Ik ben zelf overtuigd hetero maar ik vond dit wel een mooi artikel er over. Ik had liever de link naar het artikel geplaatst dan het hele artikel zelf maar ik geloof dat CVKoers hem er af heeft gehaald.
Homo’s en hetero’s - we hebben elkaar nodig in de gemeente
Nemo in de gemeente van Christus
Veel kerken worstelen met hun omgang met homoseksualiteit, en veel homoseksuele christenen worstelen met de kerk. Is een leven waarin wordt afgezien van een seksuele relatie een realistisch alternatief? Ja, wanneer de gemeente een hechte gemeenschap biedt waarin mensen elkaar helpen Christus te zien en samen echt lichaam van Christus te zijn.
Door Wolter Rose
Veel mensen weten hoe de christelijke kerk denkt over homoseksualiteit: ze is tegen. De werkelijkheid, in binnen- en buitenland, is flink wat complexer. Ook in verschillende orthodoxe kerkgenootschappen in Nederland is het ingewikkeld geworden als het gaat om homoseksualiteit en christelijk geloof. Het officiële standpunt is vaak nog helder: seksuele gemeenschap is bestemd voor het huwelijk, alle seksuele gemeenschap buiten dat kader gaat in tegen Gods bedoeling en Gods wet, en is als zodanig zonde.
Maar in de praktijk van de gemeente is er veel onduidelijkheid, verlegenheid en verwarring. Wat in de ene gemeente reden is voor tucht wordt in een andere gemeente gedoogd, en soms lijkt het erop dat nog maar weinigen de moed kunnen opbrengen hardop te zeggen wat de christelijke kerk tot pakweg het midden van de 20e eeuw gezegd heeft over seksualiteit.
Ondertussen gaat ook in orthodoxe kerkgenootschappen de discussie over homoseksualiteit en christelijk geloof verder. Misschien is dat wel iets te positief uitgedrukt. De discussie heeft soms iets van een eindeloze en vermoeiende herhaling van zetten, zonder dat er veel vooruitgang geboekt wordt. Als ik het goed zie, heeft dat voor een deel ook te maken met een eenzijdige vraagstelling: het gaat vaak vooral over de vraag wat wel en niet ‘mag’.
Soms is het tijd om ook andere vragen nadrukkelijk naar voren te halen, omdat ze te lang in de schaduw hebben gestaan. Misschien komen we zo toch verder. Zo’n andere ingang wil ik ook hier voorstellen:
Als we ervan overtuigd zijn dat de God die de mens geschapen heeft, de seksuele gemeenschap bestemd heeft voor een levenslange een-op-een relatie van een man en een vrouw - wat heeft de christelijke gemeente dan te bieden aan mensen die zich overwegend of uitsluitend seksueel aangetrokken voelen tot mensen van hetzelfde geslacht, die beseffen dat het aangaan van zo’n exclusieve man-vrouwrelatie voor hen niet tot de reële mogelijkheden behoort, en die Gods bedoelingen met de menselijke seksualiteit willen respecteren?
Finding Nemo
Laten we voor het gemak iemand met homoseksuele gevoelens en verlangens die uit overtuiging kiest voor een celibatair leven een nemo noemen, naar een dapper clownvisje uit een bekende tekenfilm. Een nemo heeft ervoor gekozen niet toe te geven aan zijn homoseksuele gevoelens en verlangens, in wat hij denkt of wat hij doet - in ieder geval is dat zijn voornemen en streven. Het kan gebeuren dat hij onderuitgaat, één keer, of misschien wel meerdere keren. Maar dat staat dan wel haaks op zijn diepste overtuiging.
‘Nemo’ is ook een Latijns woord, dat ‘niemand’ betekent. Een christelijke nemo heeft daar niet zo’n probleem mee. Inderdaad, als nemo weet je dat je in de westerse cultuur aan het begin van de 21e eeuw op weinig waardering hoeft te rekenen, en in die zin ben je inderdaad een niemand. Wat voor een christelijke nemo zwaarder weegt, is het Evangelie, waarin verteld wordt dat de Zoon van God - zonder meer Iemand met een hoofdletter - zich een niemand liet maken, zodat ieder mens die zich voor God een niemand weet een iemand kan worden.
Wat heeft de christelijke gemeente in huis voor een nemo? Naar mijn overtuiging heeft de christelijke gemeente genoeg in huis, maar ze moet er wel werk van maken om dat zichtbaar in de etalage te zetten. Hoe kan de christelijke gemeente de nemo’s in haar midden liefhebben en dienen - en ook andersom: hoe kan een nemo de christelijke gemeente liefhebben en dienen? Ik kan niet meer dan een schets van een antwoord geven, en die bestaat uit twee delen: door elkaar te helpen Christus te zien, en door samen het lichaam van Christus te zijn.
Elkaar helpen Christus te zien
Ten diepste gaat het er in het christelijk geloof om dat God zichzelf in de persoon van Christus weggeeft - niets minder dan dat. Een christen zegt tegen God ‘mijn God en Vader’, en tegen Christus ‘mijn Verlosser’, ‘mijn Heer’, en ‘mijn Schat’. Al dit soort uitdrukkingen zijn liefdesverklaringen die een antwoord geven op Gods uitnodiging: ‘Welkom in de familie, je bent mijn geliefd kind!’
Telkens bestaat er het gevaar dat deze hoogstpersoonlijke kern van het Evangelie overschaduwd wordt door andere dingen. De persoonlijke ontmoeting met Christus gaat dan aan de kant en iets anders neemt de centrale plaats in. Zelfs dingen die bedoeld zijn als middel om het leven in relatie met Christus handen en voeten te geven - een patroon van bijbellezen en bidden, een samenvattende formulering van de leer van de Bijbel, een bijbelse levensstijl -, kunnen een doel in zichzelf worden en de persoonlijke relatie uit het centrum van de aandacht verdringen.
Dat persoonlijke kun je op verschillende manieren cultiveren. Bijbellezen en bidden zijn soms zomaar een doel in zichzelf, maar ze zijn bedoeld als middel om de stem van God te horen en Hem te ontmoeten. Je kunt boeken lezen van mensen die je kunnen helpen bij het zien van Christus. Je kunt luisteren naar muziek die uitnodigt Hem te aanbidden.
Maar het middel bij uitstek dat God geeft is de levende gemeenschap met andere christenen, net als jij leden van het lichaam van Christus: ‘Dan zult u met alle heiligen de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat’ (Efeziërs 3:18-19).
We hebben allemaal een beperkte blik. Jij ziet dingen die ik nog nooit had gezien. En ik kan jou helpen stil te staan bij dingen waar jij overheen keek. We hebben elkaar nodig om samen Christus te zien.
Er is veel te zien aan Christus. Aan de hand van vier woorden - liefde, leven, genade en heerlijkheid - wil ik proberen iets concreet te maken van wat je te zien kunt krijgen als we met elkaar naar Christus kijken.
De liefde van Christus
Christus heeft mooie dingen gezegd over liefde - zoals zoveel mensen. Maar Hij liet het niet bij woorden: Hij gaf zijn leven om mensen te redden om ze zijn vrienden te maken - in zijn optiek de ultieme daad van liefde: wanneer iemand bereid is zijn leven te geven voor zijn vrienden.
Deze daad van liefde maakt vergeving mogelijk: God kan nu mensen die Christus in hun hart hebben gesloten vrijspreken van het oordeel dat ze over zich hebben gehaald. God zet vervolgens ook nog eens zijn hart open voor die mensen en geeft ze een nieuwe status als adoptief kind - je hebt vrije toegang tot de Koning die je Vader is.
Vergeving en vrije toegang - dat is een fantastisch geschenk voor een zondig mens die keer op keer tegen zichzelf aanloopt, en dus ook voor nemo’s die met vallen en opstaan volgens hun diepste overtuiging willen leven. Als je zegt: ‘Ik heb het verknald, ik kan God niet onder ogen komen’, en jezelf op die manier de toegang tot God ontzegt, dan doe je op zo’n moment alsof Christus niet bestaat en niet voor jou, zijn vriend, zijn leven gegeven heeft. Ook als je van jezelf baalt, kun je Christus eren door dankbaar gebruik te maken van de door Hem verworven toegang.
Het leven van Christus
Het kwam als een enorme schok: Petrus had net uitgesproken wie Jezus was - niet maar een profeet, maar de Messias -, en dan begint Jezus te praten over het lijden dat Hem te wachten staat. Er wordt een patroon zichtbaar in het leven van deze Messias/Christus: lijden en heerlijkheid.
We zullen ons nooit kunnen voorstellen hoe zwaar het lijden van Christus is geweest: de last die Hij moest dragen was maar niet de toorn van God over de schuld van één mens, maar die van heel veel mensen op elkaar gestapeld. Hij is er niet voor weggelopen, en Hij is er niet onder bezweken.
Wat was zijn geheim? Hij wist dat het lijden niet het einde van het verhaal was. Zicht op de heerlijkheid die Hij zou ontvangen stelde Hem in staat vol te houden: ‘Denkend aan de vreugde die voor Hem in het verschiet lag, liet Hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God’ (Hebreeën 12:2).
Meteen nadat Christus voor het eerst verteld had dat Hij zou lijden, liet Hij ook weten dat zijn volgelingen hetzelfde te wachten staat. Christus is daar altijd heel open over geweest. Je bij Hem aansluiten is vergelijkbaar met een kruis op je schouders nemen en naar je executieplaats lopen.
Er zijn momenten dat je als nemo je homofiele gevoelens en verlangens echt zo ervaart: als een kruis. Soms begrijp je jezelf niet, soms begrijpen anderen je niet, soms komt de eenzaamheid, het gemis, en het verdriet in alle hevigheid op je af.
Heb ik er goed aan gedaan me bij Christus aan te sluiten? Die vraag kun je alleen positief beantwoorden wanneer je er alle vertrouwen in hebt dat Hij het meer dan goed zal maken. Het patroon in het leven van Christus - lijden en heerlijkheid - staat er garant voor dat ook in het leven van een christen lijden niet het einde van het verhaal is.
Eind goed, al goed - niet als dooddoener, om je kop in het zand te steken, maar juist om je te helpen het hoofd boven water te houden. De dag komt dat God ook tegen jou zegt: ,,Kom delen in de vreugde van je heer” (Matteüs 25:21-23).
En die vreugde is niet alleen iets voor later, dat begint merkwaardigerwijs nu al. Aan christenen die het lijden aan den lijve ondervonden, schrijft de apostel Petrus: ‘U hebt hem [= Christus] lief zonder Hem ooit gezien te hebben; en zonder Hem nu te zien gelooft u in Hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde’ (1 Petrus 1:8-9). Lijden en vreugde in Christus blijken soms dicht bij elkaar te liggen.
De genade van Christus
Vergeving en toegang - het zijn niet dingen die jij telkens opnieuw moet waarmaken of verwerven. Het is een geschenk dat iemand anders, Christus, voor jou in orde heeft gemaakt en aan jou geeft - dat is genade.
Het Koninkrijk van God is echt een andere wereld, met eigen normen en waarden, die nogal eens dwars staan op die van de samenleving waar je deel van uitmaakt. Dat is telkens weer een cultuurschok. Sommige dingen gaan redelijk vanzelf, andere vallen duidelijk zwaarder, en dan zijn er ook nog dingen die boven je krachten lijken te gaan.
‘Dat gaat me nooit lukken’, ben je geneigd te zuchten als je voor een uitdaging van de zwaarste categorie staat. Op zulke momenten - en als nemo blijven ze je niet bespaard - is het goed te weten dat je er niet alleen voor staat. Christus woont bij je in, door zijn Geest.
Behalve genade als geschenk is er ook genade als kracht. Op het moment dat jij je afvraagt waar je de kracht vandaan moet halen, zet Christus je stil bij zijn genade, een krachtbron met door zijn Geest geleverde energie.
Zo’n onmogelijke uitdaging - de Geest van Christus leert je die te zien als een krachtmeting, maar dan niet van je eigen kracht, maar van de kracht van zijn genade. Het gaat vaak met vallen en opstaan (waar zou je zijn zonder het geschenk van Gods vergeving?) - en toch merk je dat je verder komt, niet noodzakelijk met grote stappen, soms zelfs frustrerend langzaam.
De heerlijkheid van Christus
Dit is misschien wel het belangrijkste woord: heerlijkheid. Wat wordt ermee bedoeld? Laatst was ik op bezoek bij vrienden die ik al een paar jaar niet had gezien. De kinderen waren intussen ook al weer flink gegroeid, en daar liep opeens het tweede kind binnen, in rood-blauwe kleren. ,,Zijn Superman-pak,” zei zijn moeder, ,,hij heeft het het liefst dag en nacht aan.”
Superman was de held van dit jongetje van vier. Als hij aan Superman dacht, dan wist hij het: zo wil ik zijn! In bijbelse bewoordingen: als hij heerlijkheid wilde zien, dan keek hij naar Superman.
Ieder mens kent personen (of dingen) die grote indruk maken of een bijzondere aantrekkingskracht uitoefenen. Meestal is het iets bijzonders in die persoon dat een sterke reactie losmaakt. Die persoon kan op een gegeven moment een beslissende invloed op je identiteit en/of je gedrag krijgen: je gaat anders tegen jezelf aankijken, je past je aan in de dingen die je doet.
Op zich is dit een bekend verschijnsel. Waar we misschien aan moeten wennen is dat de Bijbel het woord heerlijkheid gebruikt voor dat wat die persoon voor iemand anders zo bijzonder maakt.
Christus is zo veelzijdig dat zijn heerlijkheid niet zit in maar één bijzonder aspect van zijn persoonlijkheid, maar vooral in de combinatie van al die dingen die Hem zo indrukwekkend en aantrekkelijk maken.
Je kunt zelfs zeggen dat dit laatste woord over Christus alle eerdere woorden in zich sluit. De heerlijkheid van Christus is de optelsom van zijn liefde, zijn leven, zijn genade, zijn rechtvaardigheid, zijn heiligheid, en noem al die aspecten maar op die Hem maken tot wie Hij is.
Als je je op deze manier in de persoon van Christus gaat verdiepen, kun je tot de ontdekking komen dat je vaak een heel eenzijdig beeld hebt van wie Christus is. Voor je het weet heb je van hem een stripfiguur gemaakt, een eendimensionaal personage, voorspelbaar en uiteindelijk saai.
De echte Christus heeft een complexe persoonlijkheid, veel boeiender dan wij ons ooit zullen kunnen voorstellen. Je moet er moeite voor doen oog te krijgen voor de heerlijkheid van Christus, maar je krijgt er geen spijt van: het is de moeite meer dan waard. Je raakt niet op Hem uitgekeken. En het verbaast je niet meer wanneer mensen in aanbidding voor Hem neervallen.
Als je op deze manier naar Christus leert kijken, dan gebeurt er wat met je. De heerlijkheid van Christus krijgt beslissende invloed op je identiteit en op je gedrag. Er komt verandering in je leven: waar je naar kijkt en wat je aanbidt - daar ga je op lijken: ‘Wij allen die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de heerlijkheid van dat beeld worden veranderd’ (2 Korintiërs 3:18).
Wanneer Christus grote indruk op je maakt, ben je minder gauw ondersteboven van wat normaliter een sterke aantrekkingskracht heeft. Voor een nemo kan dat een mooie man zijn die opeens in je blikveld komt. Je hebt op zo’n moment een fractie van een seconde om te kiezen: ga ik naar hem kijken en hem begeren, of kijk ik een andere kant op? Goed zicht op de heerlijkheid van Christus helpt je dat korte moment optimaal te benutten.
Samen het lichaam van Christus zijn
,,Wij zijn het lichaam van Christus” - deze mooie woorden klinken in de christelijke gemeente bij de viering van het Avondmaal. De gemeente kijkt naar zichzelf en spreekt uit: wij horen bij elkaar, wij allemaal, niemand uitgezonderd. Vervolgens moeten we ermee aan de slag - ook op zondagen dat er geen Avondmaal wordt gevierd, ook op doordeweekse dagen: wij zijn het lichaam van Christus. Zo heeft God het bedoeld.
En zo is het zoals sommige nemo’s het ervaren. Je weet je opgenomen in de gemeenschap, en het feit dat je als niet-getrouwde een minderheid vormt, doet daar niets van af. In de ogen van God zijn we allemaal gelijk, zondaars die Christus nodig hebben. Er echt bijhoren - dat is wat je nodig hebt, want er zijn momenten in je leven dat de verleiding je met open armen staat op te wachten. Waar zou je zijn als je niet wist dat er een gemeenschap is die achter je staat en die om je heen staat?
(Geen) tweederangsburgers?!
Helaas zijn er ook nemo’s die andere ervaringen met de christelijke gemeente hebben. Zij krijgen het gevoel buiten de belevingshorizon van de meeste medegemeenteleden te vallen, alleen al vanwege het feit dat zij niet getrouwd zijn. En hoe zouden die gemeenteleden reageren als ze wisten van je homoseksuele gevoelens en verlangens? Ze zien mensen hartelijk en gastvrij met elkaar omgaan, maar ook al proberen ze het, het lukt niet ertussen te komen.
Zonder dat er sprake is van opzet, kunnen ongetrouwden (en zeker nemo’s) op die manier in een isolement gedreven worden en moeten ze concluderen dat er blijkbaar tweederangsburgers in het Koninkrijk van God zijn.
En zonder de steun van een gemeenschap om zich heen moeten zij hun best doen de verleidingen van het lijf te houden. Zo heeft God het niet bedoeld. In het Koninkrijk van God zijn geen tweederangsburgers. Wij zijn het lichaam van Christus.
Samen bidden en werken
In sommige gemeenten is het heel gewoon dat leden van de gemeente in kleine groepjes elkaar regelmatig ontmoeten, en dan denk ik in dit geval niet aan een (wijk)bijbelstudiegroep, maar aan een groepje van twee of drie personen die bij elkaar komen om door te praten over wie God is, over de gang van het Evangelie door de wereld, over hoe je leeft vanuit het Evangelie, over nog wel veel meer, om vervolgens samen te bidden.
Het feit dat je in een heel klein groepje met elkaar bezig bent, biedt unieke mogelijkheden. Concrete uitdagingen waarmee je te maken krijgt als je vanuit het Evangelie van de genade van Christus wilt leven, maar die je niet in de grote groep gooit, kunnen hier veilig op tafel komen.
Die uitdagingen kunnen op allerlei gebied liggen: je werk, je geld, je vrije tijd, je huwelijk en gezin of juist je niet of niet meer getrouwd zijn, noem maar op. Ook seksualiteit kan in zo’n kleine groep aan de orde komen als daar reden voor is. En in onze samenleving is daar nogal eens reden voor, misschien wel vaker dan we (van elkaar) zouden willen weten.
Sommigen hebben de kracht van zo’n gebedskring ervaren op bijvoorbeeld een congres voor geestelijke groei. Het zou een gemiste kans zijn als deze vorm van beleving van de gemeenschap der heiligen zich beperkt tot een enkele keer eens in de zoveel jaar.
Hoe meer de goede gewoonte van kleine gebedskringen zich uitbreidt binnen een concrete gemeente, hoe groter de kans dat ook een nemo een plek vindt in zo’n kleine gebedskring. Daar kan hij iets delen over de specifieke uitdagingen waar leven vanuit het Evangelie van Christus hem voor stelt, meeleven met de uitdagingen van anderen, en op die manier in een microgemeenschap ervaren wat die woorden betekenen: wij zijn het lichaam van Christus.
Is er dan in de gemeente (of misschien wel gemeenteoverstijgend) niet een speciaal programma nodig voor nemo’s en homo’s in het algemeen, bijvoorbeeld een praatgroep? Dat verschilt van gemeente tot gemeente. Soms kan het nodig zijn een speciaal programma aan te bieden. Dit is zeker het geval wanneer een gemeente nog een inhaalslag moet maken waar het gaat om zaken als het overbodig maken van de status van tweederangsburgers of het samen bidden.
Er zit ook een nadeel aan zulke speciale programma’s: als ze een eigen leven gaan leiden, kunnen er weer mensen in het isolement terechtkomen en ontstaat er opnieuw verwijdering tussen de gemeente en nemo’s/homo’s in haar midden. Het opzetten van een speciaal programma kan nooit een excuus worden om niet te werken aan een inhaalslag die iedereen binnen de gemeente duidelijk maakt: wij zijn het lichaam van Christus, wij hebben elkaar nodig.
We hebben elkaar nodig
Er is de afgelopen veertig jaar in de westerse samenleving enorm veel verschoven op het gebied van de menselijke seksualiteit. Homoseksualiteit is daar (maar) een deelterrein van. Het lijkt erop dat christenen er maar ten dele in slagen een eigen koers te varen. Er is veel verlegenheid en verwarring en dat is een probleem voor ons allemaal, ongeacht van welke aard onze seksuele gevoelens en verlangens mogen zijn. We hebben elkaar nodig, om schouder aan schouder te staan en overeind te blijven.
Ik heb het vermoeden dat er een verband bestaat tussen vrijmoedigheid en overtuigingskracht in het prediken van het Evangelie van Christus en vrijmoedigheid en overtuigingskracht in het prediken van de geboden van Gods Koninkrijk.
We hebben elkaar nodig - om te leren het Evangelie door te geven aan een volgende generatie binnen de gemeente en aan zo veel mensen buiten de gemeente, om te leren Christus te zien en te leven uit genade, om geleerd door Christus werk te maken van de normen en waarden van het Koninkrijk van God.
Laten we God bidden en vragen onze inspanningen te zegenen, zodat op steeds meer plaatsen de gemeente van Christus met haar unieke Evangelie en haar tegendraadse moraal aantrekkingskracht heeft, zout is dat het rottingsproces tegengaat, en licht dat de duisternis verdrijft.
gereformeerd theoloog en nemo. Onder het pseudoniem Elco Flohr schreef hij eerder het artikel ‘Wat zegt de Bijbel over homoseksualiteit?’ (juli 2003).