Ik kan er nog steeds niet posten, niet ingelogd, niet zomaar, en niet anoniem. Om gek van te worden. Dan maar weer hier.
-------------------------
[1. Gedenk te sterven]
Ik wil, bij wijze van houvast, het gedicht proberen vanuit drie verschillende inhoudelijke invalshoeken te benaderen. Ik geef gelijk al toe dat niet voor elke invalshoek evenveel overtuigend bewijs te leveren zal zijn, maar dat mag de pret niet drukken. Ik zal aanvangen met de meest voor de hand liggende. ‘Stof tot Stof’ als een memento-mori-tekst, als een vanitas-gedicht. De titel dwingt ons al snel tot zo’n interpretatie: de bekende formule ‘stof zijt ge en tot stof zult ge wederkeren’ loert op de achtergrond. Dit niet alleen voor de christelijken die misschien moeten denken aan psalm 103 (‘Gelijk het gras is ons kortstondig leven, gelijk een bloem die op het veld verheven enz.’). Ook de seculieren zijn bekend met dit motief. Googel maar eens op memento mori en / of vanitas en je zult zien dat de Romeinen er ook wel raad mee wisten. Het beeld dat het gedicht oproept is dat van een observator die een natuurverschijnsel verbindt aan verstomde lippen van een ander persoon of dier (de dierbare hond kan evengoed overleden zijn). Daarna volgt een indruk van de sterfelijkheid van levende wezens en /of de nietigheid van het bestaan en / of het betrekkelijke van alles. Het is ook goed mogelijk dat het geobserveerde levende wezen gewoon slaapt of slechts stil zit / ligt en zwijgt. De associatie met stof kan wel duiden op dood en ziekte, maar dat hoeft niet. Overigens is helemaal niet gezegd dat het om een levend wezen gaat. Een bronzen beeld is ook een impressie van iets dat ooit leefde, op het moment dat het portret is uitgehakt in steen en het afgietsel is gemaakt, zijn de levende lippen ook verstomd: gestold tot materie. Maar wie zegt dat de stof niet neerdwarrelt op een portretfoto? Of op een schilderij? De personen daarop spreken ook niet. Het beeld van een lichtstraal die even een foto in het licht zet, vind ik heel effectief. Dan is de geliefde op stage en is communicatie op het moment van de lichtervaring niet mogelijk, de lippen zijn verstomd en de observator mijmert over het (tijdelijke !!) gemis. Tot zover maar even invalshoek 1. Deze is door anderen al flink uitgewerkt. Binnenkort hoop ik toe te komen aan 2 en 3.