Michael schreef:Gaat die analogie werkelijk op?
Zoals ik al aangaf: maar een heel klein beetje.
hettys schreef:De verkiezing begon toch al voor de grondlegging van de wereld?
Jazeker, maar het is geen statisch gegeven, maar wordt geeffectueerd in de dynamiek van de werkelijkheid. Met andere woorden: juist het feit dat het Evangelie verkondigd wordt, is een teken dat God door middel hiervan zijn verkiezing realiseert. Of om het in de woorden van de apostel Paulus te zeggen: "het heeft God behaagd door de dwaasheid van de prediking zalig te maken hen die geloven." (1 Kor. 1:23).
Zó, door de verkondiging van Zijn Zoon met het bevel van geloof en bekering, en niet op een andere manier, redt Hij mensen.
hettys schreef:Dit soort troost zegt me weinig. Het is een egocentrisch soort troost omdat de verkiezing nadrukkelijk impliceert dat er ook veel mensen niet worden gekozen. Anders is er geen sprake van kiezen.
God sluit, bijbels gezien, mensen uit zoals hij andere uitkiest.
Als ik je goed begrijp is de troost die vervat wordt in "God heeft mij lief" egoistisch? In dat geval is elk verliefd stel dat ook.
Maar de reden waarom iemand als Calvijn de verkiezing een troost noemt, is omdat in de ellende die we in deze wereld tegenkomen (Calvijn was zijn leven lang een vluchteling) de troost van Gods verkiezende liefde ons op de been houdt, tegen alle verdrukking van God-vijandige krachten in. Tja, noem dat maar egoistisch.
Maar de kern van je wat je schrijft zit hem natuurlijk in de verwerping van mensen. Maar dan moeten we wel voorop stellen dat deze mensen daar ook zelf voor kiezen. Kort gezegd kun je zeggen dat iemands verwerping uiteindelijk het gevolg is van hoe die persoon tegenover God staat: vijandig en nog van harte ook. De hel is daarom ook "iemands vrij gekozen identiteit los van God op een traject richting de oneindigheid" (Tim Keller). Iemand als C.S. Lewis heeft dat ook treffend weergegeven door zijn verhaal van een aantal helbewoners die een busreis naar de hemel maakten. Na er eens rondgekeken te hebben, vonden ze het maar niks en gingen weer terug. Het verderf zit dan ook allereerst in onze harten en als het daar blijft, verdiept zich dat alleen maar.
Je kunt je daarbij afvragen of het feit dat God aan mensen voorbijgaat reden voor jou is om dat problematisch te vinden. Dat kun je alleen maar problematisch vinden als je God Zelf als een liefhebbende God hebt leren kennen, in het bijzonder in het werk van Zijn Zoon Jezus Christus. In het andere geval heb je helemaal geen reden om dat jammer te vinden, want dan ken je God niet als liefhebbende God en heb je zelf ook geen reden om Hem lief te hebben, laat staan dat je zou willen dat anderen God leren kennen.
Daarom doet het christenen pijn (en alleen hen!) als mensen God niet willen kennen en sporen ze die mensen aan om Hem te leren kennen. Wat dat betreft is liefde gunnend.
Dat er verkiezing en verwerping is, ontken ik daarbij overigens niet. Want "God is God and we are not", om het maar in het Engels te zeggen. Maar dan nog: waarom zou iemand boos zijn op een verkiezende God die hij of zij toch al zelf verwerpt?
Want het is echt niet zo dat God iemand verwerpt die met heel zijn of haar hart naar Hem op zoek is. Want in het hart van die persoon is God allang bezig te werken.
Wie niet naar Hem op zoek is, zou zich pas zorgen moeten maken. Maar juist die personen maken zich hier helemaal niet druk over.
Eigenlijk is in deze lastige materie er een eenvoudige stelregel te geven: wie gelooft, mag weten uitverkoren te zijn. Wie niet gelooft, is daar juist niet zeker van.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)