Raido schreef:de gemeente van rechtvaardigen en in deze tijd de gemeente die Zijn Lichaam is.
Hoe kan het zijn dat er rechtvaardigen zijn die buiten Zijn Lichaam zijn?
Israel (het gelovig overblijfsel) zal na de eindtijd ingaan in het Koninkrijk dat door Christus zal opgericht worden.
Die vallen naar mijn idee gewoon onder 'de rechtvaardigen' ik ga er vanuit dat je met 'het gelovige overblijfsel' de Joden bedoeld die Jezus Christus als de Messias zien, of bedoel je allerhande Joodse religieuze stromingen?
Vooraleerst ik antwoord geef moet ik eerst wat anders uitleggen. Over dood en opstandingen. Je zult misschien denken wat heeft dat met elkaar te maken maar het is nodig ivm onderscheid.
De meeste christenen geloven dat na de dood een onsterfelijk ziel het lichaam verlaat en of in de hemel komt of in de hel.
Allerleerst IS de mens een levende ziel. De redenering dat de mens een onsterfelijke ziel heeft is een heidense platonische (afkomstig van onze grote griekse filosoof Plato) lering die helaas door Augustinus is in gebracht in het christendom. Enige verdieping in dit onderwerp zou velen tot nadenken moeten stemmen.
SVV Genesis 2:7 En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.
SVV Genesis 15:15 En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden.
Kanttekenaren: gij zult tot Dat is, gij zult sterven naar het lichaam, maar naar de ziel vergaderd worden tot den staat van het andere leven;
Laten we wel wezen. Abram werd geroepen uit Ur der Chaldeen. Zijn familie geloofde wel en ook zjn voorvaderen maar niet heus. Niet in de Levende God die Abram riep. Abrahams ouders en opa en oma geloofden in houtenen stenen afgodsbeeldjes e.d. Dus als zij stierven gingen zij niet naar de hel maar naar het graf. Daarom mogen we de tekst ook gewoon lezen zoals het er staat. Abram wordt dit ook aangekondigd. Hem wordt gezegd dat hij in hoge ouderdom zal sterven en zijn voorouders achterna zal gaan het graf in. Abram wordt hier niet de hemel beloofd.
SVV Genesis 37:35 En al zijn zonen, en al zijn dochteren maakten zich op, om hem te troosten; maar hij weigerde zich te laten troosten, en zeide: Want ik zal, rouw bedrijvende, tot mijn zoon in het graf nederdalen. Alzo beweende hem zijn vader.
Netzo met Jacob. Waarom zegt Jacob hier niet. laat mij maar lekker omkomen in mijn verdriet dan kan ik daarna bij Jozef zijn in de hemel. Nee, ook hier gewoon lezen wat er staat. Jacob en Jozef zijn in het graf neergedaald.
SVV Daniel 12:13 Maar gij, ga henen tot het einde, want gij zult rusten, en zult opstaan in uw lot, in het einde der dagen.
SVV John 6:44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Hetgeen de engel zegt tot Daniel is gewoon letterlijk te nemen. De kanttekenaren gaan vermelden over een schoot van Abraham. Maar Adam en Abel en Seth en Eva en vele anderen dan voor de tijd van Abraham?
Als men gelooft in een onsterfelijke ziel die bijv de hemelse gelukzaligheid ervaart waartoe dient dan nog een opstanding in het vlees. Wat is daar dan de zin nog van. Men zegt dan vaak dat al de hierboven genoemde personen al eeuwen juichen voor Gods troon. Als dat zo is waarom moeten zij dan nog deel hebben aan een opstanding? Zij zijn toch al reeds positief beoordeeld?
Ook de Here Jezus is vrij duidelijk lijkt me. zal hem opwekke ten uitersten dage. Als men gelooft in een onsterfelijke ziel doet men mijns inziens afbreuk aan de opstandingskracht en alles wat daarmee samenhangt.
Dus in mijn visie, die ik 1 op 1 in de bijbel kan terugvinden, gaat de mens in zijn algemeenheid naar het graf. net getuigen een Salomo en een Job erover. Tal van zaken over dit onderwerp zijn aan te halen maar voeren te ver.
Maar let op. Hedentendage zijn er wel gelovigen die in de hemel zijn. Ik gaf aan dat de doden in het ALGEMEEN in het graf zijn. Er is dus een verandering.
We zien dus tot in de handelingenperiode nog steeds dat er sprake van is dat de doden in het graf liggen tot aan de wederkomst. De brieven aan de thessalonisenzen en de korinthiers zijn geschreven in diezelfde periode. En wat lezen we daar onder andere.
SVV 1 Corinthians 15:36 Gij dwaas, hetgeen gij zaait, wordt niet levend, tenzij dat het gestorven is;
We zullen dus eerst moeten sterven in de meest letterlijk zin van het woord. Pas daarna is er nieuw leven mogelijk. Dus niet doorleven met een onsterfelijke ziel.
SVV 1 Corinthians 15:53 Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen.
SVV 1 Corinthians 15:54 En wanneer dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning.
By the way: Christus heeft dood en graf (niet HEL) overwonnen. waarom eigenlijk? De gelovigen waren toch al in de hemel zoals men leert? Als mensen na het sterven direct een eeuwig wel of een eeuwig wee beleven is volgens mij per direct de overwinning van Christus over dood en graf overbodig of zie ik dat verkeerd.
SVV 1 Timothy 6:14 Dat gij dit gebod houdt, onbevlekt en onberispelijk, tot op de verschijning van onzen Heere Jezus Christus;
SVV 1 Timothy 6:15 Welke te Zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der heren;
SVV 1 Timothy 6:16 Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen.
SVV 1 Thessalonians 4:13 Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben.
Als we deze tekst los beschouwen en je vraag in ogenschouw nemen zou Paulus in de volgende tekst misschien gaan uitleggen dat degenen die ontslapen zijn nu al bij de Heer zijn. Laten we verder lezen. Ik ben benieuwd.
SVV 1 Thessalonians 4:14 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem.
Maar zul je nu denken. Hier staat toch duidelijk dat ze meekomen dus moeten ze al boven zijn om mee te kunnen komen. Stel dat dat zo zou zijn en dat dat de uitleg van deze tekst zou zijn. Laten we gauw verder lezen wat Paulus nog meer zegt hierover.
SVV 1 Thessalonians 4:15 Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn.
Hoe kan Paulus nu in vredesnaam dit zeggen. Dit suggeren zou onkunde betekenen van Paulus zijde. Die gelovigen zin hem toch al voorgegaan? We gaan weer verder want Paulus zegt prachtige dingen.
SVV 1 Thessalonians 4:16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan;
Met die in Christus gestorven zijn worden die ontslapen thessaloninsenzen o.a. mee bedoeld. Daar schrijft hij nu over.
SVV 1 Thessalonians 4:17 Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.
Allereerst blijkt ook uit dit gedeelte dat het koninkrijk der hemelen (het aardse koninkrijk van uit de hemel) nog steeds actueel en aanstaande was. Sterker nog, Paulus gaat er vanuit dit nog bij leven mee te maken.
Ik kom nog even terug op het woordje ‘weder’ in vers 14. Dit vers wordt o.a. gebruikt om te onderbouwen dat de gelovigen al in de hemel zijn. Ik ben alleen bang dat men dan niet verder leest want het gedeelte verklaard zich zelf. Gewoon lezen wat er staat. Niet meer en niet minder.
Hier wordt mijns inziens mee bedoeld het terugbrengen uit de dood in het leven. Eeuwig leven wel te verstaan.
Wat is nu het onderscheid dat ik zie:
Er zijn 3 hopen voor de eerder genoemde drie groepen.
De hoop voor ons van vandaag die in de bedeling van de verborgenheid leven is dat wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, wij met Hem zullen verschijnen in heerlijkheid. Dit is een plaats. Sommigen denken dat dit verschijnen in heerlijkheid alleen maar slaat op het heerlijke karakter van de Heer Zijn manifestatie. Hoewel op zichzelf de Heer Zich straks heerlijk zal manifesteren, worden wij en de Colossenzen bijv. er door Paulus direct op gewezen, waar die heerlijk zich bevindt, namelijk: boven. Daar waar Christus is gezeten aan de rechterhand van God. En ‘boven’ wordt gesteld door Paulus tegenover ‘de aarde. (Col.3:2)
De hoop van de gelovigen in de handelingen was de Heer bij zijn komst tegemoet te gaan in de lucht, terwijl de hoop van het volk van Israel was dat op die dag zijn voeten zullen staan op de olijfberg.
We onderscheiden dus steeds drie groepen.
1. De bovenhemelse sfeer. De verschijning in heerlijkheid. Dat is de hoop van de gemeente van het Ene Lichaam.
2. De hemelse sfeer. De komst des Heeren en onze toevergadering tot hem. 2 thess. 2:1 en 1thess 4:13-18) Dat is de hoop van de gemeente der eerstgeboren (rechtvaardigen). Dat is het hemelse zaad van Abraham. Het de Here tegemoet gaan in de lucht.
3. De aardse sfeer. De komst des Heeren op de olijfberg. (zach.14:4 hand.1:11) dat is de hoop van de gemeente van Israel, het aardse zaad van Abraham.
Deze volgorde is tevens de volgorde waarin ze hun vervullling krijgen.
Eerst vindt in de hemelse gewesten de verschijning in heerlijkheid plaats aan machten, krachten en heerschappijen van de nieuwe mens. Deze nieuwe mens is Christus het Hoofd tezamen met Zijn lichaam , de gemeente, deze nieuwe mens is onder de huidige bedeling van de verborgenheid tot volwassenheid gekomen. Ja tot een volkomen man. Ieder lid van het Lichaam van Christus heeft aan het einde van zijn leven deel gekregen aan de uitopstanding uit de doden en is opgestaan in een geestelijk verheerlijkt lichaam en heeft zijn plaats ingenomen in het Lichaam in de hemelse gewesten aan Gods rechterhand. Zodra de nieuwe mens de mannelijke rijpheid heef bereikt en tot de maat van de wasdom der volheid van Christus is gekomen is daar het moment aangebroken dat deze volkomen Man Zich verheft van Zijn zetel
Aan de rechterhand Zijns Vaders, waar Hij al zolang gezeten heeft en wacht totdat de Vader Zijn vijanden gelegd heeft als een voetbank voor Zijn voeten. Psalm 110. Dat Hij verschijnt in in heerlijkheid, Zijn koningschap aanvaardt en dat Hij Zijn heerschappij gaat uitoefenen.
Maar ook is daar het moment aangebroken dat deze volkomen Man zijn bruid tot Zich nemen zal. Daartoe daalt Hij (Hoofd en Lichaam) af naar de aarde, waar in de lucht vanaf de aarde Zijn bruid Hem als een reine maagd tegemoet snelt, het hemelse zaad van Abraham, de gemeente van eerstgeboren (rechtvaardigen). Deze reine maagd wordt daartoe in staat gesteld, omdat de gestorvenen bij zijn komst het eerst opstaan, waarna ook de levenden veranderd worden in een ogenblik (1 thes 4:13-18). Zo kan heel deze geloofsgroep de Here tegemoet gaan in de lucht. Tijdens deze vereniging van Bruid en Bruidegom in de lucht treft de aarde onder aanvoering van de vriend van de Bruidegom ( de heraut van de koning) de laatste voorbereidingen voor het bruiloftsfeest. De engelen zullen uitgaan om de bozen uit het midden der rechtvaardigen af te zonderen. (Matth.13:49). Bij deze zuivering vindt de wederkomst plaats op de olijfberg. Israels hoop wordt ingelost. De Messias komt en het beloofde aardse koninkrijk wordt opgericht. Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het Koninkrijk huns Vaders. Na de wederkomst vindt het bruiloftsmaal plaats, waar in de eerste plaats Israel als belangrijkste gast wordt uitgenodigd. In de tweede plaats mogen ook allen aanzitten die uit de volkeren tot geloof zijn gekomen, zij vormen de gasten.
SVV Revelation 19:6 En ik hoorde als een stem ener grote schare, en als een stem veler wateren, en als een stem van sterke donderslagen, zeggende: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, heeft als Koning geheerst.
SVV Revelation 19:7 Laat ons blijde zijn, en vreugde bedrijven, en Hem de heerlijkheid geven; want de bruiloft des Lams is gekomen, en Zijn vrouw heeft zichzelve bereid.
SVV Revelation 19:8 En haar is gegeven, dat zij bekleed worde met rein en blinkend fijn lijnwaad; want dit fijn lijnwaad zijn de rechtvaardigmakingen der heiligen.
SVV Revelation 19:9 En hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zijn zij, die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft des Lams. En hij zeide tot mij: Deze zijn de waarachtige woorden Gods.
Even in het kort over 19:6. De sv heeft staan geheerst. Dit gedeelte is in het geheelnog niet vervuld en zal in de toekomst zijn vervulling hebben. Christus heeft Zijn koningschap nog niet aanvaard.
Netzo is het met de woorden: mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Daar zien we hedentendage niet echt veel van moet ik zeggen. Er is weing vrede. Hij oefent deze macht op aarde niet uit. Dat wil niet zeggen dat God niet ingrijpt of ondersteunt. Op het wereldgebeuren is God terughoudend. Individueel, verborgen is Hij wel bezig.
LEI Revelation 19:6 Toen hoorde ik als de stem ener talrijke schare en als het gedruis van vele wateren en als het geluid van krachtige donderslagen, zeggend: Halleluja! want de Heer onze God, de Albeheerscher is koning geworden.
LUV Revelation 19:6 En ik hoorde als ene stem van ene grote schare en als ene stem van vele wateren en als ene stem van sterke donderslagen, zeggende: Halleluja! Want de Heer onze God, de almachtige, heeft het rijk aanvaard.
NBG Revelation 19:6 En ik hoorde als een stem van een grote schare en als een stem van vele wateren en als een stem van zware donderslagen, zeggende: Halleluja! Want de Here, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap aanvaard.
SVV Revelation 19:6 En ik hoorde als een stem ener grote schare, en als een stem veler wateren, en als een stem van sterke donderslagen, zeggende: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, heeft als Koning geheerst.
Wederom zien wij nogmaals 3 groepen.
Christus de volkomen man, de bruid (hemelse zaad) en de genodigden tot het bruiloftsmaal. In de eerste plaats Israel (aardse zaad) en allen die genodigd zijn uit de volkeren (matth 22:9).
Momenteel is er van deze drie hopen maar 1 hoop actueel en dat is de hoop van de gemeente die zijn Lichaam is. Het verschijnen met Hem in heerlijkheid. Om dit straks mogelijk te maken, zijn de leden van de gemeente der verborgenheid al reeds met Christus levend gemaakt, met Hem opgewekt en met Hem gezet in de hemelse gewesten en hebben zij aan het eind van hun leven individueel deel aan de uitopstanding uit de doden. Dit geschiedt doordat God de uitnemende grootheid van Zijn kracht naar de werking der sterkte Zijner macht, die Hij in Christus heeft gewrocht, ool laat werken aan ons die geloven en ons op doet staan van tussen de andere doden uit. Paulus schrijft hierover in de Filipenzenbrief. Fil. 3:11 is daarin een sleuteltekst.
Een voorzetje wil ik wel geven. Het gaat in deze tekst om een uit-uitopstanding. Er is een anastasis. Een uitopstanding. Maar er is ook sprake van een uit-uitopstanding. Een vooruit-opstanding. Van tussen de doden uit. Netzo als Christus opstand van tussen de doden uit. De anderen bleven achter. Daarom wordt Hij ook de Eersteling uit de doden genoemd. Als eerste stond Hij op in de nieuwe mens.
Het gaat hier om een overtreffende trap in de opstanding. Hoe moest Paulus dit feit nu onder woorden brengen. Paulus heeft het probleem opgelost door voor anastasis het woordje ‘ek’ te plaatsen.
Netzo komen we tegen in een aantal brieven over wederverzoening. Waarom wederverzoening? Is 1 x verzoenen niet voldoende? Misschien iets voor een andere keer.
Of je het nu gelooft of niet maar zo kijk ik er tegenaan. En nogmaals. Mij valt op dat allerlei tegenstellingen die er ogenschijnlijk lijken te zijn in de bijbel wegvallen.
Dus dat abraham en david niet in de hemel zijn lijkt voor veel gelovigen onverteerbaar. Maar liegt Petrus dan nu? Vervuld zijnde met heilige geest?
SVV Acts 2:29 Gij mannen broeders, het is mij geoorloofd vrij uit tot u te spreken van den patriarch David, dat hij beide gestorven en begraven is, en zijn graf is onder ons tot op dezen dag.
VV Acts 2:34 Want David is niet opgevaren in de hemelen; maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand,
Hopelijk is je vraag beantwoord. Zoniet gewoon vragen.
Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn.