Berichtdoor Collateral » 26 dec 2006 12:47
Toen Egbert de twaalf dikke eendjes zag oversteken steeg de warmte al gauw naar zijn hoofd. Met klamme handen mompelde hij: 'Lyrisch word ik hiervan!' Daar was geen woord van gelogen. Eerst, zo stelde hij zich voor, zou hij de eendjes namen geven; namen waarin bepaalde medeklinkers bepaald niet geschuwd zouden worden. (Hij grinnikte al bij voorbaat toen hij moest denken aan de namen die hij afgelopen nacht had liggen verzinnen.) Daarna was het 'tijd voor koek': voor ieder eendje zou hij een hap nemen van zijn gevulde koek, net zo lang tot daarvan de laatste kruimel verorberd zou zijn. 'Schoon op,' zou hij dan stamelen, en dan zou hij zich, verzadigd en voldaan als hij zou zijn, naar zijn oude hut begeven om daar een welverdiend uiltje te knappen.
Zo ver kwam het echter niet, want hij was zijn gevulde koek vergeten. Verslagen strompelde hij richting zijn hut, opende die, greep de koek van de tafel en gooide die in een hoek. 'Zo hoeft het van mij niet meer,' gromde hij woedend, en hij gaf de hut een enorme mep zodat hij kraakte. Die avond nog verliet hij de hut voorgoed en beende hij met een grote omweg naar de eerste de beste aandeelhouder die hij tegen zou komen.