Volgens mij hangt de betrouwbaarheid van een bijbelvertaling ook af van diegenen die meewerken aan een vertaling. Zo zijn er vertalingen die door z.g. bijbelgetrouwe (een misschien wat ongelukkig gekozen term, maar ik weet zo direkt ook geen andere) mensen gemaakt zijn, maar er zijn ook vertalingen die door z.g. bijbelkritische personen, gemaakt zijn. Dit is wat mij betreft een erg belangrijk kriterium.
Als iemand die zelf de grondtekst niet kent, zijn voor mij de online bijbel "blueletterbible" (
www.blueletterbible.org) en de studiebijbel ,papieren versie of CD, zie
www.studiebijbel.nl de belangrijkste naslagwerken. Verder is de statenvertaling (en in de toekomst de herziene statenvertaling?) favoriet. Niet vanwege mijn hang naar het "oude vertrouwde o.i.d., maar omdat toch steeds weer blijkt dat de statenvert. behoorlijk grondtekstgetrouw is. Ben ook nog eens van plan om de meer literaire Naardense bijbel te gaan bestuderen (online te vinden op
www.naardensebijbel.nl).
Zelf ben ik niet ondersteboven van de NBV. Hier hebben m.i. te veel bijbelkritische mensen aan meegewerkt. Kijk alleen maar naar het gesteggel over de naam van God die er geweest is, vooral vanuit de hoek van de feministische theologie.
Nog een voorbeeld: In Gen 12:3b:
St.vert.: en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden.
NBV: Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.
Tussen beiden zit een wezenlijk verschil. Wat zou nu juist zijn?
In het Hebreeuws staan er voor dit tekstgedeelte drie woorden: mishpachah (families, stammen, naties) ´adamah (grond, aarde) barak (zegen). De uitdrukking barak wordt dan veelal gebruikt als een actieve daad van de ene naar de ander toe. Doordat de NBV dit ombuigt in wens wordt van barak een passief ontvangen gemaakt, en wordt de intentie van de tekst een geheel andere. Een interpretatie die m.i. geen recht doet aan dat wat de grondtekst bedoelt te zeggen.
Taalkundig wordt bovendien geen recht gedaan aan de veel voorkomende Hebreeuwse stijlfiguur van tegenstellingen binnen één parafrase. Deze ztijlfiguur wordt sterk afgezwakt door niet meer een actief vervloeken tegenover een aktief zegen te stellen, maar een actief vervloeken tegenover een passieve wens gezegend te worden. Een nogal inconsekwente manier van vertalen lijkt me, die de betrouwbaarheid niet ten goede komt
Ik vraag me dan altijd (wat achterdochtig misschien) af vanwaar een dergelijk interpretatie, wat is de gedachte hierachter?
Ps. 122vs6: Bidt om de vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.