P. Strootman schreef:Hebben jullie er rekening mee gehouden, dat als Jezus zegt: Ik en de Vader zijn een(1), dat Jezus dan in directe zin spreekt namens de Geest Gods? Gods Geest wordt immers ook Zoon genoemd.
De Joden verstonden het donderse goed!
Johannes 1030 Ik en de Vader zijn één.
31 De Joden dan namen weer stenen op, om Hem te stenigen.
32 Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele voortreffelijke werken getoond van Mijn Vader; om welk werk van die stenigt gij Mij?
33 De Joden antwoordden Hem, zeggende: Wij stenigen U niet om enig goed werk, maar om godslastering,
en omdat Gij, een Mens zijnde, Uzelf God maakt.
Sommige Joden geloofden niet in het geestelijke en ik heb de indruk dat onderstaande geschiedenis zich onder christenen herhaalt.
Johannes 663
De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.
64 Maar er zijn sommigen van u, die niet geloven. Want Jezus wist van den beginne, wie zij waren, die niet geloofden, en wie hij was, die Hem verraden zou.
65 En Hij zeide: Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij komen kan, tenzij dat het hem gegeven zij van Mijn Vader.
66
Van toen af gingen velen van Zijn discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem.
67 Jezus dan zeide tot de twaalven: Wilt gij ook niet weggaan?
En lees ook deze passages:
Mat 24,30 En alsdan zal in de hemel verschijnen het teken van de Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen de Zoon des mensen zien,
komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid.
Mat 2664 Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg u: Van nu aan zult gij de Zoon des mensen zien, zittende ter rechter hand van de kracht Gods, en
komende op de wolken des hemels.
65 Toen verscheurde de hogepriester zijn klederen, zeggende: Hij heeft God gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van node? Ziet, nu hebt gij Zijn godslastering gehoord.
Waarom werd de hogepriester zo kwaad?
'...Ziet,
de HEERE rijdt op een snelle wolk' (Jes 19,1b)
Deut 33,26 Niemand is er gelijk God, o Jeschurun!
Die op de hemel vaart tot uw hulp, en
met Zijn hoogheid op de bovenste wolken.
Ez 30,3 Want de dag is nabij, ja, de dag des HEEREN is nabij, een dag van wolken, het zal de tijd der heidenen zijn.
De hogepriester werd pissig omdat hij bekend was met de Schrift en zeer goed begreep dat Jezus zei God de Vader te zijn door te claimen dat Hij zou komen op de wolken.