De stijl van mijn man: kleur, en het liefst zo veel mogelijk, zo fel mogelijk en dat dan in de meest vreselijke combinaties. Verkeersborden aan de muur. Knipperlampen. Alles wat fout is. Het leven is 1 groot feest.

Mijn stijl: lief, rustig, zacht. Geen felle kleuren. Rozig. Poederig. Wittig. Dromerig. Kantjes. Plofferig.
In ons eerste (huur)huisje heb ik manlief de vrije hand gegeven. Ik vond het niet boeiend, het was toch maar een gaar huisje. Dat resulteerde in een gang in stoplichtkleuren. Fel rood, fel groen, fel oranje. Verkeersborden die de richting aangaven en de maximaal toegestane snelheid. Een knalgele slaapkamer. Een keuken in fel paars en wit. Een groene woonkamer. Het was een supergezellig huis.
Toen kochten we ons huidige huis en wilde ik er iets moois van maken. Manlief vond het prima en zijn eigen stijl niet echt geschikt voor een huis dat we als het nodig zou zijn wellicht ooit verkopen... en nu hebben we een poederig, zacht, gezellig, apart huis, waar echt iedereen het mega-gezellig vindt. We hebben wel veel samen uitgekozen. Zoals de plofbank en twee enorme loveseats waar je heerlijk in kan ploffen. Alleen de kleur heb ik bepaald. Als het aan manlief had gelegen, waren ze nu feloranje...
Verder slapen we in een prachtig smeedijzeren hemelbed, etc.
En manlief: die vindt het schitterend. Hij snapt niet hoe ik het zo gezellig en mooi bij elkaar gezocht krijg. Ik heb de houten grenen vloer gesjabloneerd voor de open haard. Toen hij dat zag, viel zijn mond open.
Ach, en zo af toe een raar element als een felgele plaid ofzo, maakt het lekker levend en rommelig en helemaal hem. Of de knalroze fruitschaal die hij soms voor de grap in de keuken zet. Of zijn Winnie the Pooh voetbal die door de kamer vliegt. Of felle oranje kaarsen die hij helemaal het einde vindt...
