Die vraag stelde ik ooit eens op catechese en de dominee wist het antwoord ook niet.
De week erna hadden we weer catechese, maar toen had hij nog geen eenduidig antwoord, puur omdat we (volgens hem) niet precies weten wat er met deze tekst bedoeld wordt. Vermoedelijk gaat het om engelen.
Even voor de duidelijkheid de complete tekst:
6
1 En het gebeurde, toen de mensen zich op de aardbodem begonnen te vermenigvuldigen en er dochters bij hen geboren werden,
2 dat Gods zonen de dochters van de mensen zagen dat zij mooi waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden.
3 Toen zei de HEERE: Mijn Geest zal niet voor eeuwig met de mens twisten, omdat ook hij vlees is, maar zijn dagen zullen honderdtwintig jaar zijn.
4 In die dagen, en ook daarna, waren er reuzen op de aarde, toen Gods zonen bij de dochters van de mensen waren gekomen en die kinderen voor hen baarden; dit zijn de geweldenaars van oude tijden af, mannen van naam.
5 En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat
Verwijzing(en) [sluiten]
Gen 8:21; Job 15:16; Spr 6:14; Jer 17:9; Matt 15:19; Rom 3:10,11,12; 8:6
al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren.
6 Toen kreeg de HEERE er berouw over dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het bedroefde Hem in Zijn hart.
7 En de HEERE zei: Ik zal de mens, die Ik geschapen heb, van de aardbodem verdelgen, van de mens tot het vee, tot de kruipende dieren en tot de vogels in de lucht toe, want Ik heb er berouw over dat Ik hen gemaakt heb.
8 Maar Noach vond genade in de ogen van de HEERE.
In het boek Job worden engelen zonen Gods (met dezelfde woorden in het Hebreeuws) genoemd. Dit is volgens mij de enigste plaats waar met dezelfde hebreeuwse woorden zonen Gods terugkomt.
Job1:6
6 Het gebeurde op een dag, dat de zonen van God kwamen om hun opwachting te maken bij de HEERE, dat ook de satan in hun midden kwam.
Job2:1
1 Opnieuw was er een dag, toen de zonen van God kwamen om hun opwachting te maken bij de HEERE, dat ook de satan in hun midden kwam om zijn opwachting te maken bij de HEERE.
2 Toen zei de HEERE tegen de satan: Waar komt u vandaan? En de satan antwoordde de HEERE en zei: Van het rondtrekken over de aarde en van het rondwandelen erover.
Job38:6
6 Waarop zijn haar pijlers neergezonken?
Of wie heeft haar hoeksteen gelegd,
7 toen de morgensterren samen vrolijk zongen,
en al de kinderen van God juichten?
In het boek Job is het duidelijk dat het gaat om engelen. Dit maakt het aannemelijk dat het zonen Gods uit Genesis ook engelen zijn. Er is alleen 1 probleem: Engelen huwen niet volgens Jezus (volgens mij staat dat ergens in Mattheus)
Een theorie die bovenstaand probleem oplost: Het zijn gevallen engelen. Het zou wat mij betreft kunnen, maar het is wel speculatie. Uit de context van de tekst blijkt dat de aarde goddelozer werd en dat God spijt had dat hij de mens gemaakt had.
Nog een andere theorie is dat het kinderen zijn van Adam en Eva van voor de zondeval. Deze kinderen zouden dan de zonen van God zijn die met mensen van na de zondeval gemeenschap hadden.
Ik heb me er toen wat verder in verdiept (er valt nog veel meer over te zeggen en te speculeren) en kwam persoonlijk tot de conclusie dat het het meest logisch is om aan te nemen dat het hier toch om engelen gaat (gevallen of niet). Maar nogmaals: Precies weten doen we het gewoon niet.
Ik hoop dat ik je niet in verdere verwarring heb gebracht
