Een ram is een mannelijk schaap en een bok een mannelijke geit, we lezen dat God de Vader en God de Zoon deze dieren van elkaar zou scheiden.
Ez 34,17
Want gij, o Mijn schapen! de Heere HEERE zegt alzo: Ziet, Ik zal richten tussen klein vee en klein vee, tussen de rammen en de bokken.
Mat 25,32
En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt.
Verder lezen we dat Hij de schapen tot Zijn rechter hand zou zetten (Mat 25,33) maar de bokken tot Zijn linker hand, wat inhoudt dat de schapen gezegenden waren en gered werden (Mat 25,31) maar de bokken zouden verloren gaan (Mat 25,41) en werden op één lijn met de duivel en zijn engelen gezet. Opmerkelijk als je bedenkt dat schapen en bokken beide reine dieren zijn in het jodendom en de bok zelfs onderdeel is van hun plechtigste dag Jom Kippoer.
Jom Kippoer (Hebr.) of Grote Verzoendag, plechtigste dag van het joodse jaar, in de joodse kalender 10 tisjri. Het is de laatste dag van de tien dagen van inkeer, die op 1 tisjri, het joodse Nieuwjaar (Rosj Hasjana), beginnen. De dag is een vastendag van 25 uur, van één uur voor zonsondergang op de avond vóór Jom Kippoer tot zonsondergang op de dag zelf. Desondanks wordt de dag gerekend tot de ‘feestdagen’. De ceremonie die tot aan de verwoesting van Jeruzalem (70 n.C.) gehouden werd, bestond uit een ingewikkeld ritueel, uitvoerig beschreven in Lev. 16 en in het latere misjnatraktaat Joma (= de dag), waarbij de hogepriester, geheel in het wit gekleed, in het allerheiligste van de tempel vergiffenis vroeg voor de zonden van het volk. De verzoening vond plaats doordat de schuld van het volk werd gelegd op een van de twee bokken die de hogepriester ter beschikking stonden. Door loting werd vastgesteld welke van de twee bokken aan God zou worden geofferd en welke de woestijn in zou worden gestuurd, beladen met de schuld van het volk en een prooi van de woestijndemon Azazel. (Mat 4,1!)
Na de verwoesting van de tempel kreeg Jom Kippoer een volkomen spiritueel karakter. De functie van Jom Kippoer als loutering neemt in de joodse wereldbeschouwing een centrale plaats in. Het belangrijkste element daarbij is de overtuiging dat waarachtig berouw en het inzien van eigen falen voldoende zijn om de weg naar God weer vrij te maken.
Aangezien Jom Kippoer geheel in de synagoge wordt doorgebracht, is de liturgie zeer uitgebreid en kent behalve het avond-, het ochtend- en het middaggebed – en het toegevoegde gebed voor alle feestdagen – ook nog het slotgebed ne’ila.
In elk van deze diensten neemt de schuldbekentenis (widoej) een centrale plaats in. Het slotgebed wordt beëindigd met het uitspreken van Gods éénheid (zie Sjema Jisraeel), zoals dit ook bij het einde van het leven gebeurt, waarna een sjofar-toon het einde van Jom Kippoer aankondigt.
Bron
De bokken te linker hand van Jezus zouden worden vervloekt en verdwijnen naar het eeuwige vuur, bestemd voor de duivel en zijn engelen (Mat 25,41) oftewel de bokken zijn dezelfden als de duivel en zijn engelen. God sprak eerder door de profeet dat Hij woedend op de herders was en de bokken zou weten te vinden welke de schapen van het huis Juda en het huis Jozef (Zach 10,3 t/m etc) hadden misleid. Met deze gegeven en het volgend vers kunnen we bepalen wie de bokken aka de duivel en zijn engelen waren.
Joh 8,44
Gij zijt uit de vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit wat hem eigen is; want hij is een leugenaar, en de vader der leugen.
De slechte herders van de joden, de Farizeeën, de Sadduceeën en de Schriftgeleerden (Mat 23,15) waren de bokken aka de duivel en zijn engelen. Bovendien wisten zij zelf dat ze fout waren en kenden de consequenties van hun daden ook (Mat 3,7) en listig als ze waren melden zij zich bij Johannes in de hoop het komende oordeel te ontkomen door zich even met gekruiste vingers te laten dopen.
Kortom, de bokken aka de duivel en zijn engelen, waren afvallige joden afkomstig van het huis Juda.
Ben je het met me eens of denk je misschien dat de Farizeeën en Schriftgeleerden de duivel waren en de bokken hun volgelingen?