Vers 5 zegt dat God alleen de uitverkoren aanneemt. Dat staat vast bij God. De (uit)verkiezing is het onveranderlijke raadsbesluit van God, waarin Hij van eeuwigheid heeft besloten sommige mensen door het geloof in Christus zalig te maken. God besluit dus wie hij zalig maakt.
En Hij heeft daarin Zijn keuze gemaakt, door niet iedereen zalig te maken. Niet iedereen die gelooft word zalig..
Vers 13 lijkt dan veel gemakkelijker. Als je het Evangelie hebt gehoord, en die ook gelooft..ben je verzegeld met de Heilige Geest.
Het zou dus makkelijk kunnen zijn. Als je maar gelooft, dan hoef je je geen zorgen te maken. Je gelooft, dus je bent verzegeld met de Heilige Geest.
Wat de D.L zegt:
dat wie dit woord aannemen, en den Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, die worden door Hem van den toorn Gods en van het verderf verlost, en met het eeuwige leven begiftigd".
komt op hetzelfde neer. Maar hier word gesproken over een waarachtig en levend geloof. En dat is het geloof wat God ons schenkt. Uit onszelf komen we niet aan dat waarchtige en levende geloof.