Het is uiteraard onmogelijk om
precies uit te leggen wat ik geloof over God. Bovendien is de ruimte hier beperkt, en is het enigszins off-topic. Wel wil ik uit de doeken doen hoe ik Jezus zie in verhouding tot God.
Waar heel de discussie om gaat is dat we 'zitten met' de drie-eenheid, de triniteit, zoals Wijnand treffend zegt:
Maar deze discussie gaat nog verder want je zit met de drie-eenheid. Als er een drie-eenheid is en Jezus is deel van die drie-eenheid dan is Jezus God.
Als gevolg hiervan doet men meestal aan dogmatische exegese. Oude teksten worden in de relatief nieuwere schema's van latere dogma's gepropt. Ik wil echter recht doen aan het feit dat de dogma's van de kerk geen tijdloze, eeuwige waarheden zijn. Daarvoor was er sowieso al te weinig consensus, maar het is een feit dat de dogma's producten van hun tijd zijn. De kerkvaders keken met de ogen van hun tijd (gevormd door het Platonische denken) naar de onderhavige materie. Ik denk dat het theologisch onjuist is om hun perspectief onkritisch over te nemen. Daarmee ontkracht je immers de boodschap voor vandaag.
Laat ik dus de belangrijke teksten eens langslopen.
Engel van JHWHZoals uit vele teksten blijkt, spreekt de engel=bode van JHWH de woorden van JHWH zelf. Wie deze bode gezien heeft, heeft God zelf gezien (Richt. 13).
Dit concept is bekend: een amabassadeur of bode spreekt namens de godheid, en representeert de godheid, dus kan spreken alsof die de godheid zelf is.
Conclusie: de Engel=bode van JHWH is een hemelwezen dat God representeert.
Mozes als godEr zijn enkele teksten waarin Mozes God wordt genoemd. Hieruit kan worden afgeleid dat Mozes representant van God is. Dit doet Philo van Alexandrië (1e eeuw) dan ook, hij noemt Mozes "God en Heer".
De koning als (zoon van) GodIn het oude oosten gold de koning als zoon van God, in Egypte zelfs als God zelf. In de koning was iets van Gods heerlijkheid aanwezig, en hij representeert God naar zijn volk.
In de Bijbel zie je dit o.a. terug in Psalm 2 en Psalm 45. Het koninklijke kind waarover Jesaja 9 profeteert heeft ook goddelijke eigenschappen. Dat moet je dus in dit licht zien.
Ten tijde van Jezus waren er verschillende concepten voor een toekomstige redding door God. Er was een stroming die een koning uit het huis van David verwachtte. In het NT zien we daar duidelijk de sporen van. De titels 'zoon van God', 'zoon van David', 'gezalfde=messias=christus' en 'Heer' komen uit deze traditie. Deze titels overlappen elkaar.
Deze messias is God zelf niet, maar door de messias brengt God redding. De messias representeert God: een patroon dat ook al in het OT naar voren kwam.
In het NT blijft daarom steeds het onderscheid tussen Jezus en God bewaard.
De enkele teksten waarin dat niet het geval lijkt, zijn Hebreeën en de Johanneïsche literatuur. Maar ook hier blijft het genoemde onderscheid bewaard. Deze zeldzame gevallen moet je namelijk uitleggen binnen de christologie van een heel boek. De traditionele dogmatische exegese had het bijvoorbeeld erg moeilijk met de tekst uit Johannes waar staat: De Vader is meer dan ik (14,28). Toch is dat volledig in overeenstemming met wat hierboven gezegd is: de Vader is meer dan Jezus, want Jezus representeert God als het Woord, dat vlees geworden is. Omdat Jezus God representeert, is het niet verwonderlijk dat Tomas in extase uitroept: mijn Heer en mijn God! In Jezus is immers God aanwezig.
Zoals hierboven al gezegd, moet je Hebreeën en Johannes ook verstaan tegen de achtergrond van de hellenistisch-joodse-alexandrijnse filisofie. God heeft hier een heleboel 'hypostasen' zoals het Woord. Als je dit meeneemt, dan is in de gedachte van Johannes niet God vlees geworden, maar het Woord, een goddelijke hypostase van God.
Bovendien was er in de wijsheidsliteratuur al eerder sprake van de Wijsheid door welke de wereld is geschapen. De Wijsheid/de Logos is een soort blauwdruk. Deze gedachte wordt op Jezus toegepast. Er staat niet: Jezus schiep hemel en aarde, maar
door of
met Christus/het Woord is alles geschapen.
Samengevat: Jezus en God zijn in het NT steeds onderscheiden. Jezus representeert God.
In de latere kerkelijke ontwikkelingen worden er nieuwe concepten geboren, zoals over de twee naturen van Christus en over de triniteit.