elbert schreef:Psalm 118 is een psalm die Jezus met Zijn discipelen gezongen heeft voordat Hij naar Gethsemane vertrok:
Matth. 26:30 En toen zij de lofzang gezongen hadden, vertrokken zij naar de Olijfberg.
De lofzang waarnaar verwezen wordt, zijn de psalmen 113-118, ook wel het Halleel genoemd, die gewoonlijk bij het Pascha gezongen werden.
De link van Psalm 118 met Pasen zit volgens mij vooral in de verzen 22-24, waar staat:
22 De steen die de bouwers verworpen hadden,
is tot een hoeksteen geworden.
23 Dit is door de HEERE geschied,
het is een wonder in onze ogen.
24 Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft,
laten wij deze dag ons verheugen en verblijd zijn.
De Heere Jezus heeft hier Zelf meermalen naar verwezen en dit op Zichzelf betrokken (Matt. 21:42; Mark. 12:10; Luk. 20:17), maar dan vooral met de nadruk op het oordeel dat over Israel zou komen. Hij is dan ook een steen des aanstoots waarover de overpriesters en de schriftgeleerden zouden struikelen (zie ook Jes. 8:14 en Jes. 28:16 en de apostel Paulus in Rom. 9:33).
De apostel Petrus betrekt dit psalmvers op Jezus in Hand. 4 en legt daarbij bovendien de link met Pasen:
Hand. 4:10 laat het dan bij u allen en bij heel het volk Israël bekend zijn dat door de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, Die u gekruisigd hebt, maar Die God uit de doden opgewekt heeft, dat door Hem deze man hier gezond voor u staat.
11 Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd, maar Die de hoeksteen geworden is.
Vooral de combinatie dat het door de Heere geschied is (Ps. 118:23) en dat God Jezus uit de doden heeft opgewekt (Hand. 4:10) legt de link van deze psalm met Pasen. Pasen is het bewijs dat Jezus de hoeksteen geworden is (Rom. 1:4). Tegelijkertijd is Hij ook de steen des aanstoots voor degenen die niet in Hem geloven.
Tenslotte is Hij ook de Hoeksteen, het vaste fundament, waarop de Gemeente gebouwd wordt (Ef. 2:20).
Al deze elementen komen samen in 1 Petr. 2:
4 Want als u naar Hem toe komt als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar,
5 dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke slachtoffers te brengen, die voor God aangenaam zijn door Jezus Christus.
6 Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
7 Voor u dan, die gelooft, is Hij kostbaar; maar voor de ongehoorzamen geldt: De steen die de bouwers verworpen hebben, die is geworden tot hoeksteen, een steen waaraan men zich stoot en een rots waarover men struikelt;
Hm ja. Tegelijkertijd moet het ook heel moeilijk zijn geweest door Jezus, Hij wist dat hij het laatste Paaslam was, dat het Pascha op Hem vooruit wees. Waar de Israelieten zich gered mochten weten door het bloed aan de deurpost en het lam dat werd geslacht, moest Jezus zelf zijn bloed geven, was Hij zelf het lam. Hij die door God verlaten zou worden en moest sterven zong dus teksten als:
5 In mijn nood heb ik geroepen: ‘HEER!’
En de HEER antwoordde, hij gaf mij ruimte.
10 Alle volken hadden mij ingesloten
– ik weerstond ze met de naam van de HEER –
11 ze sloten mij van alle kanten in
– ik weerstond ze met de naam van de HEER –
12 ze sloten mij in als een zwerm bijen
maar doofden snel als een vuur van dorens
– ik weerstond ze met de naam van de HEER.
17 Ik zal niet sterven, maar leven
en de daden van de HEER verhalen:
18 de HEER heeft mij gestraft,
maar mij niet prijsgegeven aan de dood.
Psalm 116 is wat dat betreft ook gevoelig.
Aan de andere kant, het moet heel erg van twee kanten gewerkt hebben, Psalm 118 kent ook hele mooie verzen. Sowieso omdat Jezus over de dood heen kon kijken. Daarnaast ook:
8 Beter te schuilen bij de HEER
dan te vertrouwen op mensen.
9 Beter te schuilen bij de HEER
dan te vertrouwen op mannen met macht.
3 Jullie sloegen mij en ik viel,
maar de HEER heeft geholpen.
14 De HEER is mijn sterkte, mijn lied,
hij gaf mij de overwinning.
20 Dit is de poort die leidt naar de HEER,
hier gaan de rechtvaardigen binnen.
21 Ik wil u loven omdat u antwoordde
en mij de overwinning gaf.