Maarten schreef:
[Denk je serieus dat alles in die opsomming in Romeinen 9 alleen geldt voor de Israëlieten?
Ja, Maarten, ik denk dat deze tekst puur over het Joodse volk gaat. In het vers hiervoor staat:
'Want ik zou zelf wel wensen vervloekt te zijn, weg van Christus, ten gunste van mijn broeders,
mijn familieleden naar het vlees.'Niettemin staan er zaken in die nu ook voor de heidenen gelden: zoals de aanneming tot kindren. Maar mijn punt was deze tekst aan te halen, om te laten zien dat de Bijbel zegt dat de
verbonden met Israel zijn gesloten, dat staat nergens over de kerk vermeld.
Paulus heeft het hier over zijn bewogenheid met het ongelovige deel van het Joodse volk, voor wie, volgens hem, nog steeds de aanneming tot kinderen geldt, de heerlijkheid, de verbonden etc.. Dan gaat Paulus verder, dat niet iedereen die uit Israel is voortgekomen, Israel is. Hij geeft hier echter geen uitbreiding, maar juist een inperking. Er is een Israel binnen Israel, net zoals er in de kerk een gelovig en een ongelovig deel zit. Onkruid en koren groeit samen op. Paulus geeft hier dus geen
uitbreiding, maar een
inperking. Hij zegt hier niet, dat gelovige heidenen ware Joden zijn. God ging toen verder met het gelovige deel. (Helaas is dat al snel uitgedund, maar dat is even een andere topic.)
We weten, uit bijvoorbeeld Hosea, dat God het volk als geheel tijdelijk terzijde heeft gesteld, en als 'de volheid der heidenen vervuld is', Hij de draad weer met dit volk zal oppakken. Daar staan prachtige beloften over. Dan zal Hij zich tonen aan dit ongelovige deel, en zullen zij Hem aannemen, Hem tot een volk zijn en God zal hen dan tot een God zijn. Over aanneming tot kindren lees je in het OT al dat God van plan is ook een volk uit de heidenen te vergaren.
Het zijn dus niet mijn woorden, het zijn de woorden van Paulus.
Gelovigen uit de volken mogen deel hebben aan de zegen, maar maken geen
deel uit van het verbond met Abraham. Ze mogen komen zoals ze zijn, hoeven zich daarom bijvoorbeeld ook niet te besnijden (zie Hand). Wij zijn doordat we geënt zijn ook kinderen van God geworden, maar niet omdat God met ons de verbonden heeft gesloten, maar omdat we geloven in de God van Israel en daarmee geënt zijn op de edele olijf.
Ik interpreteer de edele olijf wel degelijk als Israel, en de wortel in deze beeldspraak als Jezus: Hij is de wortel van Isai, de vettigheid is beeld van de Heilige Geest.