Moderator: Moderafo's
52 - Singulariteit en inflatie
Alle materie, energie, ruimte en tijd zouden in één punt met oneindig hoge temperatuur en dichtheid (de zogenaamde singulariteit) geconcentreerd zijn geweest.
Tot op heden is echter geen mechanisme bekend dat vanuit zulk een singulariteit zou kunnen ontstaan.
Bovendien blijft de vraag of de tegenwoordig bekende natuurwetten voor, gedurende of na de op de singulariteit volgende inflatie zouden zijn ontstaan.
In ‘t algemeen brengt het grenswetenschappelijk karakter van oorsprongsvragen,
ongeacht van welk type, veel onzekerheden met zich mee.
53 - Het ontstaan van sterrenstelsels
Na de inflatiefase zouden geringe ongelijkmatigheden in de gasdichtheden ertoe geleid hebben dat clusters ontstaan zijn en dat daaruit sterrenstelsels zijn gevormd. Er is echter geen mechanisme bekend dat het uitdijen van gassen zou kunnen omkeren in een samenballing.
Het uitdijen van het universum zou de vorming van sterrenstelsels verhinderd hebben.
54 - Ontstaan van sterren
Het ontstaan van sterren is het hart van de kosmologie.
Sterren zijn de energieleveranciers van de zonnestelsels en volgens de oerknaltheorie de enige bronnen,
waarin de zware elementen in het universum (metalen) kunnen ontstaan. Echter ondanks een niet aflatende stroom van beweringen van veel kosmologen is het ontstaan van sterren nog steeds onopgelost.
55 - Het ontstaan van planeten
Aan de hand van computersimulaties tracht men te verklaren, hoe binnen het Big Bang scenario gasplaneten, steenplaneten en ijsplaneten konden ontstaan. Een absoluut raadsel is het, hoe de stof in een stofschijf (die bijvoorbeeld onze zon zou hebben omgeven) tot planeten kon samenballen.
De bekende krachten van de zwaartekracht zijn daarvoor in de verste verte niet toereikend.
Daarbij komt dat de omloopbanen van de planeten en de maan in ons zonnestelsel niet simpelweg willekeurig zijn opgebouwd, maar wiskundige wetmatigheden volgen.
56 - Planeten- en maanoppervlakken ^
Indien de planeten en manen van ons zonnestelsel zich uit min of meer homogene gas- en stofschijven zouden hebben ontwikkeld, dan komt de vraag op waarom hun oppervlakken uit zo verschillende materialen zijn samengesteld. Er zijn geen twee identieke planeten of manen bekend. Dit feit geeft grote twijfel over de huidige ontstaanstheorie.
57 - Stipt planetenstelsel
Het planetenstelsel dat onze zon omgeeft, is heel minutieus opgebouwd. Zelfs de kleinste veranderingen (zoals zij onvermijdelijk plaatsvinden) kunnen er toe leiden dat enkele planeten „al” na 10 miljoen jaar in chaotische banen komen.
Dat betekent, dat zij vroeg of laat in het wijde universum verloren gaan of op de zon vallen. Dat ons huidige zonnestelsel sedert 4,5 miljard jaar bestaat, is geenszins zeker.
58 - Afstand aarde - maan
De maan omcirkelt de aarde en veroorzaakt met zijn aantrekkingskracht eb en vloed in de wereldzeeën. Hierbij worden geweldige watermassa’s heen en weer geschoven en daarvoor is energie nodig. De maan levert energie, doordat hij zich elk jaar ca. 4 centimeter van de aarde verwijdert. De aarde levert energie, doordat hij na honderd jaar ca. 0,0016 seconde per dag langzamer draait. Zelfs indien de aarde en de maan bij het begin aan elkaar raakten, dan nog kon dit proces maximaal 1,3 miljard jaar geduurd hebben. Te kort voor een zogenaamd 4,6 miljard jaar oud aarde-maan-stelsel.
59 - Planetaire ringen
Aangetoond kan worden
dat de planetaire ringen van alle vier gasplaneten korte termijn fenomenen zijn. Ze kunnen maximaal enige 10.000den jaren oud zijn. Omdat ze echter niet persé vanaf het begin bij de planeten aanwezig waren, kan het zijn, dat de planeten zelf ouder zijn. Toch is het opmerkelijk dat deze planetaire ringen bij alle vier gasplaneten van ons zonnestelsel gelijk zijn waar te nemen. Verbazingwekkend is ook de ongewoon scherpe begrenzing van de ringen. Daar er voortdurend botsingen tussen de ringdeeltjes zijn, zouden de grenzen in de loop der tijd eerder onscherp zijn geworden.
60 - Kortperiodieke kometen
In ons zonnestelsel bestaan veel minder kometen met een omlooptijd van 20 tot 200 jaar (Halley-type-kometen) dan die met een omlooptijd van minder dan 20 jaar (Jupiter-kometen). Slechts 1 % van op grond van berekeningen verwachte Halley-type-kometen kunnen daadwerkelijk worden waargenomen. Dat zijn er veel te weinig voor het concept van een miljarden jaren oud zonnestelsel, waarin voortdurend nieuwe kometen binnentreden, die dan (uitgaand van lange perioden) in steeds kleiner wordende omloopbanen de zon omcirkelen.
61 - Restanten van supernova’s ^
Na een supernova-explosie ontstaat een gas- en stofwolk, de zogenoemde supernovarest (SNR), die vervolgens uitdijt. Zulk een SNR zou meer dan een miljoen jaar waarneembaar moeten zijn, voordat het verdwijnt. Men vindt echter in onze Melkweg zeer veel minder SNR’s dan men normaal gesproken zou verwachten.
Hun aantal komt overeen met een Melkweg, die ca. 7000 jaar oud is.
SNR’s buiten de Melkweg kunnen tegenwoordig niet waargenomen worden, omdat zij te weinig licht geven.
62 - Metalliciteit van ver verwijderde objecten
Volgens de oerknaltheorie bestonden in het begin alle objecten in het universum uit waterstof en helium.
Pas door supernova-explosies zouden na miljarden jaren langzamerhand zich zware elementen gevormd hebben. Toch is er geen systematisch verschil vast te stellen in de metalliciteit (aanwezigheid elementen) tussen ver verwijderde objecten en objecten dichtbij. Dit weerspreekt het model van de oerknaltheorie. Het licht, dat we tegenwoordig van ver verwijderde hemellichamen zien, zou volgens de oerknaltheorie miljarden jaren onderweg zijn geweest, voor het ons bereikte, en zo een blik in het verre verleden bieden.
63 - Antropisch principe
Onder het antropische principe verstaat men de ongelofelijke fijnafstemming van de verschillende natuurconstanten. Indien ook maar enkele van de ruim 40 bekende natuurconstanten minimaal van hun huidige waarde zouden afwijken, dan zou er geen leven op aarde mogelijk zijn. Sommige wetenschappers die niet in een intelligente Schepper van het universum geloven, behelpen zich met de zogenaamde multiversumtheorie, volgens welke er oneindig veel universums zouden bestaan en wij ons precies in diegene bevinden waarin leven mogelijk is. Met zo’n theorie kan vanzelfsprekend alles en niets bewezen worden.
64 - Microgolven-achtergrondstraling
De kosmische microgolf achtergrondstraling, die vanuit alle hemellichamen tot ons komt, is veel gelijkmatiger dan men volgens de oerknaltheorie zou verwachten.
Dit betekent dat direct na de oerknal een overdracht van warmte moest plaatsvinden.Dat was echter volgens de theorie niet mogelijk, omdat die beweert dat de expansiesnelheid in de inflatiefase groter was dan de lichtsnelheid.
Aangezien het universum hoogstens 15 miljard jaar oud zou zijn, blijft voor de buitenste gebieden (die 30 miljard lichtjaar van elkaar liggen) te weinig tijd voor een warmteoverdracht.
32 - Vivum ex vivo
Vivum ex vivo – Leven komt slechts van leven. Deze door Louis Pasteur geformuleerde verklaring is ook hedentendage nog volledig in overeenstemming met alle experimenteel verkregen gegevens van de levenloze (prebiotische) natuur.
In de tijd van Darwin geloofde men nog dat organismen spontaan in afval of vieze lompen konden ontstaan. Dit ontstaan noemde men „oerverwekking” (abiogenese). Later kon Louis Pasteur bewijzen, dat bacteriën niet vanzelf ontstaan.
33 - Het Miller-experiment
In het jaar 1953 maakte de bioloog en chemicus Stanley L. Miller een proefopstelling, waarmee hij het ontstaan van aminozuren onder oersoepomstandigheden wilde simuleren. Hierbij lukte het hem, door een gasmengsel verscheidene dagen aan elektrische vonken bloot te stellen, enkele eenvoudige aminozuren te synthetiseren. Zijn experiment is echter in de huidige moleculaire biologie om diverse redenen zonder betekenis geworden. Zo verhindert het water in Millers oersoep de vorming van molecuulketens.
In zijn oersoep ontstaan bovendien ook giftige stoffen.
Het experiment vond plaats onder zuurstofloze omstandigheden en komt ook verder niet overeen met de huidige kennis over de oeratmosfeer op aarde.
34 - DNA (Desoxyribonucleïnezuur)
In 1953 gelukte het Francis Crick en James Watson, zich baserend op de röntgendiffractie gegevens van Rosalind Franklin en Maurice Wilkins, om een model voor de driedimensionale structuur van het erfmateriaal af te leiden. Sinds deze ontdekking is het duidelijk dat er zonder DNA geen leven mogelijk is. Aan de andere kant betekent dit echter ook, dat indien de proteïnen niet eerder ontstaan zouden zijn - waarover men het tegenwoordig grotendeels eens is - het DNA toevallig onder oersoepomstandigheden zonder hulp van een matrix zou moeten zijn ontstaan. Laboratoriumexperimenten tonen ontnuchterend aan: zulk een scenario is onmogelijk.
35 - Polymeerchemie
De chemici zijn tegenwoordig in staat om met grote kosten aminozuren te produceren.
De vorming van lange ketens, zoals voor de bouw van organismen nodig zijn, is echter slechts onder uiterst precieze omstandigheden mogelijk. Zelfs kleine verontreinigingen kunnen tot afbraak van een keten leiden.
Bovendien ontleden aminozuurketens, als zij reageren met water.
Aangezien in een hypothetische oersoep met zekerheid ook water aanwezig was, is het onmogelijk, dat zich daarin aminozuurketens of zelfs complete eiwitten (proteïnen) gevormd zouden hebben.
36 - Chiraliteit
Wanneer men in het laboratorium met veel moeite aminozuren en suikers (de belangrijkste bouwstenen van het leven) fabriceert, dan ontstaan bij dit proces gelijke hoeveelheden links- en rechtsdraaiende moleculen. Voor de bouw van levende cellen kunnen echter bijna uitsluitend linksdraaiende moleculen worden gebruikt. Rechtsdraaiende moleculen zijn vaak giftig voor de cel. Aangezien reeds het genoom van de eenvoudigste bekende levensvorm uit ongeveer een half miljoen bouwstenen bestaat, is het op natuurlijke wijze koppelen van voldoende linksdraaiend basismateriaal uitgesloten.
37 - Vouwing van proteïnen
Opdat een proteïne zijn functie in de cel juist kan uitvoeren, moet het een heel specifieke driedimensionale vorm aannemen. Hoewel het in de cel slechts een fractie van een seconde duurt om een enkele proteïnevouw uit te voeren, zou het miljarden jaren duren, wanneer men alle mogelijkheden voor één enkele vouw zou willen uittesten! Hierbij moet men bedenken, dat een foutief gevouwen proteïne in de regel nadelig (in het ergste geval zelfs dodelijk) voor het organisme is.
Voor de opbouw van een enkele cel moeten duizenden proteïnen op de juiste manier gevouwen worden. Hierbij blijft, bij wijze van spreken, „bar weinig” speelruimte over voor toevallige processen.
38 - Adressering van proteïnen
Een proteïne bevat gemiddeld ongeveer 1000 letters (aminozuren). Nadat een proteïne in de cel is gefabriceerd, moet het naar de plaats getransporteerd worden waar het moet worden ingezet. Om dit te bereiken bevat elke proteïne een complexe adressering. Een toevallig ontstaan van deze adressering is niet voor te stellen. Daarbij komt, dat fout geadresseerde proteïnen in veel gevallen niet alleen nutteloos, maar ook schadelijk kunnen zijn.
39 - Productie van proteïnen
Dat alle proteïnen, die in de levende cel geproduceerd worden, op de juiste wijze gevouwen en correct geadresseerd worden, is nog niet voldoende. De cel moet bovendien van elk proteïne de juiste hoeveelheid aanmaken. Indien een cel de productie van een bepaald proteïne niet op het juiste moment zou kunnen stopzetten, dan zou dit ongeveer een vergelijkbaar resultaat hebben, als wanneer men in plaats van brandhout in de kachel langzaam maar zeker het hele huis zou verstoken. Het mechanisme dat de productie van proteïnen start en stopt, moet bij elke cel reeds vanaf het begin volledig gebruiksklaar voorhanden zijn.
40 - Controle mechanismen in de cel
Controle mechanismen in de cel zorgen ervoor, dat defecte proteïnen weer afgebroken en de bouwstenen ergens anders gebruikt worden. Deze mechanismen zouden elke macro-evolutionaire ontwikkeling tegenwerken, omdat zij proteïnen die het organisme een voordeel zouden kunnen geven, elimineren omdat zij niet in het bestaande ontwerp passen. Ook de DNA-keten wordt gedurende het kopieerproces bij de celdeling voortdurend gecontroleerd en gecorrigeerd. Het leven lijkt fundamenteel op het behoud van de bestaande proteïnen (stasis) te zijn ingericht.
84 - Zondvloedverhalen
Bij de meeste oude menselijke beschavingen, op alle vijf continenten, vindt men overleveringen, die over een grote vloed berichten.
Analoog hiermee verwijzen de geologische lagen over de gehele aarde naar vloedcatastrofes van continentale omvang,
die het beste door vloedgebeurtenissen na en tengevolge van één enkele gigantische wereldwijde vloed, kunnen worden verklaard.
85 - Ouderdom van de mensheid
De meeste deskundigen geloven dat er sedert ongeveer twee miljoen jaar mensen bestaan. Dan zou echter de bevolkingsgroei tot kort voor de huidige tijd praktisch nul zijn geweest.
Vergeleken met huidige, soortgelijke culturen is dit scenario totaal onrealistisch.
Daarbij komt: Analyseert men de overblijfselen van de steentijdmensen, dan komt men tot de conclusie, dat zij ondanks goede voeding nooit tot miljoenen-volkeren zijn geworden.
De hedentendage beschikbare empirische gegevens uit de demografie en de schattingen van de hoeveelheid overblijfselen van mensen staan hooguit enkele duizenden jaren menselijke geschiedenis toe.
86 - Neanderthaler en Australopithecinen
De afstamming van de mensen uit aapachtige voorouders is nog altijd niet bewezen.
Van de fantasievol getekende tussenvormen (aap wordt tot rechtop lopende mens), die ons in de media steeds weer gepresenteerd worden, werd tot op de dag van vandaag geen enkel onomstreden exemplaar gevonden. De beroemde oermens, waarvan reeds talrijke exemplaren zijn opgegraven, is de Neanderthaler. De Neanderthaler was echter geenszins primitief. Juist integendeel. Hij had gemiddeld een grotere hersencapaciteit dan de moderne mens. Hoewel het omstreden is, of en hoe de moderne mens met de Neanderthaler verwant zou kunnen zijn, toch lijkt opgehelderd te zijn, dat hij als schakel tussen aap en mens definitief niet in aanmerking komt. De tegenwoordig algemeen erkende hypothese is, dat de Neanderthaler, de chimpansee en ook de moderne mens gemeenschappelijke voorouders hebben. Van deze hypothetische voorouders ontbreekt nog altijd elk spoor. Ook de Australopithecinen schijnen niet in aanmerking te komen.
87 - Genoom van mens en chimpansee
Het verschil in het genoom tussen mensen en chimpansees werd tot nu toe op 1,5 tot 2% gesteld. De moleculair bioloog Roy J. Britten ontdekte echter, dat het verschil bijna 5% is, indien men ook inserties (invoegsels) en gegevenswissingen meetelt. Dat betekent dat op zijn minst 75 miljoen „juiste” mutaties nodig geweest zouden zijn, om uit een gemeenschappelijke voorouder een moderne mens en een chimpansee te maken. Zelfs indien in één van deze populaties elk jaar (!) één voordelige mutatie zou optreden, dan zouden in totaal 75 miljoen jaar nodig geweest zijn (terwijl de ontwikkeling van de mensheid naar men zegt slechts 2 miljoen jaar geduurd zou hebben). Volgens schattingen van geneticapionier J.B.S. Haldane zouden in werkelijkheid zelfs minimaal 2,5 miljard jaar nodig geweest zijn.
88 - Het rechtop lopen
Het rechtop lopen van de mens vereist een gelijktijdig (!) aanwezig zijn van de volgende eigenschappen: gestrekt knie- en heupgewricht, halswervelkolom onder aan het hoofd verbonden (in plaats van aan het achterhoofd zoals bij apen), vlak gezicht, beter evenwichtsorgaan, rechtere rug, holle voet, sterke grote teen en de benodigde hersenfuncties voor het rechtop lopen. Voor elk van deze eigenschappen moeten gelijktijdig enkele duizenden „juiste” en perfect afgestemde mutaties in het genoom plaatsvinden. Zulk een scenario is ondenkbaar.
89 - Menselijk oog
Het netvlies van het menselijk oog bevat 126 miljoen pixels (beeldpunten). Een gemiddelde digitale camera van tegenwoordig heeft „slechts” 6 miljoen pixels. De signalen van de pixels in het oog worden eerst door speciale zenuwcellen „gecomprimeerd” en lopen dan over ongeveer 12 miljoen zenuwdraden naar de hersenen. Hierbij moet elke afzonderlijke zenuwdraad verbonden zijn met een bepaalde plaats in de hersenen, opdat het beeld in de hersenen op correcte wijze ontstaat. Deze positionering van de zenuwdraden kan onmogelijk in een stapsgewijs, toevallig proces zijn ontstaan. Het wordt nog complexer, omdat de draden op weg naar de hersenen gekruist, uitgewaaierd en naar verschillende plaatsen geleid moeten worden.
90 - Inverse retina
De lichtgevoelige cellen in het menselijke oog bevinden zich onder twee lagen zenuwcellen. Daardoor zou, zo geloofde men, het licht door de zenuwcellen worden afgezwakt. Een intelligente Schepper zou dat beter geconstrueerd hebben, was de gangbare mening.
Nu is echter gebleken, dat de zogenaamde Müllercellen, waarvan men tot nu toe slechts wist, dat zij een ondersteunende functie hebben, ook de functie van zeer efficiënte lichtgeleider vervullen en zo het licht tussen de zenuwcellen door naar de lichtgevoelige cellen in de retina verder leiden.
Omdat de lichtgevoelige cellen direct boven de bloedvaten liggen, worden ze beter gekoeld
en kunnen bovendien efficiënter van energie worden voorzien.
91 - Degeneratie van de menselijke taal
Onderzoekingen aan oude talen tonen aan, dat deze vroeger complexer waren en met de tijd eenvoudiger werden. Het oude Latijn, Grieks, Hebreeuws, Chinees, Indiaanse talen enz. –
hoe ver wij ook terugzien, de mensheid kon met de vroegere talen meer informatie met minder woorden doorgeven, dan bij de moderne talen.
Daarbij komt, dat men met deze talen nauwkeuriger kon formuleren. Dat is in tegenspraak met het evolutionistische denkbeeld van ontwikkeling van eenvoudig naar complex.
92 - Bijna-dood-ervaringen en menselijk bewustzijn
Onderzoek van de zogenoemde bijna-dood-ervaringen toont aan, dat het menselijk bewustzijn onafhankelijk van het lichaam kan bestaan. Weliswaar kunnen zelfs met elkaar overeenstemmende getuigenissen van mensen, die korte tijd klinisch dood waren, geen zekerheid geven, (want het menselijk bewustzijn is een verschijnsel, dat noch medisch noch filosofisch eenduidig gedefinieerd kan worden), maar beslist u zelf: is uw bewustzijn het product van een op zichzelf dood mechanisme, of is het een „deel“ van uw hoogstpersoonlijke „ik“, dat onafhankelijk van uw fysieke lichaam bestaat?
93 - Menselijke creativiteit
Creativiteit verschaft iets nieuws. Niet alleen kunstenaars zijn creatief, ook autoconstructeurs, stratenmakers, programmeurs, huisvrouwen, scholieren, enz. Zij vinden allemaal oplossingen voor complexe problemen en maken dingen die er daarvoor niet waren. Uit onze bekwaamheid iets nieuws te maken en de geheimen van het heelal en de materie te doorgronden, zou afgeleid kunnen worden, dat wij schepsels en beelden van God zijn, die alles geschapen heeft.
94 - Geweten en ethiek
Geweten en ethiek kunnen zich onmogelijk ontwikkeld hebben in een miljoenen jaren durende genadeloze overlevingsstrijd.
Het geweten brengt geen overlevingsvoordeel.
Het instinct zonder geweten zou waarschijnlijk in de meeste gevallen leiden tot uitroeiing van de vijandige stammen.
Het geweten weerhoudt daarentegen om onbarmhartig en alleen bedacht op eigen voordeel te reageren.
95 - Liefde, vreugde, verdriet en droefheid
Het bestaan van het fenomeen liefde is moeilijk te verenigen met de denkbeelden van de evolutietheorie. Afgezien van de geslachtelijke seks is ze een onbeschrijflijke, zuiver geestelijke component, die in tegenspraak is met het naturalistische wereldbeeld.
Zou het leven echt uit levenloze, „gevoelloze“ materie ontstaan zijn?
Wanneer dat het geval zou zijn, dan zouden ook liefde, vreugde, verdriet en droefheid niets anders zijn dan enorm complexe naturalistische mechanismen; die echter in de genadeloze overlevingsstrijd van de evolutie eerder hinderlijk dan nuttig zouden zijn.
Zou het kunnen zijn, dat aan het begin van het aardse leven niet het toeval, maar de liefde van een intelligente Schepper stond?
martien schreef:52 - Singulariteit en inflatie
In het kader van de kosmologie is volgens velen het bestaan van het universum met een oerknal begonnen.
Binnen de huidige wetenschappers die zich met kosmologie of sterrekunde bezighouden, is dit geen vraag meer maar een feit.
kirdneh schreef:hettys schreef:Oh ja. je hebt ook nog uitgelegd dat je zelf vond dat mensen genoeg lichaamhaar hebben.
Precies.
Kirdneh schreef:Hettys schreef:
Nee. Dat hebben die genen zeker niet aangetoond. Nergens in die genen is vooralsnog gelezen dat er in de voorouders van 40 jaar terug aanleg was voor de aanpassingen die het laatst gevonden soort bij zich had.
Nee, de genen zijn identiek, dwz dat het alreeds aanwezig moet zijn want waar komt het anders vandaan?
Kirdneh schreef:Hettys schreef:Nee. Daar wachten we geduldig op. Gaat het een backmutation zijn? Wat is precies een backmutation? Een back mutation is in elk geval een terug-mutatie. Dus iets wat eerder is gemuteerd hersteld zich in de oude vorm.
Dus een eerdere mutatie heeft ervoor gezorgd dat het beestje insecten ging eten, anders kan het nooit een backmutation zijn. Wanneer heeft dat beestje die mutatie opgelopen? Is ie nou carnivoor geweest of niet? (Ja. 40 jaar geleden was ie nog insecteneter)
Maar goed. Daar komen we wel een keer achter, als er een diepgaander gen-onderzoek heeft plaatsgevonden. Vooralsnog heeft het beest allerlei kenmerken die het 40 jaar geleden nog niet had alhoewel creationisten beweren dat het onmogelijk is.
05. De bekende evolutiemechanismen mutatie, selectie, genoverdracht, combinatie van gensegmenten, gen¬duplicatie en andere factoren zijn niet toereikend om nieuwe bouwplannen en functies te verklaren
Is dus weerlegd. Ze HEBBEN, bewezen, nieuwe functies.
Dus niet want er zijn identieke genen gevonden en was de informatie al aanwezig, als je dat ontkent dan mag jij mij aantonen waar het nou vandaan komt
Kirdneh schreef:hettys schreef:Weet je eigenlijk wel wat genetische manipulatie is? De man heeft gewoon zijn koelkast en diepvries beschikbaar gesteld om bacteriën hun eigen werk te laten doen. Zonder genetische manipulatie.
Het is genetische manipulatie zonder genetische manipulatie, ik begrijp echt niet wat je hier boven bedoelt.
Kirdneh schreef:Hettys schreef:Evolutionaire veronderstellingen? Haha. Als gewone logica niet meer kan, en het evolutionair is om te vinden dat je in een bloedheet klimaat geen winterlaarzen mee moet sjouwen, geef mij dan maar gewone logica. Dus nog maar een keer. Wat is het verlies om in een stikhete omgeving winterlaarzen en dikke thermo jassen weg te leggen.
Verlies betekent dat je iets kwijt bent wat je nodig hebt.
Precies, het zou beter zijn als je ook de informatie (winterjassen cq schoenen) bij je had bij eventuele weersveranderingen, dus het geeft geen enkel voordeel.
Kirdneh schreef:hettys schreef:Gek hé. En stomtoevallig hebben die beesten uitstekende aanpassingen om zonder ogen in het donker te kunnen overleven. En ook zo raar; jij weigert ten ene male in te gaan op mijn vraag waarom een populatie het gezichtsvermogen alleen maar verliest op stikdonkere plaatsen.
Simpele logica.
Ik ontken ook niet dat dieren gezichtsvermogen verliezen, wat ik ontken is dat dat positief is.Ik ben van mening dat als dat beestje weer in het licht komt dat dat verlies geen positief verhaal zal worden, je kunt dus concluderen dat het beestje verarmt is.
Hettys schreef:Een handicap zonder dat je merkt. Die is echt sterk. Dat soort onzin hoor ik zelden.
Dat is geen onzin, je bent iets kwijt wat je eerst nodig had.
Kirdneh schreef:Hettys schreef:Wat bedoel je met die link? Die gaat over CDX1 homeobox.
Ik heb het over de Wnt-3a en Cdx1.
Waarom ga je niet in op de inhoud van het verhaal in plaats van kritiek te geven op één van de recenties. Altijd een inhoudelijk antwoord ontwijken.
De site die ik linkte heeft verwijzingen naar wetenschappelijk onderzoek.
Jouw link praatte over de CDX1 gen wat volgens jouw voor de staart is, terwijl de link van mij het heeft over een andere functie van dat gen, dus mijn vraag is wat is het nou.
In welk peer revieuwed blad heeft dit gestaan (Artikel van talkorigins)
Kirdneh schreef:Hettys schreef:
Je kletst.
Er is duidelijk bewijslast geleverd die jij weigert te erkennen. Je wilt ZELFS niet zeggen wat er mis is aan de tekeningen en de tekst. niet reduceerbaar complexe systemen zijn totaal onbewezen. In feite zijn ze al gefalcificeerd.
Jij verschuift de bewijslast naar de zg evolutionisten. Creatie.info hoort hun eigen stelling te bewijzen. Zo werkt het. Wie iets beweert moet het bewijzen. Dat is geen verschuiven van de bewijslast. Dat is terugschuiven.
Bewijs het maar es. Maar, nogmaals. Jij gaat nix bewijzen of aantonen. DAT heb je inmiddels wel bewezen.
Nee hoor, als je vindt dat ze geen gelijk hebben dan mag je dat bewijzen, dus niet gaan draaien, weerleg het nou want anders wordt dit topic wel erg langdradig, of geef gewoon toe dat je niks hebt dan kunnen we naar de volgende.
rai schreef:martien schreef:52 - Singulariteit en inflatie
In het kader van de kosmologie is volgens velen het bestaan van het universum met een oerknal begonnen.
Binnen de huidige wetenschappers die zich met kosmologie of sterrekunde bezighouden, is dit geen vraag meer maar een feit.
Het is geen vraag, maar een zeer discutabel theorie wie niet gebaseert is op enige wetenschap.
hettys schreef:Je hebt daar gewoon je eigen mening gegeven, en dus helemaal niets uitgelegd. Wanneer heb jij op dit forum pakweg de afgelopen 2 jaar een wetenschappelijke verklaring gegeven om het creationisme te ondersteunen? En wanneer heb je deze wetenschappelijke verklaring ondersteund met je eigen argumenten?
hettys schreef:Jij weet inmiddels HEEL erg goed dat genen nooit helemaal identiek zijn: dat is een kwestie van hoe diepgaand het onderzoek is. Elk organisme is uniek. Men heeft genetisch gezien wat meer van z’n vader en moeder dan van de buurman, maar niemand is genetisch identiek en ik heb je nu al 20 keer uitgelegd wat daarmee bedoeld werd.
Toch blijf je maar ‘genetisch identiek’ roepen. Waarom doe je dat?
hettys schreef:‘identieke genen’ (*zucht*)
Nog maar een keertje dan: ALS die informatie al aanwezig was in de genen, wat nog niet bekend is, dan zijn die genen, door jouw zogenaamde ‘backmutations’ (er waren veel veranderingen, dus veel ‘backmutations in die 40 jaar) toch WEL veranderd. Backmutation is namelijk ook een mutatie. Dus je moet nu heel gauw ophouden met je ‘identieke genen’ want die bestaan niet.
We hebben dus nog steeds hagedissen met functies die ze 40 jaar geleden nog niet hadden.
hettys schreef:Geen genetische manipulatie. Hij heeft ze gevoed en daardoor ontstonden er mutaties. Waar haal je die genetische manipulatie vandaan?
http://www.kennislink.nl/publicaties/evolutie-terwijl-u-wacht
hettys schreef:Het wordt steeds gekker. Het meesjouwen van onnutte zware spullen kost zoveel energie dat je eronder kunt bezwijken. Jij en ik weten allebei dat elke soort op aarde aangepast is aan zijn omgeving. Er bestaat geen soort met een te dikke jas (vacht) in een te hete omgeving. Elk organisme is aangepast aan het klimaat en de omstandigheden.
Elk orgaan, of het nu om ogen gaat of om een dikke vacht, kost energie. Wie dat niet nodig heeft legt het weg. Dat is overleven. Energiebesparing.
En dat is een heel normaal logisch concept in de natuur die je gewoon kunt waarnemen.
hettys schreef:
Zie hierboven. Wie met een zware rugzak met winterkleren door de amazone trekt legt het weg. Anders ga je dood. Hetzij ben je door je gesukkel een prooi, hetzij val je neer door uitputting.
(Nee hoor, ik moet mijn winterlaarzen houden, misschien gaat het wel vriezen)
Hettys schreef:
Nodig? Wanneer?
hettys schreef:http://www.talkorigins.org/faqs/comdesc/section2.html
Vrijwel elke bewering gaat gepaard met verwijzingen naar vakbladen. Jij zeurt eerst iets over amateurs, ik wijs op de de auteur, en vervolgens zeur je weer verder over iets anders. NOOIT geef je inhoudelijk commentaar op de tekst. of het nou gaat om een kniegewricht, of waar dan ook om, never, zul jij ingaan op de tekst. En dan mensen beschuldigen van gedraai.
hettys schreef:Het bestaan onreduceerbaar complexe systemen zijn hetzelfde als het bestaan van kabouters. Ze bestaan gewoon niet. Je hebt een wetenschappelijke link gekregen. Dus het kniegewricht is al weerlegd. die link wijs je af zonder één enig zinnig argument.
hettys schreef:Deze topic heet ’95 stellingen bekritiseerd’
Mijn kritiek op deze stelling is “onreduceerbaar complexe systemen zijn een sprookje”
hettys schreef:Doen we hier aan sprookjes?
hettys schreef:Ik heb ook een stelling: Kirdneh is geen creationist. Hij is een 'evo' die het creationisme voor gek wil zetten.
41 - Afwijkingen in de radiometrie
Afhankelijk van de mate waarin gesteente meer dan één instabiel (radioactief) isotoop bevat, kunnen verschillende radiometrische methoden om de ouderdom te bepalen worden toegepast. In de regel wordt (vanwege de kosten) slechts één enkele methode toegepast. Wordt echter hetzelfde gesteente met verschillende methoden gemeten, dan kan men heel vaak aanzienlijke en systematische afwijkingen vaststellen.
42 - Koolstof 14
Met een moderne Accelerator Mass Spectrometer (AMS) is het mogelijk maximaal 90.000 jaar oude koolstof (grafiet, marmer, antraciet en diamanten) te analyseren.
Men heeft echter tot op heden geen enkel materiaal gevonden, waarvan de radiometrische leeftijd hoger was dan 71.000 jaar.
Deze voor de conventionele wetenschap veel te lage ouderdomsmetingen worden toegeschreven aan verontreinigingen.
Men kon echter ondanks grote inspanning deze verontreinigingen niet aantonen.
Bovendien is het denkbaar, dat de oeratmosfeer van de aarde minder radioactieve koolstof (C-14) bevatte.
Zou dit het geval zijn, dan zijn de onderzochte materialen nog jonger.
43 - Uranium, helium en lood in Zirkoon
Zirkoonkristallen vindt men wereldwijd in het graniet. Deze kristallen bevatten ten dele ook een beetje uranium, dat radioactief vervalt, waarbij helium en lood (beiden stabiele elementen) ontstaan. Op basis van de actueel aanwezige hoeveelheid helium en de snelheid, waarmee het gestaag ontsnapt (diffusiesnelheid), kan men de ouderdom van de kristallen berekenen.
Interessant is dat men in steenlagen, die zogenaamd miljarden jaren oud zijn, zirkonen vindt die volgens het heliumgehalte waarschijnlijk slechts 4.000 tot 8.000 jaar oud zijn.
44 - Radioactief verval tot lood
Bij de radiometrische ouderdomsbepaling van gesteenten wordt vaak het gehalte van uranium-238 en lood-206 gemeten. De halfwaardetijd, waarin het uranium-238 tot lood-206 vervalt, bedraagt 4,46 miljard jaar. Na 4,5 miljard jaar (de zogenaamde leeftijd van de aarde) zou dus minstens evenveel lood als uranium in het aardoppervlak aanwezig moeten zijn. In werkelijkheid vindt men echter meer lood dan uranium.
45 - Radioactief verval bij plasmatemperaturen
Indien men de bekende radioactieve materialen tot op plasmatemperaturen verhit, dan daalt bijvoorbeeld de halfwaardetijd van uranium-238 van 4,5 miljard jaar naar 2,08 minuten. Deze eigenschap betekent een extra onzekerheidsfactor bij de radiometrische ouderdomsbepaling.
46 - Uranium en polonium stralingspatronen
De veel voorkomende uranium en polonium stralingspatronen in het graniet van het Paleozoïcum-Mesozoïcum (naar men zegt 542 tot 251miljoen jaar geleden) verwijzen naar één of meer fasen van voorbijgaand versneld radioactief verval.
Zo kunnen de resultaten van de radiometrische meetmethoden (ook de splijtingsspoor methode) heel goed in het model van een jonge aarde verklaard worden.
47 - Helium uit het binnenste van de aarde
In het binnenste van de aarde vinden radioactieve vervalprocessen plaats die helium en warmte produceren. De uittredende hoeveelheid helium is echter slechts 4%, van wat men op basis van de uittredende warmte mag verwachten. Een mogelijke verklaring voor deze tegenstrijdigheid is, dat het grootste gedeelte van de helium in de binnenste van de aarde zou achterblijven. Een andere mogelijkheid is, dat de aarde uit de ontstaanstijd nog een grote warmtevoorraad in zich heeft (hetgeen betekent, dat niet alle warmte door radioactief verval ontstaat). Beide mogelijkheden zijn nauwelijks met het model van een oude aarde in overeenstemming te brengen.
48 - Magneetveld van de aarde
Net als de zon hebben de meeste planeten een eigen magneetveld. Afhankelijk van de ontstaanstheorie verwacht men dat deze magneetvelden een korte of langere levensduur hebben. Bij metingen van de sterkte van het aardmagneetveld heeft men gedurende de laatste 170 jaar een gestage afname vastgesteld. Op basis van deze metingen kan de ouderdom van het aardmagneetveld op minder dan 10.000 jaar geschat worden.
49 - Zoutbergen en zoutgehalte van de zeeën
Ondanks langdurige regentijden (pluviale) in het Kwartair (dat naar men zegt 2,6 miljoen jaar geleden begonnen zou zijn) verheft bijvoorbeeld de zoutberg Kuh-e-Namak in Centraal Iran zich meer dan 300 meter boven het aardoppervlak. Indien deze zoutberg slechts bij benadering zo oud zou zijn, zoals officieel geschat wordt, dan zou deze allang opgelost moeten zijn. Een andere omstandigheid is het zout van zoutvoorraden dat wegspoelt naar de zee en er zo aan bijdraagt, dat het zoutgehalte van de oceanen langzaam toeneemt. Meet men de aan- en afvoer van zout in de wereldzeeën, dan komt men tot de conclusie dat de tegenwoordige processen sedert maximaal 62 miljoen jaar kunnen hebben plaatsgevonden. Bij deze berekening is men uitgegaan van de onrealistische aanname dat er oorspronkelijk geen zout zat in de wereldzeeën.
50 - Nikkel in het zeewater
Nikkelerts behoort tot de stoffen die door het rivierwater naar zee afgevoerd worden. Aan de hand van de hoeveelheid nikkel, die jaarlijks instroomt en het huidige totale nikkelgehalte van de oceanen kan men conclusies trekken over de ouderdom van de zeeën. Daarbij stelt men vast dat uitgaande van de tegenwoordige processen het maximaal 300.000 jaar geduurd heeft, om het huidige nikkelgehalte te verkrijgen. Aangezien er geen mechanisme bekend is dat nikkel uit het zeewater verwijdert, is het onrealistische ervan uit te gaan dat onze oceanen vele miljoenen jaren oud zijn.
51 - Aardolie, steenkool en versteend hout
De bewering dat er lange tijdsperioden nodig zijn, voor de vorming van olie, steenkool of versteend hout, is achterhaald.
Een snel ontstaan van olie wordt al enige tijd experimenteel onderzocht
en in 2006 werd bekend, dat kool onder gunstige omstandigheden in één nacht kan ontstaan.
Voor het verstenen van hout zijn enkele jaren geleden al patenten aangevraagd. Versteend hout wordt bijvoorbeeld geproduceerd voor tafel- en schoorsteenplaten.
To create petrified wood, the researchers bought pine and poplar boards at a lumber yard. They gave a half-inch cube of wood an acid bath, then soaked it in a silica solution for days. The wood was air-dried, cooked in an argon-filled furnace at temperatures as high as 1,400 degrees and cooled in argon to room temperature.
kirdneh schreef:Ja tuurlijk, stop wat e coli's in een potje en gooi er glucose bij en ga bij de koelkast wachten (zeker een overheidsproject ) en dan zou de 'wetenschapper' niet ermee geknoeid hebben ondanks de toevoegingen.?
martien schreef:To create petrified wood, the researchers bought pine and poplar boards at a lumber yard. They gave a half-inch cube of wood an acid bath, then soaked it in a silica solution for days. The wood was air-dried, cooked in an argon-filled furnace at temperatures as high as 1,400 degrees and cooled in argon to room temperature.
bron
Dus het proces is als volgt:
1. In een zuurbad dompelen.
2. Dagenlang in een oplossing van silica laten liggen
3. Drogen
4. Tot 1400 graden verhitten in een atmosfeer van argon.
Begrijp ik het nu goed dat dit procede gedacht wordt te hebben plaatsgevonden 6000 jaar (of zo) geleden om versteende bomen te laten ontstaan? En dat is dan een "stelling tegen de evolutie"?
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 24 gasten