learsi schreef:In Psalm 19:13 lees ik:...."Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgen afdwalingen"....
Calvijn zegt:
.......de heiligen zondigen vaak door dwaling en onbedachtzaamheid vanwege de valstrikken van satan, en wel zo, dat zij daarin verward, zelfs hun grote zonden niet inzien. Ze worden dwalingen genoemd, omdat de mensen uit een zekere onwetendheid(Paulus heeft het ook over zijn zonden die hij in onwetendheid gedaan heeft!) of bevangen door de lokkingen des vlezes zich daaraan overgeven...........want door zichzelf en anderen(!) voor de rechterstoel van God te dagen, herinnert hij hen , dat, hoewel zij zich er niet bewust van zijn, zij daarom toch niet onschuldig zijn, omdat God veel nauwkeuriger ziet dan de gewetens der mensen; zelfs de meest oplettende gaat het grootste gedeelte van zijn schuld voorbij. Op deze bekentenis volgt een bede om vergeving.
Dit zegt hij, omdat de mensen zich niet genoeg stellen voor de rechtbank van God. Niemand is in zijn eigen zaak een geschikte rechter. Reiniging van zonden kan dan ook alleen verkregen worden door kwijtschelding van God.......
Spurgeon zegt:
.........Door de wet is de kennis der zonde, en in de tegenwoordigheid van de goddelijke waarheid verwondert de psalmist zich over het grote aantal van zijn zonden. Hij kent zichzelf het best, die het Woord kent; maar zelfs zo één zal uitermate verbaasd zijn als hij kennis genoeg heeft, om zelfs zijn verborgen zonden te zien, hoeveel het er zijn. God kan fouten in mij ontdekken, die volkomen verborgen zijn voor mij.Verborgen zonden moeten gezocht en ontdekt (!) worden, want anders zullen zij een dodelijk onheil teweeg brengen. Het is goed om daaromtrent dikwijls in het gebed werkzaam te zijn.....De overtredingen die wij zien en belijden , zijn slechts kleine monsters van graan, die de boer ter markt brengt, maar waarvan zijn korenschuren vol zijn. Er zijn slechts weinig zonden die wij bemerken, vergeleken bij die, welke verborgen zijn voor onszelf en voor onze medeschepselen........
Zondenvergeving wordt voor het eerst geproefd, als ik door het werk van Woord en Geest, bekend gemaakt wordt met mijn zondige natuur die ik in mij omdraag en ik mijn zonden ga belijden. Zeg maar bij het begin van het geloofsleven. Echter, daarna verdiepen het werk van het Woord en de Geest zich steeds, waardoor ik er ook nog talloze verborgen afdwalingen waren (en dat die er nog steeds zijn). En zo erken ik die, en belijdt ze.......en leer bidden:.....Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van mijn verborgen afdwalingen.........
Ik voor mij zie wel verband met Psalm 139 en vooral Psalm139:23-24:......Doorgrond mij , o God! en ken mijn hart ; beproef mij , en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leidt mij op de eeuwige weg.........
Hier erkent de psalmist, dat er bij hem een schadelijke weg kan zijn, die hij op dit moment niet als zodanig kent (verborgen is voor hem) en vraagt of de Heere hem dit wil openbaren.
h.g. Learsi