Nina schreef:@ Arendsoog: ik zie dat je er heel wat tijd in stopt met je antwoorden,(waardeer ik) maar eerlijk gezegd kan ik er niet veel mee.
Ik kan achter een aantal zaken in de DL niet staan, en jij reageert met nog meer DL om deze te onderbouwen. Dat is voor mij dus geen onderbouwing, want die kan alleen uit de Schrift zelf komen.
Graag gedaan. Gedachten uittypen is zelf ook weer overdenken. Correct, de uiteindelijke basis is de Bijbel. Het punt is: ik weet niet of je de DL volledig doorgelezen hebt, en alle punten meeneemt die erin verwoordt staan. Als jij/andere mensen dus bij DL-hfdst-1-bespreking opmerkingen maakt waarop verderop in de DL antwoordt wordt gegeven, wil ik dat graag delen.
Ik 'wederspreek' niet dat God, nadat iemand tot geloof is gekomen, Zijn wet in diens binnenste zal storten (etc), maar dat is niet hetzelfde als zeggen dat God geloof stort in iemands hart.
Deze opmerking onderbouwt de stelling dus niet.
Als ik je goed begrijp redeneer jij als volgt: de mens gelooft, en daarna stort God andere gaven etc. in iemand.
De gereformeerde belijdenis gaat echter nog een stapje verder dan jouw redenatie: uiteindelijk was het Gods verkiezend welbehagen dat hij mij het evangelie zond, mij bekeerde, mijn wil omboog, mij geloof schonk etc. En daardoor geloof ik. Voor de ene spreekwijze hoeven we de andere niet na te laten, al is dat soms wel lastig binnen gereformeerd NL.
Komen we weer bij de tekst van Paulus tegen de Filippenzen. Dat is voor mij eigenlijk een perfecte samenvatting.
Maar misschien kun je verwoorden wat je dan precies verstaat onder 'geloof' en wat dat geloof nu precies voor waarde heeft.
En waarom die opmerking uit Jeremia erbij staat, is mij niet duidelijk. Overigens: het was geen gebed van Jeremia, het is een gebed van Efraim (bij monde van Jeremia) die God vraagt of hij terug mag keren tot God.
Er staat in de DL toch ook 'bij den profeet', wat zoveel betekent als: in het boek van de de profeet (in dit geval Jeremia), kun je dat lezen.
Dit is weer zo'n staaltje van vertalen naar je eigen doctrines toe: (ik heb het al eens genoemd in een ander topic, ben daar uitgebreid op ingegaan) het woordje 'sjoev' komt in het hoofdstuk van Jeremia verscheidene keren voor, en wordt telkens vertaald met 'terugkeren'. Hier opeens met 'bekeren'.
Zie ook Zach 1:3. Daar staan dezelfde woorden, hier wel vertaald met 'terugkeren.'
Hebreeuws kan ik niet, en als er een ander topic is waarin dit besproken wordt, hoeft dat specifiek ook niet hier. Over het juiste gebruik van deze tekst 'bekeer me' vs 'bekeer je' zijn al wel talloze vragen gesteld in de vragenrubriek, ik ben deze vertaalkwestie nog niet tegengekomen. Wat betreft vertalen naar je doctrines toe: Dit klinkt alsof de DL (en daarmee de SV) een volledig nieuwe leer verwoordt, dat is absoluut niet zo. Al eeuwenlang heeft de kerk over deze zaken nagedacht, geschreven en beleden. Alleen is het op de Dordtse synode contra de remonstranten zo verwoordt.
(het volgende geldt algemeen)Nu kun je zeggen wat heb ik aan die documenten van vroeger, wel: 1. het is uiterst naief om te denken dat wij het wiel weer opnieuw uit moeten vinden; 2. er zijn zo ontzettend veel mooie dingen geschreven; 3. we belijden toch met het Apostolicum: een algemene, christelijke kerk. Daarom is het goed, om naast de Bijbel, je te verdiepen in de geschriften van (o.a.) de Kerkvaders, Reformatoren en Oudvaders. Overigens: misschien kan de essay/voorwoord 'On the reading of Old Books' van een recentere auteur, C.S. Lewis, je hiertoe zetten. Is wel ergens online te vinden
Nina schreef: Ik vind het nogal egoistisch om het een onuitsprekelijke troost te noemen. Dat is het alleen vanuit de zijde van een 'uitverkorene' bekeken. Je kunt er zelf dus niets aan doen of je wel of niet bent uitverkoren, en kunt dus 'zomaar' pech hebben.
Begrijpelijk dat als je opgroeit met deze leer, het je enorm naar de keel kan vliegen.
Als deze leer niet goed gebalanceerd wordt gebracht, zijn er allerlei gevaarlijke uitwassen naar beide kanten. Zowel richting hypercalvinisme als richting het 'pelagianisme'/remonstrantisme ofwel eenvoudig: ik-geloof/bekeer-mezelf-door-m'n-eigen-vrije-wil. Het gaat hier ook om de zekerheid van het geloof, en dat hangt samen met de vertroosting.
Op de rest heeft elbert al gereageerd.
Chaya schreef:elbert schreef: Hoe weet je of je "zomaar pech" hebt? Antwoord: dat kun je helemaal niet weten en degenen die niet geloven interesseert het ook niets. Het is trouwens ook niet "zomaar pech". Je kunt wel weten of je tot de uitverkorenen behoort, nl. wanneer je op het volbrachte werk van Christus steunt en dan is het een enorme troost.
Chaya schreef: Misschien wordt dit wel te weinig gepreekt. Als ik zo wel eens lees dat men geen behoefte heeft aan leerdiensten, krijg je dus dat de inhoud van de Catechismus en de D.L. onbekend blijven. En daarin wordt het juist uitgelegd.
M'n eigen ervaring: als je de leer van de uitverkiezing niet goed kent, werkt die afstotend of onverschilligmakend en roept het allerlei verkeerde reacties op. Naast het lezen van de Bijbel, heeft het verdiepen in o.a. de DL me beter geleerd wat deze leer nu wel en ook wat deze leer nu niet inhoudt. Verhelderend waren voor mij bijvoorbeeld DL I,16; I verwerping dwalingen 7, maar ook V, 10. Maar ook simpelweg dat de DL gerust woorden gebruikt als ''aannemen (DL I,4) en de al vaker geciteerde uitdrukking, 'waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens (...) gelooft en zich bekeert (III/IV, 12)
In het algemeen geldt dat mensen die de HC, NGB en DL als belijdenisgeschrift aanvaarden, die natuurlijk goed moeten kennen en zich er niet pas in verdiepen als er 'aanvallen' op komen.
Daarnaast: op een gegeven moment toen ik hierover aan het nadenken was, en er niet uitkwam, kwam ik uit bij Romeinen 11, de laatste verzen (NB: na de hoofstukken 9-11 dus) Ik citeer ze hier:
O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen!
Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?
Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden?
Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.
De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. Psalm 19:2