De wijziging in het nieuwe verbond is niet dat de Torah overboord is, maar de vloek der Wet, mits wij hebben toegegeven die vloek waardig te zijn vanuit onze ontoereikendheid nooit niet te kunnen zondigen. De straf die op ons was is echter op Jesjoea, onze Losser, gekomen. Hij heeft onze ongerechtigheden en zonden gedragen en de straf daarvoor. Wanneer wij dit toegeven, en dat wij zonder on niet in in Hem mede sterven, niet aan de vloek ontkomen.
Voor hen die in de nieuwheid van het leven mee opgestaan zijn met Hem, heeft de vloek der Wet geen kracht meer, oordeel kan een dode niet meer treffen. Echter moet uit het leven van ons blijken of we echt gestorven zijn. Uit eigen kracht kunnen we dit niet, vandaar dat onze dood en het opstaan in het nieuwe leven (wedergeboorte) nodig is. En dan nog kunnen we het niet leven zonder de inwoning van de Geest G-ds.
Galaten heeft het over Torah uit eigen vleselijke kracht houden en denken door Torah behouden worden, als zijnde aanvullende voorwaarde voor behoud.
Er zijn overigens 2 soorten behoud. Een absoluut behoud van ons wezen en een mate van behoud naar onze wandel, dat laatste heeft met de wandel en mate van heiligmaking en praktisch uitleven van het geloof te maken, leert Paulus (1 Kor.3:12-15).
Sam