Berichtdoor elbert » 16 apr 2008 21:45
@TheEngineer: ben je nu op zoek naar de vraag wat de ervaringsvolgorde in de bekering is, of ben je op zoek naar de vraag wat een christen nodig is te weten, zodat hij in de troost die in Zondag 1 van de catechismus wordt genoemd zalig kan leven en sterven (de heilsorde)?
Ik krijg een beetje het idee dat je op zoek bent naar een soort stappenplan in de wedergeboorte (nl. wat je dan moet ervaren) en je bent op zoek in de Bijbel naar dat stappenplan? Vat ik het zo goed samen?
Mijn tegenvraag is of de catechismus op die manier over een stappenplan in ervaringen spreekt (eerst moet je je ellendig voelen, daarna moet je je verlost voelen en ten slotte kun je je voor de volle honderd procent dankbaar voelen). Mijns inziens spreekt de catechismus niet over een stappenplan van ervaringen, wel over drie elementen die onlosmakelijk deel uitmaken van het ene christelijke geloof. Dan gaat het dus over de heilsorde en niet in de eerste plaats over een ervaringsvolgorde (hoewel de heilsorde natuurlijk logischerwijs wel een bepaalde volgorde kent).
En dan gaat het ook over weten en niet in de eerste plaats over gevoelens. Nu gaat dat weten wel weer verder en dieper dan iets voor kennisgeving aannemen, maar het is denk ik een goede zaak dat de catechismus spreekt over weten. Je moet in de Bijbel maar eens zoeken op de woorden kennen, kennis, weten enz. Dan blijken die woorden heel vaak voor te komen. Dat die woorden ook een gevoels- en ervaringsaspekt hebben, spreekt voor zich, maar daar ligt het zwaartepunt niet. Zo spreekt de catechismus dus over weten, zodat we zalig (=gelukkig!) kunnen leven en sterven (vraag en antwoord 2). Dan komen er 3 dingen uit de Bijbel naar voren die we moeten weten: onze ellende, onze verlossing en de dankbaarheid.
En daarvoor heeft de catechismus een aantal bewijsteksten, die kun je bij deze vraag en het bijbehorende antwoord vinden.
Een paar voorbeelden (als je zoekt, zijn er vele voorbeelden te vinden):
Exodus 20:2 Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis (ellende), uitgeleid heb.(verlossing)
3 Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. (dankbaarheid)
Deut. 15:15 En gij zult gedenken, dat gij een dienstknecht in Egypteland geweest zijt (ellende), en dat u de HEERE, uw God, verlost heeft (verlossing); daarom gebiede ik u heden deze zake. (dankbaarheid)
Matt. 11:28 Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt (ellende), en Ik zal u rust geven (verlossing).
29 Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij (dankbaarheid), dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen.
30 Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht.
Ef. 5:8 Want gij waart eertijds duisternis (ellendig), maar nu zijt gij licht in den Heere (verlost); wandelt als kinderen des lichts (dankbaar).
Kol. 1:21 En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken (ellende), nu ook verzoend,(verlossing)
22 In het lichaam Zijns vleses, door den dood, opdat Hij u zou heilig en onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Zich stellen;
23 Indien gij maar blijft in het geloof, gefondeerd en vast, en niet bewogen wordt van de hope des Evangelies, dat gij gehoord hebt,(dankbaarheid)
Titus 3:3 Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, en elkander hatende. (ellende)
4 Maar wanneer de goedertierenheid van God, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is,
5 Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes;
6 Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onzen Zaligmaker;
7 Opdat wij, gerechtvaardigd zijnde door Zijn genade, erfgenamen zouden worden naar de hope des eeuwigen levens. (verlossing)
8 Dit is een getrouw woord, en deze dingen wil ik, dat gij ernstelijk bevestigt, opdat degenen, die aan God geloven, zorg dragen, om goede werken voor te staan; deze dingen zijn het, die goed en nuttig zijn den mensen. (dankbaarheid)
enzovoorts
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)