Zomaar even een brainwave tussendoor.
Twee van de belangrijke sola's van de reformatie waren het 'sola fide' en het 'sola gratia'. Het eerste slaat op het feit dat we enkel door geloof behouden worden en het tweede op het feit dat we enkel uit genade behouden worden.
Wellicht doordat die twee zinsneden nogal veel op elkaar lijken lijkt het erop (maar ik kan me vergissen) dat geloof en genade nog al eens door elkaar gehaald worden. Of beter gezegd, ze worden als synoniemen beschouwd. Dat lijkt ook logisch omdat je geloof en genade in bovenstaande zinnen moeiteloos lijkt te kunnen omwisselen.
Dit is echter absoluut niet het geval. Beide zaken zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden, maar zijn niet hetzelfde. Ik heb dat hierboven al proberen duidelijk te maken door te zeggen dat we door geloof en uit genade zalig worden. M.a.w. het geloof is het middel tot ons behoud en de genade is de grond van ons behoud. Geloof staat in de bijbel tegenover werken. Niet de werken zijn het middel om behouden te worden maar het geloof. Genade staat echter tegenover verdienste. We worden niet behouden op basis van onze verdienste maar op basis van Gods genade.
Wellicht dat e.e.a. gesneden koek is maar ik meen enige verwarring waar te nemen....
Klaas