Berichtdoor Klaas » 28 nov 2003 21:19
Omdat men van mij blijkbaar niet zoveel aanneemt geef ik hierbij maar wat citaten van een paar grote namen over dat aannemen van het geloof.
Ik begin maar met Calvijn. Calvijn begint het 3e boek van de Institutie met erop te wijzen dat het geloof het verborgen werk van de Heilige Geest is, door de prediking van het evangelie. Hij schrijft daarna ondermeer:
"Dit is dan de waarachtige kennis van Christus, dat wij Hem aannemen, zoals de Vader Hem ons gegeven heeft, te weten in het gewaad van het Evangelie."
"De vrijmoedigheid ons voor Gods aangezicht te stellen, kan slechts vrucht van vast vertrouwen zijn. De voornaamste werking van het geloof is niet gelegen in het steunen op de beloften der barmhartigheid, die God geeft buiten ons, maar hierin, dat wij de geloften binnen in ons aanvaarden en tot de onze maken. Hier schuilt de grond van ons vertrouwen, dat in de Schrift vrede genoemd wordt."
"De aard van het geloof is, dat het Gods Woord voor waarachtig houdt, hetzij God beveelt, belooft of dreigt."
W. a Brakel windt er ook geen doekjes om. Onder het motto "Komt nu gij, wie gij zijt, houdt een weinig stil en laat ik u eens bewegen tot het geloof." schrijft hij:
"Komt gij allen, die ik genoemd heb, en ook die, welke ik hier niet voorgesteld heb; (dan volgt er een lange rij zondaren overspelers, dieven, dronkaards, etc); komt allen wie gij zijt en hoedanig gij ook zijt, komt tot Jezus, gelooft in Hem en gij zult zalig worden. Denkt iemand: dat is de weg te ruim gesteld. Ik zeg niet, dat zij zalig zijn en zullen worden, maar dat Christus ook zulken roept en dat dezulken ook wel deel aan Christus krijgen. Niemand geve de Moed verloren; want zulk een volheid van genade is in Christus..."
"Die volkomen volheid van zaligheid biedt Christus u aan. Dat is een grote zaak, die alle verwondering te boven gaat... En tot u allen, die dit leest of hoort lezen, zeg ik als een gezonden dienaar van Chritus, in Zijn Naam: "Komt, want alle dingen zijn u gereed."
"... die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet"
"Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade, wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen."
Komt nu gij allergrootste der zondaren, of wie hij mocht zijn en in wat zonde hij tot nu toe geleefd heeft en vraag mij: Roept Christus ook mij? Mag ik komen? Zou Christus ook mij willen aannemen en zaligmaken? Ik antwoord u in Christus' naam: Ja! Hij roept en belooft u, zo gij komt en in Hem gelooft (dat wil zeggen aan Hem u toevertrouwt) dat Hij u zalig maken zal. Gelijk Christus u allen roept, zo belooft Hij ook aan allen, dat Hij niemand, hij zij ook wie hij zij, die tot Hem komt, zal wegzenden en zijn genade weigeren, maar dat Hij ze allen zal aannemen. Hoort en gelooft Zijn uitdrukkelijk woord: "... die tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen." "...die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven." Doorzoek heel de bijbel en ziet of Hij wel iemand, die tot Hem kwam om verzoend, geheiligd en gezaligd door Hem te worden, genade heeft geweigerd en hen heeft heengezonden, zo zal Hij dan ook u niet verstoten, komt dan maar. Hij roept en nodigt u niet alleen met belofte van zaligheid maar Hij gebiedt het u ook. Dit is Zijn gebod, dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon Jezus Christus."
Tenslotte Erskine:
"Het aannemen van een zaak is alleen maar een stelen of roven, wanneer men daartoe door een voorafgaande geving of vergunning niet gerechtigd is. Zo zou dan ook het aannemen van Christus een vermetelheid en een heiligschennende handeling zijn, indien Hij door God niet gegeven ware om aangenomen te worden. Dit geven van Christus in de openbaring en in de aanbieding van het evangelie is gemeen aan allen, aan een ieder rechtgevend om Hem aan te nemen. Zo zegt Christus tot een gemengde menigte, waarvan het grootste deel ongelovig was, zoals uit Christus' beschrijving daarvan blijken kan: Mijn Vader (zegt Hij) geeft u dat ware brood uit de hemel, waardoor Hij zichzelf verstaat."
Onder verwijzing naar Joh. 3:16 zegt hij:
"Dit sluit geen algemene verlossing in. Want ik spreek nu niet van koping of van toepassing van de verlossing of van de toepassing van de verlossing welke ongetwijfeld de uitverkorenen alleen eigen is, maar van dat geven van Christus in het Woord, hetwelk ons tot aannemen recht geeft. Omhelst dan deze Zaligmaker, Die aan u gegeven is en neemt Hem met danbaarheid en lofzegging aan. En indien gij zulks niet doet, ik heb u gezegd, gij zult de valse ijdelheden nawandelen en uw eigen weldadigheid verlaten.
"In dit Woord wordt Christus en Zijn eeuwige gerechtiheid en algenoegzaamheid u nabij gebracht, teneinde gij Hem aannemen, op uw eigen ziel toepassen zoudt door het geloof. Gij hebt niet nodig in de hemel op te klimmen, noch in de afgrond neder te dalen, om naar een Zaligmaker te zoeken. Want nabij u is het Woord (met Christus daarin), dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken."
Tot zover,
Klaas
the words are what you trusted
but the eyes have final say
now you still got the devil left to pay