elbert schreef:Doop en besnijdenis zijn niet hetzelfde (er zijn verschillen), maar waar ze naar wijzen komt wel overeen. Beide zijn een teken die naar dezelfde geestelijke zaak wijst, zie Kol. 2:11-12. Je kunt het zien als 2 richtingaanwijzers die op verschillende plekken in de heilsgeschiedenis naar hetzelfde Middelpunt wijzen: Jezus.
Deze tekst wordt vaak aangehaald, maar volgens mij trek jij hem hier nogal uit z'n verband. Ik zal proberen toe te lichten waarom ik deze mening ben toegedaan. Voor de leesbaarheid van de discussie zal ik eerst de tekst even quoten
Kolossenzen 2:
11. In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus;
12. Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft.
Er wordt hier gesproken over een besnijdenis, zonder handen geschiedt. Dat kan alleen maar de besnijdenis van het hart zijn waar Mozes in Deut 10:16 en 30:6 over spreekt
Deut 10:16 Besnijdt dan de voorhuid uws harten, en verhardt uw nek niet meer.
Deut 30:6 En de HEERE, uw God, zal uw hart besnijden, en het hart van uw zaad, om den HEERE, uw God, lief te hebben met uw ganse hart en met uw ganse ziel, opdat gij levet.
Het volk Israël kent de lichamelijke besnijdenis, deze ondergaan alle jongetjes. Verder is er ook nog een geestelijke besnijdenis. Die krijg je als je je met hart en ziel tot God bekeert
Jer 4:4 Besnijdt u den HEERE en doet weg de voorhuiden uws harten, gij mannen van Juda en inwoners van Jeruzalem! opdat Mijn grimmigheid niet uitvare als een vuur, en brande, dat niemand blussen kunne, vanwege de boosheid uwer handelingen.
Jezus is naar de aarde gekomen om niet alleen onze zonden te dragen, maar ook om ons van binnenuit te veranderen, om onze harten te "besnijden". Daarvan is de doop een teken.
De doop staat helemaal los van de gewone besnijdenis. Hoe kom ik tot deze conclussie? Nou in Handelingen 16:3 staat
Deze wilde Paulus, dat met hem zou reizen; en hij nam en besneed hem, om der Joden wil, die in die plaatsen waren; want zij kenden allen zijn vader, dat hij een Griek was.
Timoteus was als jongetje niet besneden. Nadat hij tot geloof was gekomen en met Paulus meeging op zendingsreis werd hij alsnog besneden. Als de doop in plaats van de besnijdenis was gekomen, dan kon dat helemaal niet, sterker nog dan mocht dat helemaal niet!