Berichtdoor gravo » 22 jun 2013 01:16
Als het al mogelijk is om een conclusie te trekken uit het verloop van deze discussie dan is het wat mij aangaat de volgende:
Het valt op dat degenen die fel tegen acceptatie van homoseksualiteit gekant zijn een verregaande retoriek gebruiken, die vaak erg krampachtig overkomt. Bijna zonder enig respect wordt de visie van liberalere christenen op dit punt neergesabeld. De inbreng van de liberalere christenen wordt als allesoverheersend en dominant afgeschilderd. Kennelijk voelen de sabelaars zich enorm in een hoek gedrongen. Met als triest dieptepunt de bijdrage van Boekenlezer, die van zijn hart een moordkuil gemaakt heeft. Echt onbegrijpelijk.
Aan de andere kant vind ik de bijdragen van degenen die homofilie niet veroordelen en homoseksualiteit om die reden ook accepteren eigenlijk heel rustig, ook al maken ze zich kwaad om de verdachtmakingen. Het getuigt van een sterk zelfbewustzijn, dat niet snel gebroken wordt door de felle aanvallen die vroeger waarschijnlijk veel harder en trefzekerder aankwamen dan nu.
Mijn conclusie is daarom (en omdat dit juist op een reformatorisch web zo duidelijk wordt) dat we in een duidelijke overgangsfase zitten, waarin met een paar laatste knallen de oude en klassieke visie op homoseksualiteit te grave wordt gedragen. Dit is al veel eerder begonnen. Bij christelijke gezinnen die praktisch iets moesten met de coming out van hun kinderen, in veel pastoraat dat niet langer aan kon zien hoe homo's vogelvrij werden verklaard (als notoire zondaars) en de deur gewezen werden als ze niet tot de laatste jota gehoorzaamheid betrachtten. Ook de beweging binnen de evangelische wereld, waarin vele delen van christelijk Nederland samen gingen werken heeft geleid tot een heel ander accent. Waar de EO bijvoorbeeld eerst nog de omroep was tegen abortus, tegen evolutie en tegen homofilie is nu een duidelijk andere richting zichtbaar. Dit is een kerk-overstijgende verandering!
Hoe zal het dan gaan met het grote klassieke argument van de orthodoxen, namelijk "het staat toch in de Bijbel". Dat argument wordt ondergraven door de werkelijkheid van de huidige samenleving. Waar men vroeger geen weet had van wat in een naburig dorp aan de hand was (en men dus op gezag geloofde dat het overal in de wereld ongeveer hetzelfde werkte als in het eigen dorp) zijn door internet, mobiliteit en andere vormen van globalisering alle alternatieve zienswijzen, leefwijzen (ook die van de wereldwijde christelijke gemeenschap) zichtbaar geworden. We weten nu dat er vele, vele christelijke homo's zijn, die elkaar opzoeken en een eigen theologie ontwikkelen, net zoals we nu weten dat er duizend en één theologien zijn over de hele wereld verspreid. De uniformiteit in denken is niet meer mogelijk. Een enkele, altijd geldige Bijbeluitleg dus ook niet meer. Nu is denkbaar en achterhaalbaar dat je binnen het christelijk raamwerk een liberale visie kunt ontwikkelen. De letterlijke Bijbelopvatting moeten we zien als een laatste strohalm van de idee dat de Bijbel eenduidig spreekt in alle tijden en voor alle mensen. Dit als redmiddel tegen de genoemde blikverruiming die voor veel christenen erg verwarrend was.
Maar de werkelijkheid van verandering wint. Jongeren kunnen niets meer met wat ouderen vroeger uit de Bijbel haalden. Evangelischen lezen anderen dingen in de Bijbel dan protestanten of rooms-katholieken. Vrouwen bestuderen de Bijbel heel specifiek, enz. enz. Elke tijd, elke groep, elke samenleving zoekt en vindt een eigen houvast in de Bijbel. Het lijkt zo'n statisch boek, waarin de klok stil staat en alles onder een eeuwenoude laag stof bewaard blijft. Maar het is juist een levend woord. Het is in staat om steeds anders en nieuw te spreken. Omdat het niet om de letter, maar om de Geest gaat. De Geest maakt levend. De Geest is in staat om letters om te vormen tot de geestelijke betekenis die er achter schuil gaat. Heeft altijd met liefde te maken en nooit met haat. Als de Bijbel een vuur wordt, een storm of veel lawaai, dan is het vaak mis. God spreekt anders, in het suizen van een zachte stilte.
De kern van al deze nieuwe visies op de Bijbel is, dat de Bijbel niet statisch is. Het verhaalt van een ontwikkeling, het is zelf in ontwikkeling en het ontwikkelt zich nog steeds in de duizenden betekenissen die het aan ons geeft. Zoals de ruwe Richterentijd wordt gevolgd door de Koningentijd, waarin hele andere wetten en gebruiken gaan gelden, zo is na de daaropvolgende Profetentijd ook weer een andere tijd ontstaan, waarin de specifieke boodschap van Jezus kon klinken. En die is in lijn met het Oude Testament, maar toch ook weer een stap verder: "gij hebt gelezen dat geschreven staat......maar Ik zeg u:".
Op de rode draad van de bijbel (God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf) zijn dus door de tijd wel degelijk verschuivingen zichtbaar. Ook de christelijke wereld van de 4e eeuw is niet meer dezelfde als de huidige. Kortom, christelijke leer en christelijk leven evolueert met de tijd. En dan vallen sommige Bijbelplaatsen als te rigide buiten de beleving van mensen. "Ook om oog, tand om tand". Ja, dat staat er wel, zegt Jezus, maar uh.....
De letterlijke Bijbeluitleg en de radicale christelijk - fundamentalistisch visie loopt nu op z'n einde. Niet alleen de wereld is het fundamentalisme in al zijn kwalijke gezichten spuugzat, ook veel christenen voelen zich in eigen kring niet meer prettig bij de rood aanlopende hoofden en opgeheven vingertjes van opgewonden christenen die nergens liever over praten dan over de toorn en de straf en de hel en de apocalyps waar iedereen, behalve zij zelf, door zal worden getroffen. Dat beeld van de zuivere kudde die als enige in een heilig isolement de waarheid in pacht heeft, dobberend als in een ark op de zee die een verloren wereld heeft gesmoord, dat beeld gaat er niet meer in.
Ten eerste zijn er inmiddels evenveel arken op de wereldzee als er kerken en gemeentes zijn, dus zo exclusief kan je je niet meer aan dek vertonen.
Ten tweede kijken veel christenen veel positiever naar de wereld, waarin ze een opbouwende, helpende, genezende en vruchtbare rol willen vervullen. Ze gruwen van alle ruwheid, hardheid en gewelddadigheid die fanatieke gelovigen zo lelijk uitdragen. Het beeld van God is, onder invloed van de emancipatie van (eveneens de christelijke) vrouw ook bijgesteld. God is niet langer de mannelijke Krijger "Die door de vlakke velden rijdt", maar heeft veel vrouwelijker trekken gekregen. God is liefde, Zijn barmhartigheid kent geen einde. Dat geeft ook ruimte om de vrouwelijkheid in het menselijk geslacht meer waarde te geven. Daarmee is de erkenning voor homofilie ook versneld.
Kortom, mijn conclusie is dat tussen de regels van de discussie door een verschuiving waarneembaar is, die dieper en blijvender is dan veel opgestoken-vingertjes-christenen-die-overal-een-halszaak-van-maken door hebben.
Vernieuwende theologie op dit punt, niet zelden door weg-gehoonde christenen zelf ontwikkeld (minder wetenschappelijk dan voorheen, maar wel heel praktisch en invloedrijk) krijgt steeds meer draagvlak. Binnen en buiten de orthodoxie. Logisch, want het gaat ook nog eens om heel praktisch zaken: de omgang met je eigen kind, bijvoorbeeld.
Uiteindelijk is theologie, en dus de koers van het christendom, niets anders dan de consensus die christenen bereiken in het spreken over God. Het beeld van God gaat nu de kant op van een God die de mens in al zijn omstandigheden kent en ziet, inclusief zijn verstand, zijn gevoel, zijn afkomst, zijn geaardheid en zijn omgeving.
Op al die fronten is de mens ook zondig, zeker. De gehele spanning en worsteling tussen God en de mens blijft gewoon staan! Net zoals hetero's hun seksualiteit tot een zondige obsessie kunnen maken, kunnen homo's dat ook! Maar net zo min wij ons God nu nog kunnen voorstellen als een God die zwarten niet als mensen zag (dat was de visie van onze gereformeerde voorouders in de slavenhandel), zo kunnen we ons God nu niet meer voorstellen als een God, die homofielen niet als mensen ziet en met hen niet dezelfde weg wil afleggen.
Nu dat zo is zullen de felle reacties, boze verwijten, neerbuigende opmerkingen en woedende irritaties jegens christenen die hun homofilie accepteren snel afnemen. Die kunnen alleen nog in eigen kleine fundamentalistische kring hardop worden uitgesproken, maar in het grote geheel van kerk en wereld is dat echt not done aan het worden.
Dit tot troost van homo's die hun zaak zo moedig ook op reformatorisch erf bepleiten.
Een rustige, kalme reactie is het beste. En dat kan ook. Want één schrijnend tekort is met de acceptatie van je eigen seksualiteit gelukkig teniet gedaan: je kunt en mag jezelf nu tenminste een geliefd en bemind mens noemen. Niet alleen door mensen / vrienden / partners, maar ook door God. En dat lijkt toch verdacht veel op de kern van het Evangelie, dat de goede boodschap van Gods liefde voor de wereld vertelt.
Het wordt wel eens vergeten, dat het daar om gaat: geliefd mogen worden. Da's niet niks.
gravo
'Von Gott wissen wir nichts. Aber dies Nichtwissen ist Nichtwissen von Gott'
(Franz Rosenzweig, Der Stern der Erlösung)