Berichtdoor kootje » 25 nov 2003 13:48
Kaw schreef:kootje schreef:Kaw schreef:kootje schreef:Kaw schreef:kootje schreef:Kaw schreef:Even iets anders:
Ik hoor altijd dat God Zijn beeld terugeist. Ik weet wat daar mee bedoelt wordt, maar wie kan dit bijbels onderbouwen?
Dat we een schuld bij God hebben omdat we God's wet niet houden, dat is duidelijk. Ook dat we van nature al bedorven zijn, maar waar eist God dat wij weer als mensen, die niet sterven en zonder zonden(kennis) zijn zoals in het paradijs, gaan leven? Dat kunnen wij immers niet?
Ik denk dat daarmee bedoeld wordt, dat God nog steeds van ons eist dat wij Hem dienen. Dus zie ik het verschil niet tussen wat je opmerkt in het eerste en tweede deel van je post.
Ik begreep dat God onze perfecte staat ten tijde van het paradijs, terugeist. Toen dienden wij Hem niet alleen continu, maar waren wij ook zondeloos, hadden wij geen kennis over het kwaad en bezaten wij het eeuwige leven.
Zondeloos zijn is Hem dienen toch? Doordat het kwaad in de wereld gekomen is, kunnen we Hem echter niet meer dienen. God eist dat echter nog steeds. Daartoe heeft Hij Zijn Zoon Jezus opgeofferd om leven mogelijk te maken voor ons.
Ik vind dat je het goed hebt, maar dan blijven er nog enkele dingen over:
- Kennis van goed en kwaad.
- Eeuwig leven.
Kan God eeuwig leven en kennis van goed en kwaad terugeisen? Dat was immers straf op de zonde!
Ik weet niet of de kennis tussen goed en kwaad een straf op de zonde was. Adam en Eva aten immers van de boom van de kennis tussen goed en kwaad. Het was een gevolg op de daad. De zondestaat was dit ook en die wordt ook terug geëist.
Nog 1 puntje te gaan Kootje!

'k Weet niet of Adam en Eva in het paradijs bekend waren met het kwaad, zoals dat met de val van de engelen ontstaan is. Heeft God het hun meegedeeld? Ik weet het niet. Maar de kennis van het kwaad zoals die na de val ontstaan is, is een andere kennis: een onderworpenheid aan het kwade, ipv bekendheid met het kwaad. Nu jij weer!

Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd. (Hebr. 4:16)