Gister vertelden de kinderen de geschiedenis terug van de muren van Jericho die instorten. Vlak voor die geschiedenis had ik verteld dat Jozua de stad bekeek en voor een raadsel stond hoe hij deze stad in moest nemen. Toen kwam de Heere in een gedaante van een man met een zwaard naar hem toen. Jozua vroeg wie de man was. Een vijand of een vriend. Toen zei de Heere: Ik ben van leger des Heeren.
Vertelt een kind uit mijn klas het terug: Toen zei de Heere: Ik ben van het leger des heils