elbert schreef:waarnemer schreef:Een voorbeeld? Dat Jezus de Koning van de kerk is, hoor of lees ik elke week. Dat komt in de Bijbel niet voor. Ik was scriba van een kerkenraad en door de predikant was een brief opgesteld die ik ook moest ondertekenen, maar daar kwam de zinsnede "Jezus Koning der kerk" ook in voor. Op mijn opmerking dat dit niet zo in de Bijbel staat, keek hij verwonderd en ging aaan het zoeken op internet en inderdaad het staat er niet.
Hmm, ik zie niet in waarom dit een probleem zou zijn. Jezus is Koning en Heere, dus ook zeker van de kerk, en Hij regeert.
Het probleem met de uitdrukking "Jezus, Koning der kerk" is dat de kerk daarmee in essentie Jezus als zijn Koning annexeert, terwijl Hij feitelijk Koning van Israel is. Bijbels gezien is Jezus het Hoofd van de Gemeente (een titel die Hij 3x krijgt in het NT). De term: "Jezus, Koning van de kerk" komt puur voort uit de vervangingsgedachte. Onbewust en onbedoeld, wordt met deze uitdrukking in de kern de vervangingstheologielogie steeds weer opnieuw gevoed en in stand gehouden. De term "Koning der Joden komt in het NT 18x voor, allen in direkte relatie met Israel.
De dingen worden vaak als ingesleten term zo klakkeloos nagezegd, zonder dat men zich realiseert wat men zegt, waar de oorsprong van een bepaalde terminologie vandaan komt en of het wel klopt wat men zegt.