De theorie van Deutero-Jesaja (of tweede Jesaja)
Deze theorie kwam eind achttiende eeuw naar boven, via Doderlein (1789) en Eichhorn (1783) en men gaat uit er vanuit dat Jesaja zelf de eerste 39 hoofdstukken geschreven heeft maar dat een tweede schrijver tijdens de babylonische ballingschap hoofdstukken 40-66 heeft geschreven, deze latere datum zou de voorspellingen over de inname van Babylon verklaren
De theorie
De Deutero-Jesaja theorie beweert dat de hoofdstukken van Jesaja 1-39 in een andere steil geschreven zijn dan de opvolgende hoofdstukken 40-55. Het eerste gedeelte bevat diverse verslagen van Jesaja die speciaal over zijn verhandelingen met koningen zoals Achaz en andere personen in Jeruzalem gaan. Hun claim is dat de stijl en de taal van Jesaja 40-55 behoorlijk verschillen van de eerdere hoofdstukken, toch is het interessant dat dat argument ook wordt aangedragen door degenen die Jesaja als schrijver steunen, zij wijzen op de eenheid van schrijven en het herhaaldelijk gebruiken van dezelfde woorden, zie links van u Het woord "de heilige Israëls". en het woord "Sion" Het woord "de heilige Israëls" word door Jesaja 25 maal gebezigd 12 maal in het gedeelte voor hoofdstuk 40 en 13 maal daarna Als er een andere schrijver was na hoofdstuk 40 zou hij zich niet zo steevast van dit stopwoord bedienen, merk ook op dat het maar 6 keer in de overige schrift voorkomt. (Dit woord wordt in verschillende vertalingen vervangen door Geheel Israël ook 25/26 maal) Het woord "Sion" wordt door Jesaja ook 46 maal gebruikt, vergelijk het eens met andere bijbelboeken. Dit laatste argument is naar hun zeggen hun sterkste claim, maar helaas lijkt de wens de vader van de gedachte, men beweert alleen maar dat het tweede gedeelte van Jesaja later is geschreven omdat de juistheid van de voorspellingen voor hun niet te verteren is.
De tegen argumenten
Vele Bijbelgeleerden wijzen de Deutero-Jesaja theorie ook af. Hun lijst van Argumenten bevat, zoals eerder gezegd de eenheid van schrijfstijlen in beide delen, het consistente gebruik van dezelfde woorden en de bekendheid van de schrijver met Juda en het noordelijke koninkrijk maar niet specifiek met aangelegenheden in Babylon. Joodse tradities schrijven het boek ook uniform aan Jesaja toe. De Dode Zeerollen bevatten een complete rol van Jesaja van de tweede eeuw voor Christus dat het boek als een geheel bevat, en let op: Het einde van hoofdstuk 39 en het begin van hoofdstuk 40 - daar waar een andere schrijver volgens hen Verantwoordelijk was voor de inhoud - zijn als een doorgaande, in elkaar overvloeiende tekst geschreven. Ook de Joodse afschrijvers die deze rollen maakten hebben nooit aan de eennheid van het boek getwijfeld, noch de schrijvers van het Nieuwe Testament Jesaja bevat veel expliciete profetien over de Messias, alsmede over zijn leven en de dood. Deze Messiaanse voorzeggingen zijn overtuigend Omdat het boek Jesaja vele jaren voor de geboorte van Jezus werd geschreven. Flavius Josephus schreef ook over een Jesaja die in de achtste voor onse tijdtelling leefde.

Aanhalingen uit Jesaja
Zowel Jezus al de apostelen deden aanhalingen uit het boek, en niet eenmaal werd gesuggereerd dat er een andere schrijver bedoeld werd. Denk ook aan Jezus in de synagoge die om de rol van Jesaja vroeg er er een aanhaling uitdeed. Lukas 4:17 , en zo zijn er nog veel meer. Ook de Ethiopische eunuch die hardop- uit wat nu hoofdstuk 53 is las, het gedeelte dat critici aan de Deutero-Jesaja toeschrijven. Lukas schrijft echter dat hij uit de profeet Jesaja las, handelingen 8:26-28 bekijk al de profetieën eens, die parallel met het leven van Jezus lopen niemand suggereert ook maar even dat er een andere schrijver aan het woord is.