Riska schreef:Boekenlezer schreef:Riska schreef:
Ik kan mij niet voorstellen dat God pasgeboren kinderen niet opneemt in Zijn heerlijkheid, of ze nu wel of niet geboren zijn uit gelovige ouders. Wij gaan ervan uit dat God de mens kent vanaf de moederschoot. Zou Hij zo'n kindje dan niet opnemen?
En ik kan mij niet voorstellen dat God een onreine zondaar zoals ik ben genadig wil zijn. Staat er immers niet in Exodus 33:20 dat geen mens God kan zien en leven?
Jouw uitgangspunt is radicaal verkeerd. Jij bent hier meer bezig met heel humanistisch vanuit de mens te denken, dan dat je Gods heiligheid beseffen zou. Dat kan dan heel sympathiek bedoeld zijn, maar je slaat de plank er wel mee mis.
Wij bepalen niets. God bepaalt wie er zalig wordt.
Het gaat er niet om dat wij God niet kunnen zien en leven. Dat ben ik mij zeer bewust.
Het gaat erom dat God óns ziet en wij leven. Want juist omdat Hij mij ziet - zoals ik ben, Psalm 139 - kan en mag ik leven.
Laat ik het daar maar bij laten. Je oordeelt dat ik Gods heiligheid niet zou beseffen, terwijl je me van geen kant kent.
Ik beoordeelde jouw tekst, vanuit de indruk zoals die bij mij overkomt.
En jouw tekst kwam op mij over, alsof je wilde zeggen: 'die blozende schatjes van babietjes kan God toch niet weren? Ze zijn zó lief, dat is toch ondenkbaar?'
En daar ging ik tegenin.
Ik kan natuurlijk niet precies weten wat jij allemaal denkt. Met hoe de tekst op mij overkomt zal ik het moeten doen. Mocht ik daarin fouten maken, dan hoor ik het wel, zo denk ik dan maar.
Die redering dat God ons ziet, en dat wij daarom mogen leven, die volg ik niet.
(Dit heb ik trouwens getypt toen ik het antwoord van Bevlogen daarop nog niet gelezen had. Die heeft het wel duidelijk uitgelegd.)De enige grond om er voor God te kunnen zijn is toch de verzoening door Christus, en niet het feit dat Hij mij ziet?
Riska schreef:Misschien is het (te) menselijk, maar als God alles op alles zet om ons te redden, zou hij dan heel kleine kinderen die van niets weten, op geen enkele wijze tot verstand zijn gekomen, ook al zijn ze uit ongelovige ouders geboren, verwerpen?
Ik kán - en wil! - dat niet geloven...
Ik ga toch anders daarmee om.
Wat je hier beweert, kun je ook doortrekken op mensen die het evangelie nooit gehoord hebben. Die zitten eigenlijk in dezelfde situatie als die kinderen, die je noemt.
Die verwerping vind ik in feite een onverteerbare zaak, maar toch zie ik dat niet als reden om het dan te ontkennen. En dat geeft mij best moeite. Mijn moeite heb ik bijvoorbeeld
hier eens verwoord. Maar ik kan niet anders, dan het oordeel daarover aan God overlaten. Ik overzie de hele werkelijkheid niet
(en dat is ongetwijfeld tevens een goede verklaring voor mijn moeite ermee).
Jij beweert dat wanneer je zegt dat een bepaalde categorie mensen verdoemd is, je op Gods rechterstoel gaat zitten.
Maar als je beweert dat ze niet verdoemd zijn, doe je dat ook, als ik die gedachtenlijn van jou even consequent doortrek.
In feite zou je dan helemaal geen uitspraak moeten doen, naar jouw interpretatie.