Genade. Wij kunnen alleen ja en amen zeggen. En dat alleen met kracht van de Heilige Geest.
Lieve Alexander, nee we hoeven zelf niet om die beproeving te vragen, dat mogen we zelfs niet eens! Dat zou pure hoogmoed zijn. We moeten leren dat we in en van onszelf niets zijn.
Kun jij met volle mond belijden dat God mag doen naar Zijn goeddunken?
Heb jij wel eens als een Job op de puinhopen gezeten, alles kwijt?
Ik kom, zoals dat hier genoemd wordt, uit een streng christelijk gezin. Mijn vader had een heel ander geloofsleven dan mijn moeder. Mijn vader was bekommerd, hij werd vaak bestreden.
Maar als die vreugde dan doorbrak! Was dat voor iedereen merkbaar en zichtbaar.
Mijn moeder daarentegen, was wat stabieler, het heeft ook met karakter te maken. De Heere verandert ons karakter niet, wij hebben na onze bekering nog steeds te strijden met onze tekortkomingen en zwakheden. Die blijven nl, zolang we op deze aarde zijn.
Maar we krijgen er last van. Als de Heere onze blinde ogen gaat openen, zien wij hoe wij zijn.
Als je belijdenis deed, zei men tegen je: welkom in de strijd! ds. van Kooten schreef er ook een mooi boek over.





