Optimatus schreef:En het verschil tussen jood en Griek is er nog?
Handelingen 21 speelde zich af in 56/57 van de gangbare jaartelling; toen vond de voltallige rechtmatige leiding dit nog wel.
Is Paulos de enige verlichte geest die dit niet vond en die we hierin moeten volgen of verstaan we hem verkeerd in zijn spreken over "geen verschil"?
- Geen onderscheid tussen Jood of Griek - (zie Rom.10:12a; Gal.3:28; Kol.3:11). Dit is een vaak genoemd argument gebaseerd op o.a. voorstaande Schriftdelen, maar m.i. onbegrepen. Verderop in die tekst staat bijvoorbeeld "slaaf noch vrije, man noch vrouw". Betekent dit werkelijk dat de verschillen tussen Griek of Jood zijn, slaaf of vrije zijn, man of vrouw zijn, opgeheven zijn? Nee natuurlijk niet! De context geeft steeds aan waar het verschil is weggevallen:
"want eenzelfde is Heer van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen. Want een ieder, die de Naam van de Heer zal aanroepen, zal zalig worden." (Rom.10:12b,13)
"Want u bent allen kinderen G-ds door het geloof in de Gezalfde Jesjoea. Want zovelen als u in de Gezalfde gedoopt bent, hebt u de Gezalfde aangedaan." (Gal.3:26,27)
"En aangedaan hebt de nieuwe mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld van Degene, Die hem geschapen heeft;" (Kol.3:10)
Waarin is dus het onderscheidt volgens deze teksten weggevallen?:
- geen verschil in Heer
- geen verschil in de schatten van het Koninkrijk
- geen verschil in het zalig worden
- geen verschil in kind van G-d zijn
- geen verschil in een nieuwe mens zijn en de vernieuwing
Dit heft het verschil van het Jood of Griek zijn niet op.
Het eenvoudigst is dat te illustreren door: slaaf / vrije. Leert Paulos dat dit verschil moet worden opgeheven?:
"U, dienstknechten, weest gehoorzaam uw heren naar het vlees, met vreze en beven, in eenvoudigheid van uw hart, gelijk als aan de Gezalfde; niet naar ogendienst, als mensenbehagers, maar als dienstknechten van de Gezalfde, doende de wil van G-d van harte; dienende met goedwilligheid de Heer, en niet de mensen; wetende, dat zo wat goed een ieder gedaan zal hebben, hij datzelve van de Heer zal ontvangen, hetzij dienstknecht, hetzij vrije. En u, heren, doet hetzelfde bij hen, nalatende de dreiging; als die weet, dat ook uw eigen Heer in de hemelen is, en dat geen aanneming van de persoon bij Hem is." (Ef.6:5-9)
"U dienstknechten, weestt in alles gehoorzaam uw heren naar het vlees, niet met ogendiensten als mensenbehagers, maar met eenvoudigheid van het hart, vrezende G-d. En al wat u doet, doet dat van harte als de Heer en niet de mensen; wetende, dat u van de Heer zult ontvangen de vergelding van de erfenis; want u dient de Heer, de Gezalfde. Maar die onrecht doet, die zal het onrecht dragen, dat hij gedaan heeft; en er is geen aanneming van de persoon. U heren, doet uw dienstknechten recht en gelijk, wetende, dat ook u een Heer hebt in de hemelen." (Kol.3:22-4:1)
[zie verder: 1 Tim.6:1,2; Tit.2:9,10; 1 Pet.2:18]
De slaaf blijft hier slaaf, de meester (vrije) de meester.
Hetzelfde zien we als we man / vrouw; lees hiervoor 1 Kor.11:3-10; 14:34,35; Ef.5:22-25; Kol.3:18,19; 1 Tim.2:11,12; Tit.2:1,3-5; 1 Pet.3:1,7.
Sjim'oe d'var-HASJEM gojim! - Hoor het woord van de Eeuwige, gij volken! (Jer.31:10)