Ik heb een grappig idee gehaald uit he boek 'de vliegeraar' van een Afghaanse schrijver wiens naam ik vergeten ben. En het is erg bevordelijk voor het lezen van gedichten.
Het gaat zo, je schrijft 1 regel uit een gedicht met de naam van de dichter erbij en eventueel de titel.
De laatste letter waar de zin mee eindigd, is de eerste letter van de zin die de volgende plaatst.
Dus ik schijf:
Zeg zacht mij naam, en ik ben in't vertrek:
de bloemen staan weer in de vensterbank
en de broden in het witte keukenrek. (Martinus Nijhoff, haar laatste brief)
De volgende schijft:
Kwam ik haar tegen, glimlachend,
en ze zei: wat liefde is geweest
luister ernaar in de bomen. (Hans Lodeizen)
Het leuk is dat je de aandacht vestigd op een enkele zin, en zie je hoe mooi alleen al 1 regel kan zijn. ik zal starten met een schitterende regel uit het gedicht Najaar:
Hoe ligt je naam
als een schip nog op mijn adem. (Herman de Conink, Najaar)