Marnix schreef:Klopt wat je zegt. Ik herken het ook uit mijn eigen gemeente. Onze nieuwe dominee is jong en vrij radicaal en scherp. Hij wint er geen doekjes omheen maar zegt waar het op staat.... Ook bijvoorbeeld verbondsautomatisme en te makkelijk denken over wedergeboorte / bekering pakt hij aan. Ik hoor dan van mensen dat het ze onrustig maakt, waar een preek zekerheid zou moeten hebben.... maar denk dan: Mensen, kijk eens naar wat Jezus zegt. Velen zijn geroepen, weinigen uitverkoren... Breed is de weg die naar het verderf leidt en velen zijn er die hem volgen. Smal is de weg die naar het leven en weinigen zijn er die hem vinden. Strijdt om in te gaan door de nauwe poort, van velen willen er wel binnengaan maar kunnen niet.
Levert dat rust? Als het goed is niet, het zet je juist in beweging, maar tegelijkertijd besef je dat je het zelf niet kan. Zoals de discipelen ook reageren na wat Jezus vertelt over de kameel en het oog van de naald. Geschokt roepen ze uit: Maar wie kan dan behouden worden. In Jezus antwoord ligt dan zoveel rijkdom... maar ook een waarschuwing. Wat bij mensen onmogelijk is is voor God mogelijk. Hij dwingt je om te stoppen met het zelf maar te willen proberen, om het altijd maar zelf te willen proberen... Hij maakt duidelijk dat er maar 1 manier is... door naar God te gaan en te zeggen: Voor mezelf is het onmogelijk.... maar U kan het toch. En is wedergeboorte niet uiteindelijk dat: Dat jij niet meer voorop loopt maar Jezus, dat jij het niet meer wil kunnen, probeert te kunnen.... dat jij God niet meer in jou levensplan inpast, maar God jou inzet in Zijn Koninkrijk. God kan alles geven... maar gaan wij niet zo vaak met volle handen naar Hem toe, omdat we zelf dingen willen geven...?
Ds. G. Hutten bedoel je denk ik. (De combinatie Arnhem en
Gert...)
In dat charismatische gedachtengoed kan ik mij totaal niet vinden, dus ik beschouwde hem als iemand die totaal anders denkt dan ik. Maar op een dag las ik ineens iets, waarvan ik dacht: dat is mij uit het hart gegrepen! Ik citeer het even:
Ds. Gert Hutten, predikant in Arnhem, spreekt laat op de middag over discipelschap. Op de beamer staan schema's ('Discipelschap: leerling, volgeling, vertrouweling'), die de spreker aan elkaar verbindt met bijbelpassages, oproepen en anekdotes. Met regelmaat laat hij zorg doorklinken: ,,Ik kom te vaak mensen tegen voor wie Jezus alleen een historische figuur is''; ,,te veel mensen die ik tegenkom zijn geen leerling van Jezus''; ,,ik zie te veel gearriveerde christenen''; ,,ik zie te veel risicoloos en te veel crisisloos christendom, ik zie mensen die altijd netjes naar de kerk gaan, maar nooit in de crisis terechtkomen''.
Bron: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&vorigDocument=nd_zoekresultaten&id=69131
Inderdaad, dat crisisloze 'christendom', waarbij men wel zegt dat men gelooft in God en Jezus Christus, maar waarbij het leven andere taal spreekt! Waarbij de kinderen alles mogen zien op TV, waar de tegenstelling van geloof en wereld geen rol speelt. Waar men met plezier naar vloekende cabaretiers kijkt. Waar men zich heerlijk thuisvoelt in die wereld van zonde. Ja, waar de hele notie van de noodzaak van wedergeboorte en bekering, van het persoonlijk toepassen door de Heilige Geest van de doopbelofte, wel totaal afwezig lijkt...
O, als er íets is wat mij verschrikkelijk tegen de borst gestuit heeft, en nog altijd tegen de borst stuit...
Het is het geloof in 'de lieve Heer die geen vlieg kwaad doet, laat staan ons' (ja, vaagjes is er misschien nog wel dat besef dat God straffen kan). Dan mag je van alles zeggen, maar niet dat men de genade zou missen. Stel je voor zeg, men zou er eens bekommerd over raken! Nee, dat is niet prettig. (Alsof dat tegen de eeuwigheid op zou wegen waarnaar men onderweg is!)
De Nadere Reformatoren hadden niks op met een dergelijk 'geloof'. Gisteren las ik nog een stukje in de Redelijke Godsdienst van ds. W. à Brakel (1635-1711) waarin hij waarschuwt tegen een dergelijk geloof met valse gerustheid:
8. Bedrieg u niet door inbeelding van Gods genade
1. Bedrieg u niet door te denken: God is genadig en barmhartig, daar hoop ik op. Mens, ontwaak toch uit deze strik van de duivel en van uw verduisterd verstand! Worden er dan geen mensen verdoemd en gaat het grootste deel niet verloren? (Matth. 7). Waar is dan uw ingebeelde barmhartigheid van God? Dat is geen barmhartigheid, dat God, de rechtvaardige Rechter, zonden zou vergeven zonder die volkomen te straffen. Zo'n barmhartigheid zou u in de wereldse rechters verfoeien! Maar dit is de barmhartigheid Gods, dat Hij een Borg geeft en de zonden van de gelovigen volkomen straft in Hem; dat Hij iemand het geloof in die Borg schenkt en dat Hij zo iemand wederbaart, heiligt en langs die weg tot de zaligheid brengt. Ziet u dan nu, dat uw hoop op de barmhartigheid vals is en dat die u zou bedriegen, omdat uw hoop geen grond heeft?
Wilhelmus à Brakel, Redelijke Godsdienst, hoofdstuk 42 (Het leven des geloofs op de beloften), § 8 (Deel 1, blz. 1061 in de complete uitgave)
Dat is overigens nog heel wat anders dan niks op hebben met de onwedergeboren zondaar, want hoe bewogen kon diezelfde W. à Brakel daarover schrijven!:
11. Er is geen hoop voor zorgelozen
Zo bent u, hoe het ook zij, geheel ontbloot: u bent blind, dood in de zonden, verdoemelijk en uw steunsels van hoop zijn enkel bedrog.
Wat nu? Er is nog hoop voor u als u maar langs de weg, die ik u ontvouwen zal, behouden wilt worden. Voor degene die ongevoelig is over zijn ellendige staat, die van hemel noch hel enig besef heeft, die begeerte noch vrees heeft, voor zo een is er geen raad. Maar arm mens! Ontwaak toch! U ligt op het randje van de hel. Zie daar, daar valt u erin! Ontwaak, ontwaak voor het te laat is! Zo niet, zo moeten wij u met ontzetting in de eeuwige verdoemenis zien verzinken.
Wilhelmus à Brakel, Redelijke Godsdienst, hoofdstuk 42 (Het leven des geloofs op de beloften), § 11 (Deel 1, blz. 1062 in de complete uitgave)