janp schreef:1. Waarom gaan er mensen verloren? Omdat ze Gods Wet niet kunnen houden.
Heeft God zelf niet voor een oplossing gezorgt? Christus is toch gekomen om de wet te vervullen?
janp schreef:2. Nee, maar ze zocht Jezus even in de hof, maar kon Hem niet vinden, totdat Hij Zichzelf aan haar bekend maakte.
En heeft ze hem dus tervergeefs gezocht? Niet dus...
janp schreef:3. Christus is de toeleidende weg tot de Vader.
Dat is heel iets anders dan de bevindelijke toeleidende weg.
janp schreef:4. Ik ben niet zo goed in Bijbelteksten als jij, maar "Er is geen mens die God zoekt" (je zult wel weten waar het staat), etc. Als God de mens niet zoekt, kan hij zich niet bekeren.
Rom. 3.10 Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet een: 11 Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt. 12 Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden: er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot een toe.
Maar zegt Paulus hier dat bekeren niet mogelijk is?
Hier staat gewoon dat elk mens gevallen is in zonden.
janp schreef:5. Daarom is het belangrijk om op een genuanceerde manier je vragen te stellen.
Maar niet leuk voor de discussie.

Rom. 10:9 indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden.
janp schreef:6. Nee, maar het staat er wel ter waarschuwing.
Voor een gevallen engel is er geen Christus. Voor ons is er wel verlossing! Er is geen mens die tervergeefs gelooft heeft.
Rom. 10:10 Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid. 11
Want de Schrift zegt: Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden. 12 Want er is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek: want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen. 13 Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden. 14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zijhoren, zonder die hun predikt? 15 En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen, dergenen, die hetgoede verkondigen