Moderators: henkie, elbert, Moderafo's
AikonGirl schreef:Heb je trouwens wel globaal een schema gemaakt, voor het hele jaar?
Of komen we er op het laatst achter dat we een paar bijbelboeken per dag moeten doen.
Lovely schreef:Bedankt voor de samenvatting, Krukje.
Ik heb de hoofdstukken gelezen en misschien kan iemand mij helpen met het beantwoorden van mijn vraag. Mijn vraag gaat over deze tekst22 Toen dacht God, de HEER: Nu is de mens aan ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven.
22 Toen zeide de HEERE God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid.
Ik heb zowel de nieuwste vertaling als de Statenvertaling naast elkaar gelegd, maar wat bedoeld God met 'ons' of 'onzer'?
Krukje schreef:Engelen van God verlaten hun hemelse woonplaats om met de mooie dochters van de mensen te trouwen.
mohamed schreef:Waar staat dat precies als ik vragen mag?
Krukje schreef:mohamed schreef:Waar staat dat precies als ik vragen mag?
Gen 6:2,1
Krukje schreef: Engelen van God verlaten hun hemelse woonplaats om met de mooie dochters van de mensen te trouwen.
Krukje schreef:mohamed schreef:Waar staat dat precies als ik vragen mag?
Gen 6:2,1
Prince Caspian schreef:Er zijn mensen die beweren dat de nephilim, of 'Gods zonen', die beiden genoemd worden in ...
... wordt in Genesis 10:8 beschreven als een van deze 'machtigen').
Bron
Wikipedia schreef:In de Griekse mythologie waren de Giganten (Grieks: Γίγαντες, Gigantes) ontzaglijke reuzen, met vreselijke aangezichten, lange verwarde haren, die van hoofd en kin afhingen, en van geschubde drakenstaarten in plaats van voeten voorzien. Ze tonen enige gelijkenis met de Jötun uit de Noordse mythologie.
mohamed schreef:Dat de zonen Gods genoemd in Genesis 6 in het vlees waren moge duidelijk zijn, want 'toen Gods zonen tot de dochters der mensen ingegaan waren, en zich kinderen gewonnen hadden; deze zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van naam.' (Gen 6,4)
De geweldigen of reuzen (NBG51 en NBV) Gods zonen genaamd woonden op aarde (Gen 6,4) dus hun oorspronkelijke woonplaats was dus niet de hemel zoals krukje beweert, maar de aarde. Zij werden bovendien door de zondvloed uitgeroeid en zouden geestelijke wezens de verdrinkingsdood hebben kunnen sterven? Ook in de Griekse mythologie wordt melding van reuzen gemaakt waar zij zonen van Gaia genoemd worden, de moeder aarde.Wikipedia schreef:In de Griekse mythologie waren de Giganten (Grieks: Γίγαντες, Gigantes) ontzaglijke reuzen, met vreselijke aangezichten, lange verwarde haren, die van hoofd en kin afhingen, en van geschubde drakenstaarten in plaats van voeten voorzien. Ze tonen enige gelijkenis met de Jötun uit de Noordse mythologie.
Men zou de giganten mogelijk kunnen vergeestelijken in figuurlijke zin, maar in letterlijke zeker niet.
Waarom waren hun nakomelingen op een meer in het oog springende wijze „mannen van vermaardheid” dan de nakomelingen van de goddelozen of van de getrouwe Noach? Bovendien zou men de vraag kunnen stellen: Waarom wordt hun huwelijk met de dochters der mensen als iets bijzonders vermeld? Er waren al meer dan 1500 jaar lang huwelijken gesloten en kinderen geboren.
De in Genesis 6:2 genoemde zonen van God moeten daarom engelen, hemelse „zonen Gods” geweest zijn. Deze uitdrukking wordt in Job 1:6 en 38:7 op engelen toegepast. Deze zienswijze wordt ondersteund door Petrus, die spreekt over „de geesten in de gevangenis, die eens ongehoorzaam waren geweest, toen het geduld van God wachtte in de dagen van Noach” (1Pe 3:19, 20). Ook Judas schrijft over „de engelen die hun oorspronkelijke positie niet hebben behouden maar hun eigen juiste woonplaats hebben verlaten” (Ju 6). Engelen beschikten over het vermogen zich in menselijke gedaante te materialiseren, en sommige engelen hebben dit gedaan om boodschappen van God over te brengen (Ge 18:1, 2, 8, 20-22; 19:1-11; Joz 5:13-15). Maar de hemel is de juiste woonplaats van geestelijke schepselen, en de engelen bekleden daar dienstposities onder God(Da 7:9, 10). Deze woonplaats te verlaten om op aarde te wonen en de hun toegewezen dienst op te geven om vleselijke betrekkingen te hebben, zou opstand tegen Gods wetten betekenen en pervers zijn.
In de bijbel staat dat de ongehoorzame engelen nu „geesten in de gevangenis” zijn, die ’in Tartarus zijn geworpen’ en „met eeuwige banden onder dikke duisternis [worden] bewaard voor het oordeel van de grote dag”. Dit schijnt erop te duiden dat zij in grote mate beperkt zijn en zich niet meer kunnen materialiseren, zoals zij dit vóór de Vloed deden. — 1Pe 3:19; 2Pe 2:4; Ju 6.
Terug naar “[Religie] - Open forum”
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 4 gasten