Het joodse tafelgebed, dat direct na de maaltijd gezegd wordt, lijkt slechts een lofprijzing te zijn, maar het is tegelijk een opdracht. Het luidt: ‘Gezegend zijt Gij, Heer onze God, Koning der wereld, die in zijn goedheid, in genade trouw en erbarmen de gehele wereld voedt. Hij geeft brood aan alle vlees, want zijn trouw is tot in eeuwigheid... Hij voedt en onderhoudt allen en doet goed aan allen en bereidt voedsel voor al zijn schepselen die Hij geschapen heeft. Gezegend zijt Gij, Heer, die allen voedt.’
God wordt dus gedankt en gezegend.
Niet het voedsel.
Wat stel je je daar nu eigenlijk bij voor, bij de zegening van een boterham, dat ie goed valt en je er geen maagzuur van krijgt?
Ik blijf er nl toch wat rooms bij voelen, net zoiets als bij de zegening van de metro door een deken, etc.
http://www.metronieuws.nl/nieuws/opnieu ... V8w1crrPQ/